Een liefdesliedje, een boek over relaties, een uitdrukking. Mijn eerste associatie is die van het liedje van Volumia dat begint met Niemand weet waarom. Het blijkt ook een bestseller te zijn van Sue Johnson over relaties. Een relatie beginnen zonder dat boek te lezen is als Zeezeilen zonder reddingsvest. En de uitdrukking is er een van kracht en energie. Houd me vast, want anders. Uiteenlopende associaties misschien, maar alle drie sneden ze hout in de workshop Houd me vast: samenwerking in de bibliotheeksector tijdens de BMC Cultuurconferentie 2013.
De bibliotheekwereld is er een van liefde. Liefde voor het vak, liefde voor boeken, voor lezen en voor het ontsluiten van kennis. Natuurlijk is de bibliotheek er niet om de bibliotheek. Of anders gezegd, het nut van de bibliotheek is niet de bibliotheek zelf. Het is goed dat we dat binnen de bibliotheken regelmatig tegen elkaar zeggen. Want de liefde voor het vak en de trots op wat we bereikt hebben kunnen zo groot zijn dat ze verblinden. En wat kan de toekomst zijn van een blinde bibliotheek? Als we de vragen over de toekomst van de bibliotheek en de last van de bezuinigingen tegemoet treden met de verongelijkte houding van ‘Niemand weet waarom….’ dan hebben die bewegingen ons ingehaald voor we het doorhebben. Daarom is het nodig dat de liefde voor het vak niet blind maakt, maar een krachtige motor wordt. En er zit heel wat kracht en potentie in de bibliotheken die we zelf misschien niet eens zien of kennen.
Niemand weet waarom
Wel eens gehoord van de bibliotheek als Frequenzbringer? Veel gemeenten zijn op zoek naar manieren om hun centrum levend en levendig te houden. Dit om de leefbaarheid te bevorderen. Daarvoor heb je mensentrekkers nodig. Winkelketens kunnen hun filialen alleen maar overeind houden als er voldoende mensen komen. Vaak zijn bibliotheken die publiekstrekkers. Mensen gaan op pad om elkaar te ontmoeten, iets op te zoeken, boeken te halen of terug te brengen, rustig te lezen. Een gemeente die een kulturhus op en inricht wil daar natuurlijk een vestiging van de bibliotheek in, om dezelfde reden. Want de burgers moeten het kulturhus wel weten te vinden, ook als ze geen lid zijn van de bridgeclub. Er gaat zelfs het verhaal van een bibliotheek die gevestigd is op een toplocatie. In de rijke tijden deden ondernemers daar smalend over. Wat moest zo’n bibliotheek in zo’n pand op zo’n plek? De gemeente moest wel gek zijn om de bibliotheek daar te handhaven. Daar hoorde toch een ondernemer in? Nu het economisch tijd gekeerd is zijn de ondernemers openlijk blij met deze Frequenzbringer die als plek van ontmoeting veel mensen in beweging brengt. Opeens blijkt de bibliotheek er voor te zorgen dat winkels ‘in de loop’ staan. De bibliotheek als plek waar geen rumoer is maar wel reuring. Want het bruist er van de activiteiten. Een plek van ‘ontmoeting’. Sommige bibliotheken zijn erin geslaagd zo diep geworteld te raken in hun omgeving dat mensen het liefst datgene wat ze willen laten zien, daar exposeren.
Zeezeilen zonder zwemvest
“Samenwerking tussen bibliotheken is vooral een kwestie van vertrouwen, focus en ruimte bieden”, volgens Tineke van Ham, bestuurder van de Rijnbrinkgroep. Dat klinkt als een recept voor een gezond huwelijk. In Overijssel werken 24 bibliotheken al lange tijd samen volgens dit recept. Ze hebben de handen ineengeslagen om te komen tot een gezamenlijk strategie. Die strategie behelst:
• de bibliotheek als schatkamer, waarbij de bibliotheek de autoriteit is die over de bronnen beschikt die zij uitstalt volgens het retailprincipe
• de bibliotheek als werkplaats die allerhande programma’s rond leesbevordering en mediawijsheid opzet
• de bibliotheek als ontmoetingsplaats, in de rol van gastheer- of vrouw, voor zang, dans, debat en wat al niet meer.
De kracht van de samenwerking zit in de gezamenlijke strategie en het gezamenlijk (laten) uitwerken van concepten, eventueel gezamenlijk inkopen en tegelijkertijd de verbinding aan de plaatselijke omstandigheden. Plaatselijke bibliotheken geven de ideeën hun eigen kleur. Deze samenwerking heeft geleid tot een stijging van de aantallen bezoekers, uitleningen en leden, tegen de landelijke trend in. Dat kan klinken als een tijdelijke opleving. Het is beter om het te zien als een vertrekpunt voor de toekomst dat steviger is dan voorheen. Herma Hofmeijer, interimdirecteur van de Zeeuwse Bibliotheek, haakte aan bij de oproep van Jo Houben, directeur bij Cultuur- Ondernemen en special guest tijdens de conferentie, om ook buiten de eigen branche verbindingen aan te gaan. Dat hoeft niet direct te leiden tot het exploiteren van een hotel. De Zeeuwse Bibliotheek is al een product van bijzondere samenwerking binnen de branche. Tussen een basisbibliotheek, een aantal bussen (waar ook postzegels te koop zijn en er een een pinautomaat aan boord heeft), de Wetenschappelijke Bibliotheek en de Provinciale Service Organisatie. Daarbuiten werkt de bibliotheek samen met de Rooseveltacademie (University College van de UU) en Hogeschool Zeeland. Een fusie met Scoop, Zeeuws instituut voor Zorg, Welzijn & Cultuur is in voorbereiding onder de naam Kennispunt Zeeland (kennis.zld). Deze samenwerkingen maken de bibliotheek vooral tot een kennisinstituut. Uit de zaal kwamen enkele voorbeelden van ‘goede huwelijken’ naar voren, waarvan het eerste meteen al controversieel leek: een uitgiftepunt in een filiaal van McDonalds.
Houd me vast, want anders
Een van de deelnemers gooide, toen het ging over de vestiging van bibliotheken in een kulturhus, de knuppel in het hoenderhok met de vraag: ‘Moeten de bibliotheken op deze manier wel meewerken aan hun eigen ondergang?’ Die vraag maakte de tongen los en ontketende iets in de groep. ‘Ontketenen’, een mooi term in dit verband. Er werd geopperd dat we moeten laten zien welke potentie we hebben als bibliotheken, hoeveel power we hebben. Ook werd er gevraagd of we als bibliotheken zelf wel genoeg door hebben wat een enorme rijkdom aan activiteiten we bieden. Een ander opperde dat we ons zelfrelevant moeten maken, laten zien wat ons maatschappelijk nut is. Het is tijd voor een ander paradigma, met een andere naam, ‘Kennisbank’ bijvoorbeeld. Ook kunnen we aankaarten dat we op een andere manier kennis bieden manier dan Google dat doet, niet op basis van de meeste hits. Juist deze mediawijsheid is onze toegevoegde waarde als bibliotheek. We zouden met bedrijven in gesprek kunnen gaan over het oplossen van laaggeletterdheid. Ook op politiek gebied zouden we meer ons mannetje kunnen staan, aldus de deelnemers aan de workshop. Laten we zelf het initiatief nemen om onze plek in het cultuurspectrum met de politiek te bespreken, in plaats van lijdelijk af te wachten op de volgende subsidiediscussie. Een beetje bibliotheek is immers al lang een kulturhus. Een fraaie, krachtige conclusie van een van de deelnemers was: ‘We werken niet mee aan onze eigen ondergang, maar we moeten wel bereid zijn een beetje verraad te plegen aan onszelf.’
Auteur: Drs. Willem de Vos is partner organisatiecultuurbij BMC (Willemdevos@bmc.nl).