Leisure is leuk en inspireert ons, het brengt ons in contact met anderen en maakt ons leven beter. Maar welke diepere betekenissen liggen verborgen in deze activiteiten? Hoe kunnen eenvoudige hobby’s en grote evenementen, sport en kunst, en alles daartussenin, een bijdrage leveren aan het leiden van een goed leven? In het boek ‘Philosophy of Leisure: Foundations of the Good Life’, analyseren Johan Bouwer (lector Ethiek in Onderneming en Professie, NHTV) en Marco van Leeuwen (senior docent filosofie en coördinator van de universitaire bachelor ‘Leisure Studies’, NHTV) kernthema’s uit de lange traditie van de westerse filosofie – vrijheid, betekenisvolle ervaringen, persoonlijke identiteit en ethiek – om uit te kunnen leggen hoe leisure een centrale plaats inneemt in hoe wij onze levensstijl vorm geven.
Enkele uitdagingen zullen de komende jaren binnen de vrijetijdwetenschap, filosofie, psychologie en sociologie belangrijk zijn – de rol van online leisure en belichaming, de zoektocht naar spirituele groei, de voorwaarden voor het maximaliseren van welzijn – en hoe leisure kan helpen in het activeren en kanaliseren van de kracht van verhalen, speelsheid, creativiteit en inspirerende sociale interactie, om daarmee de wereld beter te maken.
Het idee bestaat dat leisure studies als discipline wel een nieuwe impuls kon gebruiken. Veel kernbegrippen uit leisure studies zijn vooral sociologisch van karakter, en bovendien niet altijd meer up-to-date. De ambitie is voor dat alles een moderner alternatief te bieden, op basis van een breed filosofisch perspectief.
Marco van Leeuwen:
Philosophy of Leisure: Foundations of the Good Life (2017) heeft als doel de onderliggende krachten en ontwikkelingen van leisure filosofisch te doordenken. Die analyse heeft een gereedschapskist van begrippen opgeleverd waarmee aan concrete, vrijetijd gerelateerde verschijnselen de nodige duiding gegeven kan worden.Het vertrekpunt van de analyse is een karakterisering van vrijetijdsgedrag in het heden. Het tijdperk dat door de socioloog Hartmut Rosa omschreven wordt als een ‘frenetic standstill’ (gehaaste stilstand): alles is in beweging, maar er is weinig belangrijks dat echt fundamenteel verandert.
Tot grofweg het midden van de twintigste eeuw was het zo dat de maatschappelijke klasse waarin je geboren werd, denk aan je welvaartsniveau, culturele en religieuze achtergrond, geografische locatie, sterk bepalend was voor de keuzes die beschikbaar waren in je vrije tijd. Tegenwoordig, echter, ligt de wereld voor ons open: het Internet toont ons de wereld, de auto, de trein en het vliegtuig brengen ons daar, en het wegvallen van veel maatschappelijke kokers heeft ervoor gezorgd dat het ons min of meer vrij staat om te kiezen wat we willen beleven. En het is die belevenishonger die veel vrijetijdsgedrag kenmerkt.
Ondanks die vergrote vrijheid blijven bepaalde patronen van kracht, en die patronen kunnen ons helpen dat vrijetijdsgedrag te begrijpen: wat we willen beleven komt voort uit wat ons lichaam – onze gevoelens, emoties en intuïtieve reacties – ons laat beleven. Bovendien is die beleving zelf een structurerende factor: binnen de ‘onderbepaaldheid’ van die vrije keuze wordt de kwaliteit van de beleving voor eenieder persoonlijk een sturend principe. We kiezen die vrijetijdsactiviteiten die de kwaliteit van onze beleving – van ons leven – het beste vergroot.
Veel vrijetijdsactiviteiten zijn ‘speels’, kennen een spelelement. Dat spelen betekent experimenteren met beleving en het verkennen van verschillende levensverhaallijnen. Vrije tijd stelt ons zo in staat uit te zoeken en ook tot uitdrukking te brengen welke activiteiten, welke belevingen het beste corresponderen met wie wij zijn. Dat betekent bovendien dat vrije tijd uiteraard soms simpelweg ‘fun’, maar soms ook bijzonder belangrijk kan zijn. Vrije tijd nodigt ons uit om op zoek te gaan naar wat we fijn, mooi en belangrijk vinden. En als we dat over onszelf geleerd hebben kunnen we de vrijheid van vrije tijd gebruiken om juist die keuzes te maken die dat fijne, mooie en belangrijke dichterbij brengen – voor onszelf en voor de mensen die belangrijk voor ons zijn.
Het klassiek-Griekse begrip ‘skhole’ is dus alsnog een goede karakterisering van leisure: het inzetten van de vrijheid van vrije tijd om jezelf en het leven beter te maken. Ethiek is hier van bijzonder belang: een mooi leven is een moreel leven. Vrije tijd – leisure – kan zo begrepen worden als het fundament van het goede leven, als de bron van onze zoektocht naar ‘the important’.
Dit lijkt een vrij abstract verhaal, en tot op zekere hoogte is het dat ook: het gaat om het ordenen van begrippen, en het doorzien van wat die begrippen impliceren in een breder verband. Het resulterende beeld betreft de diepere en bredere betekenis van vrije tijd als fenomeen, als praktijk, en als fundamenteel aspect van het mens-zijn. De gevonden verzameling filosofische inzichten is echter niet een eindproduct, maar kan juist een middel zijn om de praktijk op een steviger begrippenfundament tegemoet te kunnen treden. Het biedt een stevigere verankering van belangrijke leisure-thema’s zoals authentieke, betekenisvolle ervaringen; de ethiek van vrije tijd en (corporate) social responsibility; sociale innovatie en co-creatie; en storytelling als gereedschap voor de vrijetijdsprofessional.
Praktische vragen
Bij wijze van praktische handreiking volgen nu enkele vragen, die voortvloeien uit de analyse van de menselijke natuur zoals die in ‘Philosophy of Leisure: Foundations of the Good Life’ vorm krijgt.
Vanuit een idealistische insteek kan er met vrije tijd als instrument (met daarbinnen onder meer de betekenisvolle ervaring, zelfexpressie, het faciliteren van co-creatie en ontmoeting, en het vergroten van kwaliteit van leven) actief gewerkt worden aan een betere wereld, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg of de liefdadigheidssector. Worden leisure-managers op scholen voldoende getraind in het doorzien en aansturen van dit soort kansen? Zijn leisure-bedrijven voldoende zelfsturend en -lerend, en zijn ze gepositioneerd in de juiste netwerken om dergelijke kansen te kunnen verzilveren? Moeten leisure-professionals zich überhaupt een dergelijke verantwoordelijkheid aanmeten? Deze verantwoordelijkheid gaat immers verder dan de eerdergenoemde verantwoordelijkheid van de leisure-producent voor het welzijn van zijn klant, en de rol van vrije tijd in diens leven.
De vrijetijdssector is in beweging – zoals ze dat eigenlijk altijd is. Bij het zoeken van een passende richting doen zich vele vragen voor. Sommige van die vragen zijn hierboven in embryonale vorm gesteld. We hebben als sector (ondernemers, aangevuld met onderzoekers en studenten als toekomstige leisure-professionals) veel om over na te denken!
NB: dit artikel verscheen eerder in het magazine Uncover ‘de waarde van vrijetijd’ van Academy for Leisure NHTV.