Selecteer een pagina

Leeswijzer: Het zwarte Noordwest Europa als culturele beleving

Algemeen

In het zog van de suburbanisatie van mens en bedrijf zijn de grenzen tussen stad en landschap vervaagd. In de stad is het landschap gegroeid, is het landschap in de stad gedrongen. Deze wederzijdse doordringing is het centrale thema van stadslandschappen dat momenteel op stadsregionaal niveau opgang doet en tot in Brussel beleidsaandacht heeft. In een samenwerkingsproject van de Europese Unie, North West Metropolitan Areas (NWMA), is de afgelopen twee jaren naar deze thematiek gekeken en heeft men zich verdiept in de ontwikkelingspotentie van unieke landschappen en rijk cultureel erfgoed die kenmerkend zijn voor de noordwestelijke regio van de Europese Unie.

Stadsregios zijn in de global economy economische standplaatsen die, meer dan voorheen, zich ook als attractief woonmilieu moeten profileren. Er wordt dan ook meer aandacht geschonken aan sociale en culturele aspecten van regios waardoor de locale identiteit aan betekenis kan winnen.
In Noordwesteuropees perspectief valt dan op hoe sterk landschappen getekend zijn door kolenwinning en staalindustrie.
En niet alleen landschappen, ook delen van de bevolking van deze gebieden wortelen in en worstelen met een zwart en heet verleden. Max Paumen heeft daarover een prachtig boek geschreven, met aangrijpende reportages over mijnrampen in onder andere Zwartberg bij Genk, de krachtige politieke betekenis van Roemeense mijnwerkers ten tijde van Ceausescu, de aan sillicose lijdende mijnwerkers (waarvan de Nederlandse in Den Haag in hun rolstoel met zuurstofflessen begin jaren 80 nog moesten bedelen om een menswaardig pensioen) en de zeer sterke kameraadschap onder mijnwerkers.

De omgeving van het Belgische Charleroi is als gevolg van de mijnsluitingen een enclave van de Derde Wereld in een superrijke regio. Ze kent een hoge mate van sociale en economische ontwrichting waarvan zelfs de Belgische regering zich anno 2001 schaamtevol maar hulpeloos afwendt. Het Duitse Saarland is momenteel het armste land van de Bondsstaat. Maar het lijdende deel van de bevolking sterft langzaam uit en de economische potenties van de oude industriegebieden worden volgens sommigen langzaam maar zeker sterker.

Maar wat te doen met het landschap?
Het EU-rapport stelt daarover zeer gewichtig dat globale transformatie en Europese integratie een transnationale ruimtelijke ontwikkeling vereisen, die slechts door proactieve ruimtelijke planning met een sociaal duurzaam ideaalbeeld succesvol gerealiseerd kan worden. Dat betekent in mijn ogen dat het onvermijdbaar is de regionale potenties van nieuwe stadslandschappen, hun natuurlijke bronnen, hun culturele erfgoed alsook hun rijkdom en veelzijdigheid van mensen met hun verschillende levensvormen en -wijzen te ontdekken, te mobiliseren en hun nut en belang in de globale transformatie te herkennen.

Hoe dat eruit kan zien, heb ik in het Saarlandse Vlklingen mogen aanschouwen.
De Vlklinger Eisenhtte is een hoogoven die behoort tot het Wereld Cultuurerfgoed. Ze is, compleet intact met originele machines, als museum te bezichtigen. Bovendien zijn er ruimten ingericht als podia, educatiecentra en restaurant. Een juweel.
Vlak over de Nederlandse grens bij Luik kan in Blegny een kolenmijn in haar echtheid bezocht worden. Trek een jas aan, zet een helm op, en zak in de liftkooi om een andere wereld binnen te stappen. Het bezoek met een Poolse, Waalse, Vlaamse, Duitse of Italiaanse ex-mijnwerker duurt ongeveer twee uren. Een videovoorstelling die de driehonderd miljoen jaren lange en onvoorstelbare geschiedenis van het zwarte goud vertelt, een voorstelling over het gebruik van de machines en de ondergrondse uitrustingen, en verhalen over het dagelijkse leven van de kompels, hun vreugde, hun zorg, hun angsten en hun werkomstandigheden. In de peilers, schachten en gebouwen is sinds de mijnsluiting niets veranderd.

Pareltjes in de vrijetijdsmarkt van
belevingen.

Auteur: Jos Gadet
Referenties: naar aanleiding van: NWMA New **** Urban Landscapes: new methods of socially compatible development of urban landscapes. Newcastle, Albion, 2001(info: volker.kliemt@feh-hessen.de). M. Paumen, De laatste gang. Het verdwijnen van de Europese mijnwerker. Amsterdam, Veen, 1993.
468

Reactie verzenden

Share This