Selecteer een pagina

Leeswijzer: Fietsen en Vlaanderen

rubriek: leeswijzer

Algemeen

naar aanleiding van: Jozef Deleu, Voorbij de grens. Amsterdam-Leuven, Meulenhoff-Kritak, 1990.

De Belgische auteur uit Rekkem aan de grens met Frans Vlaanderen, Jozef Deleu schrijft: Een grensbewoner voelt zich van deze kant, maar ook altijd van de andere kant. Nooit hoor je ergens helemaal bij. Maar ik ben zelf geboren grensbewoner dat laatste hoeft niet erg te zijn. In mijn jeugd was Vlaanderen de andere kant. Vanuit mijn slaapkamerraam keek ik uit over de steenbergen op t Belsj. Mijn moeder smokkelde geregeld sigaretten vanuit Belgi naar Nederland, en de spanning van de oversteek van de Maas met smokkelwaar was achteraf bezien ronduit heerlijk.
De band met de overkant was voor de rest gering. Op school leerde je niks over het westelijke buurland. We leerden van alles over Alva en Den Briel, de martelaren van Gorcum, Bonifatius in Dokkum, Floris die onthoofd werd in Den Haag. Pas veel later heb ik geleerd dat de (nu Belgisch en Nederlands) Limburgse heerlijkheden flink slag hebben geleverd op de Europese slagvelden. Nog later heb ik gelezen dat geheel Limburg, met uitzondering van Maastricht, tot 1839 onder Belgisch bestuur bleef. Het overgrote deel van de Limburgse bevolking stond positief tegenover dat Belgische bewind en reageerde furieus op de inlijving in 1839.

Ik heb dat onduidbare en wellicht overromantische gevoel nog steeds. De overkant bleef derhalve lokken en pas in mijn studententijd heb ik Belgi veel beter leren kennen. Al ben ik er van de verkeerde kant binnengekomen. Vanuit Amsterdam naar de meest Hollandse stad van Vlaanderen: Antwerpen. Hollands in de zin van architectuur, gezelligheid en vooral veel Nederlanders. Nee, dat was niet wat ik zocht. Dus al fietsend verder zoeken in Vlaanderen, via de recreatieversie van Vlaanderens mooiste (de Ronde van Vlaanderen), om het land beter te leren kennen. Met die altijd harde wind waar Mitterand zo verliefd op was. Gevraagd naar zijn mooiste ervaring verwees hij naar een langdurig bezoek aan het Pajottenland (West Vlaanderen) tijdens zijn studententijd. Hij fietste meerdere malen tegen de beukende westenwind met laaghangende donkere bewolking, op weg naar zijn eerste echte liefde.
Fietsen langs de kust om chagrijnig te worden van de muur van hotels tussen Knokke en De Panne, om de Belgen als ruimtelijke ordenaars te vervloeken. Treuren op de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog, triest worden in de volgepropte rommelkotten die ze in die Zuidwesthoek musea noemen. Vraagtekens gezet bij de jaarlijkse bijeenkomsten van Oudstrijders te Diksmuide.

Vlaanderens aantrekkelijkheid is, besef ik nu, simpelweg te beschrijven aan de hand van topografische aanduidingen: Gent-Wevelgem, Grote Prijs E3-Harelbeke, Kemmelberg, Muur van Geraardsbergen, Zeebrugge, Sint-Katelijne Waver, Poperinge, Oostende (van de prachtige schilderijen van Ensor, met de dreigende doeken van Permeke), de IJzer, Torhout, Zottegem, Oude Kwaremont. Het zijn verwijzingen naar harde, zoute winden, schuimende pinten, foute tijden, beregende kasseien, Grimbergen Triple, bonbonnekes.
En Madammen. Madammen met taartjes. Madammen in t caf (ga eens kijken in de mooiste oude-mensenkroeg van de Benelux, Le Cirio in Brussel). En ze zijn oud, echt oud, die Madammen, en niet altijd even mooi. Maar ze maken niet alleen deel uit van het Vlaamse publieke exterieur, maar ook van de publieke etablissementen. En die zijn in Belgi wonderschoon.

Dan heb ik het. Nu weet ik waarom ik zo verzot ben op Belgi. Die madammen leren me dat Belgen, Vlamingen, hun geschiedenis niet vergeten. Al fietsend zie je het, voel je het, ruik je het, drink je het. Ach Vlaanderen… Slag bij Nieuwpoort, veldslagen bij Ieper en Veurne, Napoleon kwam er zelfs niet n. Roestend ijzer, lintbebouwing, lelijke chalets, kolenbergen, slechte wegen Dan schaam ik me dat ik nog nooit naar Hasselt ben gefietst! Die grens van vroeger, zou Deleu zeggen, die grens loopt door mezelf heen.

Auteur: Jos Gadet gdt@dro.amsterdam.nl
468

Reactie verzenden

Share This