Selecteer een pagina

Leeswijzer: Holland Duitsland: cultuur of vermaak?

Algemeen
Na bijna twee weken de Bondsrepubliek beroepsmatig doorkruist te hebben, springt bij het lezen van de achterstallige kranten de tentoonstelling Zimmer frei in het Rijksmuseum in het oog. Direct bezocht. Als Germanofiel verbaas ik me tot op de dag van vandaag over de grondige anti-Duitse houding van Nederlanders in het algemeen en van zelfs mijn beste vrienden in het bijzonder. De Tweede Wereldoorlog verklaart natuurlijk wel iets, maar niet alles. Immers, in Frankrijk, dat vrijwel niets anders gedaan heeft dan met de Duitsers oorlogje spelen, is het anti-Duitse gemoed veel minder sterk voelbaar.


Hoe dan ook, in ijltempo hebben Nederlanders zich van Duitsland afgekeerd. Neuzen in de bibliotheek van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen leert dat tot diep in de jaren dertig van de vorige eeuw de meeste publicaties van Nederlanders in Duitse vaktijdschriften verschenen. En neem Limburg. Dat maakte vanaf 1815 weliswaar deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden, maar was tot aan 1867 als Hertogdom Limburg nog lid van de Duitse Bond. In het oostelijke deel van Limburg werd tot aan de Eerste Wereldoorlog overwegend Duits gesproken (mede doordat de toenmalige mijnen in handen waren van Duitse investeerders). In Limburg werd, zo blijkt uit huwelijkspartneronderzoek van 1830, 1870 en 1910, volop met Duitse mannen en vrouwen gehuwd. Anno 2000 zijn onderlinge sociaal-culturele contacten in deze grensgebieden nihil, ook al kun je je met het Kerkraads dialect tot diep in de Hunsrck als va hei (van hier) manifesteren (het Limburgs is dan ook een Rijnlands dialect).
Zelfs Limburgers zijn Hollanders geworden, waarvan het bewijs vooral ligt bij de idolate sympathie met voetballend Oranje. Hoe is dat zo snel zo ver gekomen? Waar staan we ruim een halve eeuw na de Tweede Wereldoorlog? Deze vragen probeert het Rijksmuseum, in samenwerking met het Haus der Geschichte in Bonn, te beantwoorden in de tentoonstelling Zimmer Frei, Nederland-Duitsland na 1945. Aan de hand van bijzondere voorwerpen zoals unieke film- en geluidsfragmenten, reclameaffiches, fotoalbums, maar ook enkele beeldhouwwerken, schilderkunst en literatuur worden de politieke, economische en psychologische verhoudingen tussen Nederland en Duitsland na de Tweede Wereldoorlog zichtbaar.

Tegelijkertijd worden de hoofdsteden Amsterdam en Berlijn beide gezien als moderne westerse steden die zich onderscheiden door een dynamische, openbare en tolerante bevolking. Beide steden kennen een roerige traditie van provos, autonomen, krakers en kunstenaars, waarvan vooral de culturele roergangers ook vandaag nog manifest in het straatbeeld voorkomen. Hoe lang nog? Hoewel bijna iedereen, zelfs projectontwikkelaars, het belang onderkennen van (ook startende) kunstenaars voor het culturele en stedelijke leven in bijvoorbeeld Amsterdam of Berlijn, constateert Simon van Dommelen in zijn scriptie Ruimte voor vrije cultuur dat in beide steden de culturele vrijplaatsen vooral met locatieproblemen kampen. De oorzaken van die locatieproblemen zijn in beide steden verschillend. In Amsterdam stijgen de huurprijzen sterk als gevolg van de voortvarende economie. De macht van projectontwikkelaars is dientengevolge onbevechtbaar voor de vrije cultuurdragers. In Berlijn daarentegen noopt een stagnerende economie tot overheidsbezuinigingen op onder andere het culturele vlak. Ook de ruimtelijke gevolgen zijn anders. In Amsterdam zijn startende kunstenaars aangewezen op locaties buiten de centraal stedelijke milieus, in Berlijn duikt men onder in achterstandswijken. In Berlijn blijven ze voorlopig wel deel uitmaken van het straatbeeld, in Amsterdam dreigt een diaspora.

Deze ontwikkelingen in de culturele sector zijn fnuikend voor steden met een mondiaal imago van openbaarheid en tolerantie, een imago dat Amsterdam en Berlijn als een belangrijk toeristische attractie op de kaart heeft gezet, en de steden beslist geen windeieren legt.
Maakt men zich daarover in Nederland buiten de grote steden zorgen? Of vermaakt men zich dijenkletsend als Linda de Mol, immens populair bij de oosterburen, weer terug in Nederland met de juiste timing verkondigt dat ze het Duitse volkslied zon naar liedje vindt? Dat is de Zeitgeist. Niet voor niets constateerde het Sociaal en Cultureel Planbureau recentelijk in zn tijdsbestedingonderzoeken dat cultuur heeft plaatsgemaakt voor vermaak.

Auteur: Jos Gadet – gdt@dro.amsterdam.nl, gdtmb@hetnet.nl
Referenties: naar aanleiding van: Dommelen, S. van, Ruimte voor vrije cultuur. Kunst en cultuurbeleid in Amsterdam en Berlijn. Amsterdam, UvA, 2001. Zimmer frei, tentoonstelling in het Rijksmuseum (www.rijksmuseum.nl/nl/tentoonstelling/zimmer.htm)
468

Reactie verzenden

Share This