Selecteer een pagina

Investeer in vrijwilligers

Algemeen

Zo veel ideeën en zo weinig geld. In de culturele wereld is er zelden gebrek aan initiatief, inhoud en innovatie, maar des te meer aan de financiering van plannen. Geen wonder dat de culturele ondernemer graag op zoek gaat naar alternatieve financiering. In een woud van mogelijkheden zijn vele subsidies binnen te halen, ook al zijn dat geen grote potten makkelijk geld. Vaak wordt er met meerdere lijntjes gevist en regelmatig wordt het goedkoopste alternatief over het hoofd gezien: de vrijwilliger. Hier gaan we nader in op de vrijwillige inzet voor het culturele erfgoed.

In alle erfgoedsectoren houden vele vrijwilligers zich met zeer uiteenlopende taken bezig. Zij helpen mee bij het voorbereiden van tentoonstellingen, bij het rondleiden van bezoekers, bij de inrichting, renovatie en onderhoud van de gebouwen en bij het uitvoeren van administratieve taken. Ook helpen zij mee bij het organiseren van evenementen. Bekende voorbeelden als de Open Monumentendag of het Museumweekeinde worden in niet geringe mate door vrijwilligers mogelijk gemaakt. In de archeologische sector zijn vele amateurs actief als vrijwilliger om onder meer te helpen bij opgravingen. Hierdoor vervullen zij een belangrijke rol bij het behoud en beheer van cultureel erfgoed. Hun inbreng in tijd, enthousiasme, werkkracht en expertise is vaak onmisbaar om bescherming en toegankelijkheid van het erfgoed op niveau te houden of te vergroten. Zij vormen een noodzakelijke aanvulling op de professionals en onderscheiden zich van deze professionals door onbetaald (en ook onverplicht) activiteiten ten behoeve van het cultureel erfgoed uit te voeren buiten de normale werkcontext en binnen een organisatie.
Motivatie en gedrevenheid van vrijwilligers die zich inzetten binnen erfgoedinstellingen hebben ook een uitstraling naar een breder publiek. Hun betrokkenheid en verhalen zorgen ervoor dat veel andere mensen op de hoogte worden gebracht van wat er speelt en van wat de moeite waard is. Vrijwilligers dragen daarmee bij aan de agendasetting van het (lokale) erfgoedbeleid en aan de voeding van de nieuwsgierigheid van anderen. Ook deze meerwaarde (collateral advantage) van vrijwilligerswerk draagt bij aan het creren van een draagvlak voor de instandhouding van cultureel erfgoed.
In 2003 zei 1,5% van de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder in enigerlei vorm vrijwilligerswerk te verrichten ten behoeve van het cultureel erfgoed in Nederland. Dat zijn ongeveer 160.000 personen. Het percentage was acht jaar eerder ongeveer even groot. Onder deze vrijwilligers zijn hoger opgeleiden en ouderen oververtegenwoordigd. In de periode 1995-2003 is het overwicht van hoger opgeleiden kleiner geworden en dat van ouderen juist toegenomen. Verder zijn meer mannen dan vrouwen actief als vrijwilliger. De vier grote etnische groepen vertonen net als bij de receptieve belangstelling minder actieve deelname.
Het bestand van vrijwilligers vergrijst. Op korte termijn levert dit weinig problemen op, aangezien de babyboomgeneratie vrij omvangrijk is en bovendien gemiddeld hoger is opgeleid dan eerdere generaties. Op wat langere termijn kan verdere vergrijzing zonder toevoer van nieuw bloed leiden tot dalende inzet van vrijwilligers. Het is nu al zaak om na te denken over het werven en binden van nieuwe vrijwilligers en leden.
De generatiewisseling onder de betrokkenen gaat gepaard met een instroom van hoger opgeleide, zojuist gepensioneerden. Deze generatiewisseling gaat ook samen met een veranderend verwachtingspatroon van actieve deelname. Vrijwilligers vinden hier een terrein om eruditie te etaleren en nieuwe expertise op te bouwen. Naarmate zij hoger opgeleid en meer deskundig zijn, wordt de afstand tussen professional en amateur kleiner. Deze intellectuele verdieping draagt bij aan het ontstaan van een nieuw type van erfgoedvrijwilliger. Deze nieuwe vrijwilliger wil geen vaste relatie met een bestaande organisatie onderhouden en prefereert deelname aan tijdelijke projecten boven permanente beschikbaarheid. Deze vrijwilligers dragen dan liever op tijdelijke, projectmatige basis bij. Mocht dit inderdaad het geval zijn, dan lijkt het raadzaam voor erfgoedorganisaties op deze veranderingen in te spelen. Een organisatiecultuur die aansluit bij de wensen en verwachtingen van actieve betrokkenen lijkt een belangrijke voorwaarde voor het versterken van het culturele draagvlak. Vanuit economisch oogpunt lijkt het investeren in vrijwilligers een rendabel onderdeel van een bredere strategie van alternatieve financiering.

Auteur: Jos de Haan en Frank Huysmans j.de.haan@scp.nl

468

Reactie verzenden

Share This