Selecteer een pagina

Hoe we onze musea en theaters kunnen vernieuwen

Algemeen
Waarom bestaan er geen theaters met etalages waarin, zoals bij de Bijenkorf – schitterende minidecors ons verleiden met wat er binnen wordt verkocht? Waarom zien we in restaurants steeds vaker de koks aan het werk, maar tonen musea kunst en erfgoed alleen als eindproducten? Waarom zijn er nauwelijks musea en theaters met een tuin of terras, door hen ingericht en geprogrammeerd, waar we een middag lang cultureel kunnen verpozen? Deze vragen vormden de aanleiding voor Beyond the black box and the white cube, een nieuwe publicatie die pleit voor vernieuwing van musea en theaters.


Cultuuroesters
Uit onderzoek is ooit gebleken dat Nederland wereldwijd de meeste musea en theaters per vierkante kilometer kent. We kunnen dus trots zijn op een rijke culturele infrastructuur. Maar als we onze cultuurgebouwen goed bestuderen, dan blijkt de rijkdom relatief. Veel van onze musea en theaters kunnen worden getypeerd als dozen: introverte, monofunctionele en op elkaar lijkende gebouwen. Als een oester herbergen ze een prachtige culturele parel, maar ze sluiten zich af van de wereld. Dat is jammer en – vooral – ineffectief, omdat de ervaring van de bezoeker niet alleen door de voorstelling of tentoonstelling wordt bepaald, maar net zo goed door het gebouw. We moeten daarom op zoek naar vernieuwing in het ontwerp en de invulling van onze musea en theaters, om ze laagdrempeliger, educatiever, aantrekkelijker, veelzijdiger en zichtbaarder te maken. Dat is niet alleen noodzakelijk, maar ook urgent. Jaarlijks besteden we gemiddeld tenminste honderd miljoen euro (grotendeels publiek geld) aan het (ver)bouwen van tientallen cultuurgebouwen. Tegelijkertijd neemt de legitimatie voor cultuursubsidies af en moeten musea en theaters op zoek naar meer draagvlak en publiek.

Een pleidooi voor vernieuwing
Om de kansen tot vernieuwing concreet te maken, hebben we met steun van het Stimuleringsfonds voor Architectuur meer dan 250 musea en theaters wereldwijd onderzocht. Het resultaat hiervan is een beeldende publicatie, waarin ter lering en inspiratie succesrijke voorbeelden uit de hele wereld aantonen hoe het ook anders kan. We laten zien hoe musea en theaters als verblijfsplek kunnen fungeren, hoe ze hun gebouw als medium kunnen inzetten en hoe ze gebruik kunnen maken van uitzicht en inkijk. Maar ook hoe musea en theaters de openbare ruimte kunnen benutten, zichzelf als bedrijf kunnen tonen en de verscheidenheid van hun gebouw kunnen vergroten. Van dit alles hebben we de best practices verzameld. Zo is bij het nieuwe Wyly Theatre in Dallas de theaterzaal zelf direct vanaf de straat zichtbaar én toegankelijk. Tate Modern in London heeft nog vóór de kassa een openbare ontvangstruimte om in te verblijven en er gratis tentoonstellingen te bewonderen. Enkele van deze beste practices zijn bij dit artikel opgenomen als illustratie.

Waar het om draait
De vernieuwing van het museum- en theatergebouw die we bepleiten, vergt allereerst een visie van musea en theaters op hun maatschappelijke rol en, vervolgens, hoe het gebouw daaraan bijdraagt. Vernieuwing van het gebouw gaat dus over veel meer dan alleen het gebouw zelf. Het vergt vooral een verandering in de mentaliteit, het beleid en de organisatie van musea en theaters. De uiteindelijke beloning van een effectief cultuurgebouw is dat deze de publieke ervaring van musea, theaters, kunst en erfgoed sterk verbetert. Dit vergroot het enthousiasme van bezoekers, hun betrokkenheid en de vanzelfsprekendheid waarmee zij musea en theaters beschouwen als podia voor en hoeders van onze kunst en ons erfgoed. Dat is waar de vernieuwing van cultuurgebouwen uiteindelijk om draait.

Auteur: Johan Idema HIj is senior cultuuradviseur bij lagroup en co-auteur van de publicatie (JohanIdema@LAgroup.nl).
468

Reactie verzenden

Share This