Selecteer een pagina

Leeswijzer: Tijd en ruimte in beleving en vermaak

Algemeen

Tijdens de afgelopen vakantie ben ik (weer eens) geconfronteerd met wat ik zelf altijd gezien heb als het door de stad leeggezogen platteland. Het bleek namelijk in het landelijke Jablines (een kleine 20 minuten treinen vanaf Place de la Nation te Parijs), noch in aangrenzende dorpen, mogelijk een getapt biertje of vers croissantje te kopen, een zondagsmis bij te wonen of van de plaatselijke fanfare te genieten. Parijs is niet de enige verklaring voor het platteland als ijle sociaal-culturele zone. De belangrijkste verklaring is eerder het prestigieuze en ultramoderne Val dEurope: de grootste supermarkt van Europa (Auchan), gelegen in een hypermoderne shopping Mall, via een reeks overdekte terrassen met veel keuze in eetgelegenheden, gelinkt aan La Vallee Outlet Shopping Village (vos grandes marques prfres, prix rduits toute lanne), gelardeerd met leisure-voorzieningen als Sealife. Dit alles inclusief uitstekende infrastructuur voor zowel publiek als privaat vervoer, op letterlijk een steenworp afstand van Disneyland Parijs. En ver weg van de bewoonde wereld. Een indrukwekkend staaltje van moderne stedenbouw, gebaseerd op leisure en beleving.

Op de camping in Jablines in een bocht van de Marne, onder het licht van het steevast om 11 uur s avonds exploderende vuurwerk van Disneyland, las ik Op het dorp van Math Wijnands. Hierin beschrijft hij de teloorgang van traditionele voorzieningen en activiteiten als het stamcaf, de kruidenier, de warme bakker, de kerk, het Oogstdankfeest en de ontroerende pogingen van uitbaters en liefhebbers om deze in stand te houden. Natuurlijk is het zo dat het met de welvaartsgroei gepaard gaande hogere opleidingsniveau meer cultuurgoederen binnen het bereik van mensen brengt. Natuurlijk is het zo dat de vrijetijdsindustrie daarom steeds meer vrijetijdsattributen en -activiteiten op de markt brengt die gretig aftrek vinden. En we weten inmiddels allemaal wel dat met de welvaartsgroei bovendien de levensbeschouwelijke (o.a. religieuze) restricties op de vrijetijdsbesteding verminderen, waardoor individuele orintaties sterk in belang toenemen. Kortom, er is de laatste jaren sprake van een sterke pluriformisering van de westerse bevolking, waardoor verschillende leefstijlen ontstaan met hun eigen gedragingen en behoeften, en met een gedifferentieerde markt die zich op de relevante segmenten richt. Leefstijlen die zich richten op vermaak en beleving.

Maar er is nog iets anders aan de hand. De door Wijnands genoemde activiteiten kenmerkten zich door gebondenheid aan tijd en ruimte (denk aan het Oogstdankfeest), en op de plekken sloegen tijd en ruimte neer (matinee met de kermis in het caf, de bedrijvigheid bij bakker en slager rond de tijd dat de kinderen hun eerste communie deden). Elk dorp had zijn typerende voorzieningen en activiteiten, waardoor zij zich van andere dorpen onderscheiden.
De huidige fun- en pretcultuur zijn vooral belevingen los van tijd en ruimte. Henk Hofland duidt het in VPROs De Nieuwe Wereld van
3 juni jongstleden magistraal als directe bevrediging van kortstondige behoeften, gelijk te stellen met zaken als vraatzucht en porno.
Kenmerkend voor de pret- en funcultuur is verder dat mensen snel genoeg hebben van die ene beleving. De achtbaan moet hoger, de horror bloederiger, de special effects extravaganter, de sensatie heviger, de wijn Australischer, de olijven ansjovissiger. Pret en fun zijn derhalve inflatoir, wat de temporele en ruimtelijke onthechting versnelt.
Hoe de orintatie op vermaak en beleving zich verder ontwikkelt, is ongewis. Wijnands is optimistisch. Hij constateert een transformatie van traditionele activiteiten naar 21ste eeuwse varianten, richt zijn hoop op vrijwilligers, en verwijst naar de emancipatorische werking van aan de eigen tijd en ruimte refererende bands als Rowwen Hze en Blf.
Maar, intussen is in augustus in Lelystad, buiten de stad en nagenoeg onbereikbaar per openbaar vervoer, het factory outlet centre Batavia Stad geopend.

Auteur: Jos Gadet – gdtmb@hetnet.nl
Referenties: naar aanleiding van: Wijnands, M. (1998), Op het dorp. Leven in de kleine Limburgse gemeenschappen. Maastricht: TIC
468

Reactie verzenden

Share This