Selecteer een pagina

Leeswijzer: Moslimextremisme en oude media

Algemeen
Nederland heeft de laatste weken kunnen voelen wat de clash of civilizations betekent. Een van de kenmerken van deze clash is dat niet alle actoren aan het openbare debat deelnemen. Moslimextremisten discussiren niet met andersdenkenden. Dat is een ramp, want essentieel in het publieke debat is de corrigerende functie ervan. Door andere en nieuwe inzichten kan de eigen mening worden bijgesteld dan wel aangescherpt, en ontstaan inzicht en begrip voor wederzijdse argumenten. Kant noemde dit de categorische imperatief, noodzakelijk voor de ontwikkeling van beschaving.


Door het publieke debat te mijden scharen moslimextremisten zich bij drie andere maatschappijvreemde groepen: zwakzinnigen (zij begrijpen de culturele imperatief immers niet), misdadigers (zij accepteren deze a priori niet) en koningshuizen (zij mogen de imperatieve werking van het debat zelfs niet ondergaan).

Internet is het communicatiemiddel bij uitstek voor moslimextremisten. Ik twijfel aan het openbare karakter van internet. Mediadeskundigen hebben al in een vroeg stadium gewezen op het gevaarlijke, niet corrigerende karakter van internet en nieuwe media. Niet welkome informatie wordt gemeden en gekleurde informatie wordt het net op gestuurd, met chaotische informatie als gevolg. En blijkbaar ook desastreuze daden!

Een van de oorzaken van moslimextremisme is, aldus Hafid Bouazza, het agressief masculiene karakter van de groepsleden ervan. Volgens de Franse filosoof Alain Finkielkraut is de aanwezigheid van de Westerse vrouw in het openbare leven de belangrijkste reden voor de woede van radicaliserende moslimjongeren in de Franse banlieux. Ik onderschat deze bevindingen niet. Als docent op de Hogeschool Inholland heb ik ondervonden dat een mannelijke moslim in een projectteam het leiderschap van een vrouw niet accepteerde en met zijn broer verhaal kwam halen. En als vader van mijn toen zesjarige dochter heb ik meegemaakt dat zij op het trottoir van achteren werd aangereden door een iets oudere Marokkaanse jongen op een fiets, die haar en passant voor hoer uitscholdt.

Moslimextremisten moeten aan de haren bij het publieke debat worden gesleept dat bij voorkeur door vrouwen zou moeten worden aangejaagd. Nederlandse kwaliteitskranten kennen een aantal vrouwen dat de publieke opinie benvloedt, maar deze zijn niet zichtbaar. De Nederlandse televisie kent sowieso al weinig serieuze praatprogrammas (Tussen Barend en Van Dorp is enkel hautain schreeuwen) en van een regisserende rol voor vrouwen is sowieso geen sprake.

Ik kan het wederom niet laten te verwijzen naar onze oosterburen. In Duitsland (het land waar ik naar vertrek als Pim Fortuijn tot Nederlander Aller Tijden wordt gekozen) leiden drie vrouwen op aanstekelijke manier het publiek-maatschappelijke debat. Zo is er Sabine Christiansen, die in haar gelijknamig programma (ARD) op zondagavond keer op keer interessante en gezaghebbende gasten (soms uit het buitenland, zoals Henry Kissinger en Gorbatsjov) verzamelt, waarmee een actueel maatschappelijk thema wordt uitgediept. Haar tegenpool (in fysieke termen) is de voormalige Oostduitse Maybritt Illner, die elke week hoogwaardige politieke discussies leidt in Berlin Mitte (ZDF). De gasten vliegen elkaar, zeker bij Christiansen, regelmatig, maar met respect in de haren.
Deze vrouwen hebben een dermate gezag, dat zij beiden het slotdebat leidden tussen de Kanzlerkandidaten Stoiber en Schroeder, een uitzending waarna beide dames met nationale en internationale lof zijn overladen.
Meer informatief en minder strak is Menschen bei Maischberger (ARD), waarin Sandra Maischberger prominenten als Peter Ustinov en Helmut Kohl ontvangt. Iets lichtvoetiger wellicht, maar Maischbergers motto is kenmerkend voor de drie dames: Journalismus ist meine Berufung, denn Journalismus ist fr mich lebenslanges Lernen. En daar gaat het om: debatteren is leren.
Deze vrouwen zijn gepokt en gemazeld in de journalistiek, zijn wars van vooringenomenheid, en stralen interesse uit. Niet voor niets hebben ze afzonderlijk menige journalistieke prijs ontvangen.
Dat het drie mooie vrouwen betreft, draagt niets bij aan hun kwaliteiten als journalisten. Maar het is wel een krachtig signaal naar mensen die hun vrouwen in burqas opsluiten; het is het etaleren van de emancipatorische kracht van een dynamische beschaving. Christiansen, Illner en Maischberger betreden het pad dat na de Tweede Wereldoorlog is geffend door Marion Grffin Dnhoff, oprichtster en jarenlang hoofdredacteur van Die Zeit.
Met de nieuwe media gaat deze noodzakelijke vereiste voor een beschaafde maatschappij verloren. Oude media als krant en publiek debat moeten hun corrigerende rol blijven vervullen.

Auteur: Jos Gadet Jos Gadet is Senior planoloog bij de Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam gdt@dro.amsterdam.nl
468

Reactie verzenden

Share This