Haaglanden Megastores ligt in Laakhaven in het centrum van Den Haag, op vijf minuten lopen van het NS station Holland Spoor. Het centrum meet zon 100.000 vierkante meter vvo (verkoopvloeroppervlak). Er zijn in totaal 80 winkels. De nadruk ligt op grootschalige winkels in de woninginrichting, maar er zijn ook (kleinere) winkels zoals een bloemenwinkel, kapper en drogisterij ondergebracht. Het winkelcentrum is omgeven door parkeerplaatsen. Op het dak zijn in totaal 1.700 parkeerplaatsen te vinden. Mocht het winkelcentrum daar nog aan tekort komen dan kunnen de klanten terecht in de parkeergarage onder de ernaast gelegen Haagse Hogeschool. De bouwers verwachten blijkbaar niet dat iedereen met openbaar vervoer komt.
De winkelarchitectuur van het nieuwe project put uit drie verschillende bronnen: de meubel- of woonboulevard, het suburbane winkelcentrum en de negentiende-eeuwse passage. Grootschalige winkels in het veelal lagere marktsegment van de woningbranche worden gemixt met de beslotenheid en de parkeervoorzieningen van het suburbane winkelcentrum en de luxe uitstraling van een oude passage. Tegelijkertijd is het architectonisch ontwerp niet tot een van de genoemde voorgangers te herleiden. Daarmee verwerft het winkelproject letterlijk zijn unieke status. Zo is hier sprake van een hybride winkelpresentatie.
Haaglanden Megastores is geen meubel- of woonboulevard, omdat de branchering zich niet beperkt tot de categorie woninginrichting en ook niet het open karakter heeft van dit type winkelcentrum. Het nieuwe winkelcentrum is ook geen Amerikaanse shopping mall. Ofschoon het besloten karakter een gemeenschappelijk kenmerk is, staat het winkelcentrum onmiskenbaar in het centrum van Den Haag. Bovendien ontbreekt bij Haaglanden Megastores de voor de shopping mall typerende anchor stores of trekkers op de kopse kanten. Haaglanden Megastores verschilt ten slotte ook hemelsbreed met de Haagse Passage verderop in het Haagse centrum. De Haagse Passage verbond en verbindt verschillende stadsdelen en heeft geleid tot een fijnmazige verkeersstructuur. De passagevorm van Haaglanden Megastores mist deze stedenbouwkundige inbedding. De automobiliteit van de consument verbindt het winkelcentrum met de buitenwereld.
Het winkelcentrum is een betrekkelijk autonoom project geworden, waarbij de schaalgrootte wordt gepresenteerd als bijzondere kwaliteit. Het is het grootste winkelcentrum van het Europese continent en mikt op bezoekersaantallen die vergelijkbaar zijn met de grote toeristische attracties in ons land. De kinderen kunnen tijdens het shoppen van hun ouders terecht in Kids Playground. Disneylandfiguren ontbreken niet: een mol (het dier) is de mascotte van het imago. Dat het beestje de letterlijke vertaling is van mall (het winkelcentrum) begrijpt waarschijnlijk niemand. Horecavoorzieningen op verschillende plaatsen in het winkelcentrum moeten voor de nodige rustpunten tijdens het winkelen zorgen. Opnieuw gaat het hier om consumptie, zij het in een andere vorm.
De winkelarchitectuur staat vanaf de eerste passages uit de negentiende eeuw in dienst van de zakenman (Walter Benjamin). De architectuur dient kort gezegd een stimulans tot consumeren te zijn. Deze functie van de architectuur is in de afgelopen tweehonderd jaar onveranderd gebleven. De verschillende leisurefuncties, het nostalgische beeld van de negentiende eeuw, de verwijzing naar de unieke grootte van het winkelcentrum, zijn Engelstalige naamgeving etc. zijn slechts een uitbreiding van deze dienende functie. Zij verankeren een project als Haaglanden Megastores meer dan voorheen in de sfeer van de vrije tijd.
