Selecteer een pagina

Leeswijzer: Dienstbare Kunst

Algemeen
Over de ontwerper Rietveld gaat de anekdote dat hij op de vraag van een bewonderaarster waarom zijn beroemde stoel toch zo ongemakkelijk zat, antwoordde: Maar mevrouw, daar is hij helemaal niet voor bedoeld. Het is deze steeds sterker wordende tendens in de kunstensector kunst om de kunst die mij meer dan geregeld de kunstbijlagen in de verschillende kranten in een hoek doet gooien. Anders dan de stoel van Rietveld zitten de mozaekbanken in het Parc Gell in Barcelona van Antoni Gaud wl gemakkelijk. Gauds status in de kunst overstijgt verre die van Rietveld. Gaud kende ik alleen van wat fotos en verhalen van vrienden die Barcelona liefhebben. In mijn lekenopvatting beschouwde ik, tot ik zelf Barcelona bezocht, Gaud als de Catalaanse Anton Pieck. Zijn werk trok me absoluut niet, zoals heel Barcelona me niet trok, omdat bij elke bijeenkomst die over openbare ruimte gaat, wordt gesmeten met Barcelonese voorbeelden, het ene nog prachtiger dan het andere. Maar het is er kort geleden toch van gekomen.


Dat zitten op Gauds mozaekbanken in dat ongelooflijk mooie park is een van mijn meest schokkende cultuurervaringen, bijna te vergelijken met de volstrekt onverwachte confrontatie met Brug te Arles van Van Gogh in het Krller-Mller. Ik had me voor mijn vertrek naar Spanje gevoed met een tweetal publicaties over Gaud, en ben nog het meest getroffen door s mans standvastig nationalisme (zo schijnt hij in zijn hele leven geen woord Castilliaans gesproken te hebben) en katholicisme (vanaf 1911 tot aan zijn dood in 1926 heeft hij enkel nog obsessief aan de Sagrada Famlia-kerk gewerkt). Kortom, zijn kunst was dienstbaar. Dienstbaar aan de arbeiderslagen onder de bevolking van Barcelona en dienstbaar aan de relatie tussen bewoners en hun omgeving.

Vandaag de dag wordt het Parc Gell door de bewoners van de Catalaanse hoofdstad zeer goed gebruikt. Het Palau Gell in de Nou de la Rambla, (de vervallen rosse buurt) is een andere parel in een wijk die zich verder kenmerkt door nauwe, vervallen straatjes met weinig licht. Park en paleis zijn vernoemd naar Eusebi Gell, die viel voor de eigenzinnigheid en sociale betrokkenheid van Gaud en fungeerde als diens geldschieter en vriend. Dit resulteerde in gedurfde, extravagante en volstrekt eigenzinnige architectuur, die ten tijde van Gauds leven behoorlijk kritisch werd bejegend.

Hoewel Barcelona en Gaud onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, domineren zijn werken niet het straatbeeld van de stad. Zoals niets eigenlijk het straatbeeld domineert, de toeristen op La Rambla (de Catalaanse versie van het Damrak in Amsterdam) daargelaten. Slechts een steegje van La Rambla verwijderd doemen prachtige wijken op als de middeleeuwse Bari Gthic en El Ravel nog steeds een wijk vl leven, waar je, hoe onderkomen het etablissement soms ook is, voortreffelijk kunt eten (tegen beduidend andere prijzen dan aan de Rambla). Deze alledaagse stedelijke cultuur is zelden terug te vinden in het (toeristische) hart van moderne westerse steden. Zeker niet in Amsterdam, waar het stadshart gedomineerd wordt door toeristen en de rest van het centrum door voornamelijk hoog opgeleide, meestal kinderloze stellen of singles. De blue collar en kinderen zijn uit onze hoofdstad verdwenen, waar die in Barcelona zichtbaar deel uitmaken van het centrale stadsmilieu. Ik heb dat als zeer verfrissend ervaren.

Met het oog van de stadssociologe Lofland naar Barcelona kijkend, valt op dat een echte stad kleine en compacte wijken moet kennen waarin verschillende soorten mensen om alledaagse redenen aanwezig zijn. Het is niet erg dat verschillen tussen en onder de verschillende stedelingen (ook toeristen) soms tot onenigheid en zelfs milde angst leidt. De stad moet scherpe kantjes hebben, zodoende leert men spelenderwijs van elkaar. Kortom, een stad moet een gezonde dosis anarchie kennen. Volgens Lofland moet je wat betreft veiligheid niet teveel aan toeristen toegeven: To make the world safe for such visitors is to risk destroying the precious environment of their hosts. En die maakt in elk geval Barcelona juist tot een heerlijke stad.

Auteur: Jos Gadet, Amsterdam, 15 maart 2001- gdt@dro.amsterdam.nl
Referenties: naar aanleiding van: Kenneth Frampton, Modern Architecture: a critical history (1988) Lyn H. Lofland, The Public Realm. Exploring the Citys quintessential Social Territory (1998) Rainer Zerbst, Antoni Gaud (1996)
468

Reactie verzenden

Share This