Selecteer een pagina

Hoe sociaal zijn sociale netwerken?

Column Steve Austen

Algemeen
Het is nog niet zo heel lang geleden dat er in de Nederlandse professionele kunst- en cultuursector afwijzend, zo niet misprijzend werd gereageerd op het idee dat ‘netwerken’ de continuïteit van kunstbedrijven en initiatieven van allerlei aard ten goede zou kunnen komen.Ik herinner me een beschamende forumdiscussie over dit onderwerp waarbij het podium bevolkt werd door lieden die aantoonbaar geen enkele ervaring of affiniteit met dit fenomeen hadden.


En dat terwijl ik nota bene zelf in het voorbereidend comité had plaatsgenomen. Kennelijk had ik weer eens sommige van mijn collega’s wereldser ingeschat dan ze in werkelijkheid waren. De walm van zelfingenomen provincialisme kolkte de zaal in. Wat was hier aan de hand? Ergens in het begin van de tachtiger jaren was ik één van de genodigden aan de lunch van het legendarische piepkleine theaterfestival van Polverigi in Italië. Onze gastheer Roberto Cimetta nodigde ons uit om onze gedachten te laten gaan over zijn stelling dat het ‘nieuwe theater’ dat inmiddels overal in Europa bloeide toch zo verdomd weinig bekendheid genoot. Niet alleen bij het lokale publiek, maar ook bij ons producenten, impresario’s, festivalorganisatoren en niet te vergeten de politici.

Behalve uit Italië en Nederland waren de aanwezigen afkomstig uit Frankrijk en Vlaanderen. Misschien was het te danken aan het voortreffelijke gastronomisch onthaal, de onweerstaanbare oproep van Roberto of de uitgekiende samenstelling van ons gezelschap: na afloop van deze conspiratieve lunch was een van de bekendste en meest succesvolle Europese netwerken een feit. Na die eerste bijeenkomst van de zeven oprichters heeft de IETM, de Informal European Theatre Meeting, zoals wij ons initiatief ambitieus genoeg doopten, een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt.Daar zijn gelukkig ook steeds meer Nederlandse theaters, producers, festivals en zakelijk leiders bij betrokken.

Betekent dat nu dat al die Nederlanders na twee dagen te hebben rondgedwaald op een van de jaarlijkse ‘meetings’ tevreden huiswaarts keren? Dat is zeker niet het geval. Wie zich niet terdege voorbereidt en nadenkt over de consequenties van het opzetten en onderhouden van een internationaal relatienetwerk kan beter thuisblijven. Netwerken begint pas nadat een tot dan toe onbekende persoon bereid is een praatje, waarover dan ook, met je te beginnen. Daarbij kan het helpen als je weet in welke context de betreffende persoon werkt. Zomaar in ‘the blind’ hopen op een leuke match kan ook, maar is niet erg kosteneffectief. Hoe dan ook, de goede Hollandse hebbelijkheid om jezelf ongegeneerd aan te prijzen kan, zelfs na een goede voorbereiding, de hele operatie in een teleurstelling doen stranden.Wie nu denkt dat we na zo’n kleine dertig jaar ons lesje wel geleerd hebben moet ik toch teleurstellen.

Je zou verwachten dat de opkomst van internet de mobiele klasse gestimuleerd zou hebben zijn netwerken aanzienlijk effectiever te onderhouden dan dat in het pre-digitale tijdperk het geval was. Ik weet dat zonet nog niet. Buiten de kunst- en cultuurwereld, op de aanpalende terreinen van dance, clubbing mysteryparties en ‘zwarte’ bijeenkomsten van allerlei aard zijn de nieuwe media niet weg te denken. Het gebruik van deze technieken staat in de cultuursector nog in de kinderschoenen.Toch is dat niet wat mij verbaast. Ik ga ervan uit dat deze au fond marketingtechnieken binnenkort gemeengoed zijn. Wat mij verbaast, is dat de kwalitatieve component van het netwerken door het gebruik van sociale netwerksites niet aantoonbaar meer gewicht in de schaal legt bij het lange termijn beleid van de cultuurinstellingen.

Het lijkt er op dat netwerken nog steeds niet als een onmisbaar onderdeel van de bedrijfsvoering van organisaties gezien wordt. Als een noodzaak voor het voortbestaan van de groep, het theater of het festival.Netwerken leidt immers tot markverruiming, deskundigheidsbevordering, co-productie, uitwisseling en productdifferentiatie. Tenminste als het de dagelijkse zorg van het management is. Juist door het gemak waarmee tegenwoordig de contacten binnen ieders netwerk onderhouden kunnen worden, door gebruik te maken van een van de bestaande formats zou je denken dat er een zichtbare toename van internationale activiteiten op de Nederlandse podia te bespeuren valt. Niets is minder waar. Hoe komt dat? Speelt het gebruik van de sociale netwerken daar een rol in? Om daar achter te komen raad ik eenieder aan eens de contacten af te grazen van de collega’s die op Hyves of Linked-in te vinden zijn. Wat valt dan meteen op? Het leeuwendeel van de contacten bestaat uit andere Nederlandse collega’s; buitenlanders zijn nauwelijks te vinden, personen met exotische namen al helemaal niet. Hieruit moet al haast de conclusie getrokken worden dat de sociale netwerken vooral gebruikt worden om zich te isoleren van andere mogelijk interessante collega’s uit geheel andere culturele contexten. Een onthutsende constatering. Splendid isolation onder het mom van netwerken, niet veel meer dan het zelfbevestigend provincialisme waar ik eerder op wees. Nu echter zichtbaar voor eenieder die op zoek is naar werkelijk nieuwe ideeën en ongebruikelijke vormen van samenwerking. De vraag die blijft is: hoe sociaal willen we eigenlijk zijn? 

Auteur: Tekst: Steve Austen Steve Austen is onder­nemer, adviseur en publicist (steve@steveausten.nl)
468

Reactie verzenden

Share This