Selecteer een pagina

Maastricht: obstakels en kansen

tot Europese culturele hoofdstad 2018

Marketing

De titel Culturele Hoofdstad van Europa bestaat sinds 1985. In 2005 is er een roulatiesysteem opgezet, zodat ieder jaar twee landen aan bod komen. Vóór die tijd moesten steden zelf lobbyen in Brussel. Nederland is samen met Malta aan de beurt om in 2018 de Culturele Hoofdstad te leveren. Naast (de regio) Maastricht dingen in Nederland nog andere steden en regio’s mee om de titel Culturele Hoofdstad: Den Haag, Utrecht, regio Friesland en een samenwerkingsverband van een aantal Brabantse steden. Almere trok zich onlangs terug als kandidaat vanwege de te verwachten bezuinigingen.

MMNieuws interviewde een aantal direct betrokkenen om een beeld te schetsen van de obstakels en kansen van Maastricht bij de uitverkiezing tot Europese Culturele Hoofdstad 2018: Esther Saris, sinds twee jaar hoofd marketing & communicatie VVV Maastricht en Maastrichts Uitburo, Leo Swinkels, directeur Toneelacademie Maastricht, hoofd cultuur van de gemeente Leo zum Vörde en cultuurwethouder Jacques Costongs en Guido Wevers, de artistieke aanjager van regio Maastricht Culturele Hoofdstad.

Verborgen schat
Guido Wevers was meer dan dertig jaar werkzaam als artistiek leider, regisseur en directeur bij verschillende gezelschappen in Nederland en België. Hij schreef een artistiek plan dat richting geeft aan het project 2018 en treedt op als ‘kwartiermaker’ voor Maastricht Culturele Hoofdstad. Wevers: ‘Culturele Hoofdstad is voor ons een instrument om niet alleen de bevolking van Maastricht, maar die van de hele Euroregio de weg te wijzen om om te gaan met de vragen van de toekomst. We beschouwen dat plan vooral als een instrument om in dit gebied een mental shift teweeg te brengen.’

In hoeverre is Maastricht in staat om als culturele hoofdstad over dat regionale heen te stappen en uit te reiken naar de rest van Europa?
Er liggen grote drempels, maar wanneer we daarbij blijven zitten, hebben we een probleem. Ik zie in zo’n groot instrument als Culturele Hoofdstad de mogelijkheid om een beslissende stap vooruit te doen. Het beste voorbeeld van alle culturele hoofdsteden is wat dat betreft Lille. Daar hing voorheen een soort grauwsluier omheen. Als je er nu komt, hangt er een volwassen trots. Dat is niet alleen omdat Lille culturele hoofdstad is geweest, het heeft er ook mee te maken dat er geïnvesteerd is.
Wij zijn niet uit op een feestje, straks in 2018, we zijn werkelijk van plan om cultuur in de stad te funderen. Ik noem die hele tocht ook Expeditie VIA 2018: we gaan op weg. Wij gaan met een reeks van projecten de bevolking en het culturele veld bevragen over wat zij als de werkelijke vraagstukken van dit gebied beschouwen. Op basis van die uitkomsten schrijven we ons bidboek.

We hebben nu twee thema’s centraal gesteld. Als eerste thema ‘I am cultural capital, you’re cultural capital, we are cultural capital’. Met andere woorden: de bevolking is de culturele hoofdstad. Dat is een belangrijk thema, want dat gaat over participatie en over identiteit. Een van de grote problemen op dit moment is hoe we in het Westen moeten omgaan met integratie. Dat is een thema dat hier ook speelt, en dat fundamenteel is in de Euroregio. Het tweede thema is uiteraard die Euroregio zelf – wat is daarvan de essentie? Het klinkt wat dik, maar dit kan een soort laboratorium voor Europa zijn. Paul Scheffer heeft laatst nog betoogd dat er niet minder, maar meer van Europa moet komen. We moeten binnen dit Avondland een organische vorm vinden om met elkaar om te gaan, zodat dat beklijft en deel van onze dagelijkse praktijk wordt. Daarvoor moeten we energie in Europa stoppen.

Er wordt in nota’s en notities vooral ook gesproken over de economische aspecten die ontwikkeld moeten worden. Het economisch effect is een mogelijk gevolg van de impuls die je met het culturele programma van Culturele Hoofdstad geeft. Als je de bevolking van een bepaald gebied niet de instrumenten geeft om om te gaan met de vragen van de toekomst zul je nooit een dynamisch vestigingsklimaat krijgen. Op Nederlandse schaal liggen wij in de regio Maastricht ver achter waar het het aantal banen betreft. Als het zou lukken om de fysieke grenzen – de landsgrenzen – te doorbreken, dan komen wij in één keer vooraan te zitten met potentie aan arbeidplaatsen.

Nieuwe visie op de rol van cultuur voor de samenleving
De nota Culturele Carrières van Leo zum Vörde heeft een belangrijke impuls gegeven om een kandidatuur voor Culturele Hoofdstad te overwegen.
Leo zum Vörde: Net als in veel steden was er ook in Maastricht sprake van drie fases in het cultuurbeleid. In de eerste fase draaide het om de intrinsieke waarde van cultuur. Een jaar of zeven geleden kwam er een intensivering in het denken over de rol van cultuur in een stedelijke samenleving. Het ging daarbij om het belang van de cultureel omnivoor, van de plek en van de concurrentiepositie van cultuur tegenover andere vrijetijdsbestedingen. Cultuur was in een kritische marktpositie terecht gekomen, ten opzichte van sport, ten opzichte van RTL 4. Het was duidelijk dat wij onze legitimatie, onze strategieën en ons idioom opnieuw moesten definiëren. Reinvent yourself, dat was eigenlijk de opdracht toen ik hier kwam. Breng de sector kunst en cultuur hoger op de maatschappelijke en politieke agenda. Fase drie gaat over culturele carrières – carrières voor bewoners, bezoekers, makers en de stad als zodanig. Daarbij gaat het niet alleen over de marktpositie van cultuur, maar ook de competenties die dat vergt. Het gaat nog duidelijker over de articulatie van de rol van cultuur in de stad. Het gaat enerzijds om het verband tussen cultuur en sociale stijging – dus om de vraag wat cultuur daarvoor kan betekenen – en anderzijds om de rol van de cultuur in de stedelijke, fysieke en economische ontwikkeling. Je hebt plaatsen nodig in de stad waar een nieuw soort sociale transacties plaatsvinden. Voorbeelden van nieuw ontwikkelde culturele brandpunten in de stad zijn het AINSI project en de Timmerfabriek. Daar vindt een nieuw soort mensen een plek om elkaar te treffen – iets wat je in andere steden ook ziet.

Steden die juist in tijden van crisis investeren in cultuur komen daar als eerste en als beste uit wat betreft werkgelegenheid en economische ontwikkeling. Wat gaat Maastricht doen?
Jacques Costongs: Toen ik in 2004 wethouder werd, hadden we net een nieuwe stadsvisie. We stelden ons de vraag: als we Maastricht bekijken, wat valt dan op? Het antwoord was dat Maastricht alle ingrediënten heeft om een cultuurstad te zijn. Maar als ik aan iemand uit Groningen of Amsterdam vroeg of Maastricht een cultuurstad was, dan zag je ze even twijfelen. Het ging dus om een strategie te formuleren om Maastricht te laten herkennen als cultuurstad.

Het tweede wat we constateerden was dat de Maastrichtse samenleving een grote mate van sociale ongelijkheid kent. Sociale stijging is voor Maastricht dus een heel actueel begrip. We kregen zo een concept te pakken dat sociale dynamiek impliceert. Dat heeft niet alleen betrekking op culturele carrières – het heeft impact op de hele samenleving. We begrepen dat we er dus voor moesten zorgen dat we een soort vehikel kregen om dat idee van cultuurstad te bereiken én om de bevolking mee te krijgen in die ontwikkeling. Toen is de discussie ontstaan over Europese Culturele Hoofdstad, niet als een evenement, maar als een proces dat je inzet.

Investeren in cultuur staat in deze tijd van bezuinigen onder druk. Zo is bijvoorbeeld de VVD in Maastricht kritisch over het plan Culturele Hoofdstad.
Costongs: Het levert een kleine bestuurlijke paradox. Wij kijken met een bezuinigingsbril op naar alle uitgaven, dus ook die op het gebied van cultuur, maar dan zo dat ik ruimte houd om culturele investeringen te doen. Dat cultuur er redelijk uit zal komen is een belang van de langere termijn. We hebben immers de ambitie om een cultuurstad te worden. Als je cultuurstad bent, dan ben je voor hen die hier willen komen wonen en werken of vertoeven aantrekkelijk. Maastricht Culturele Hoofdstad is daarmee meer dan een leuk tussenstapje. Volgens mij is de VVD niet echt tegen, ze hebben alleen wat reserves en stellen de vraag: wat gaan we daaraan uitgeven? Dat is een legitieme vraag, wanneer je bedenkt dat we in Maastricht de komende jaren 30 miljoen moeten bezuinigen op een totale begroting van 450 miljoen.

Europese touch
Leo Swinkels is al meer dan 17 jaar directeur van de Toneelacademie Maastricht. Hij benadrukt al evenzeer de noodzaak tot (regionale) samenwerking als de andere geïnterviewden in het kader van Maastricht Culturele Hoofdstad. Swinkels: Je kunt niet anders dan samenwerken, want een stad van 120.000 inwoners bezit niet genoeg kritische massa. Je bent qua productiecapaciteit, maar ook qua receptie, ofwel publieksaantallen, toch te klein. Dat hele culturele hoofdstad verhaal is een instrument in de transformatie van de regio. Maastricht heeft alleen maar toekomst als de stad echt investeert in de kennisindustrie. Dus in de universiteit, de hogeschool en wellicht een stukje creatieve industrie. Het grootste probleem zijn toch de landsgrenzen en de regeltjes en regelgeving die er altijd tussen zitten bij samenwerken. En samenwerking is één, maar samen geld investeren is twee. De manier van werken in Nederland is totaal anders dan in Duitsland, laat staan in het Franstalige België. Je loopt tegen veel bureaucratie aan.

Als je hier als jonge starter een opdrachtgever vindt, net over de grens, dan is het financieel en belastingtechnisch lastig te regelen. Het gevaar daarvan is dat die regio een doffe regio wordt en dat jong talent wegtrekt. In het kader van Culturele Hoofdstad zou de regio de status moeten krijgen van een economische proefregio, waarin een aantal regels aangepast worden aan grensoverschrijdende samenwerking. Guido Wevers houdt sinds hij kwartiermaker voor Maastricht Culturele Hoofdstad is een sterk pleidooi voor de Europese identiteit van die regio. Ik vind dat geen verkeerde gedachte. Er zijn immers zoveel steden in Europa die in grensgebieden liggen en overgangsgebieden zijn. Dit is een typische streek, met een echte Rijnlandse cultuur, maar Maastricht kent ook een stevige Franse invloed. Maastricht is een Hollandse stad en tegelijk de meest Europese stad van Nederland. Dat is een interessante mix. Er zit een mooie Europese touch aan deze stad: het Franse, het Duitse gedachtegoed is hier eigenlijk altijd dichtbij. Dat merk je op straat en in de dagelijkse omgang met mensen.

Welke belangrijke ontwikkelingen zijn er voor de Toneelacademie in kader van Culturele Hoofdstad?
Dat is de ontwikkeling van het Quartier des Arts, waarbij je studeren, werk, horeca intensiever bij elkaar brengt en zo meer herkenbaar maakt voor het publiek. Verder speelt ook de ontwikkeling van een Engelstalige internationale kunstopleiding, of in ieder geval een Europese opleiding. Als je een bepaald percentage van die studenten hier wilt houden, dan is werkgelegenheid nodig. Dan moeten er bedrijven of instellingen zijn die die kennis nodig hebben, of moet je interessante mogelijkheden hebben, voor afgestudeerden die starten. Die kansen zijn nu lastig, vanwege het kleine achterland.

Ik geloof niet dat mensen naar een stad toegaan omdat het cultureel zo’n leuke stad is. Ze gaan naar een stad omdat ze er een interessante job kunnen krijgen. En als ze dan een regio moeten kiezen, bijvoorbeeld Haarlem of Almere, dan zullen ze misschien vaker voor Haarlem kiezen, wegens de historische waarde van de stad en de voorzieningen die daar zijn, dan dat ze naar Almere gaan. Ik geloof niet dat mensen hier naartoe komen omdat André Rieu hier vijf concerten per jaar houdt, hoe fijn dat ook is voor de citymarketing.
Culturele hoofdstad, werpt dat zijn licht al vooruit?

Zeker, ik ben bestuurslid van het KOM, Kultureel Overleg Maastricht, en we zijn daarin vrij actief geweest, ook om het proces vanuit de culturele instellingen te stimuleren. Zo hebben we een buddyproject gedaan met alle raadsleden. Elk lid van een culturele instelling moest als buddy met een raadslid naar minimaal vier culturele initiatieven toe. Gewoon ’s avonds op stap dus met dat raadslid, want veel van hen, zelfs van de Commissie Welzijn die een vooradvies moesten geven over het plan, hebben nauwelijks tijd voor cultuurbezoek. Sommigen waren nog nooit in het Theater aan het Vrijthof geweest, nota bene hun eigen stadsschouwburg, die op de gemeentelijke begroting staat!

Verbinding met de regio
Esther Saris heeft vanuit haar huidige én vanuit haar vorige baan – ze was negen jaar hoofd sponsoring, marketing en communicatie bij het Bonnefantenmuseum – een heldere kijk op het belang van cultuur voor het toerisme vanuit en binnen de regio Maastricht.
Wat zijn de huidige toeristische en culturele trekkers van Maastricht en wat doet dat voor de perceptie en de positie van de stad in de regio?
In de perceptie van mensen verder weg zijn het Bourgondische, het culinaire en shopping in de compacte historische stad de thema’s die Maastricht kenmerken. De grote uitzondering is André Rieu – dat is dé culturele ambassadeur, ook internationaal. In mijn beleving is die van onschatbare waarde voor Maastricht. Dat neemt niet weg dat er ook high culture elementen zijn die meer op de voorgrond gezet zouden moeten worden.
Culturele parels van nu zijn de festivals, zoals Musica Sacra Maastricht, de Nederlandse Dansdagen, festival jong! en Maastricht Toneelstad Festival. En dan is er de TEFAF, met het Tijdenstefaf festival. Het Bonnefantenmuseum is een belangrijke parel voor de beeldende kunst. Verder zijn hier vier kunstfaculteiten en de Jan van Eyck academie – er loopt nogal wat creativiteit rond in deze stad! Maastricht telt ongeveer 15.000 studenten, waarvan een deel afkomstig is uit de regio. Het blijft zaak om die na hun afstuderen te binden aan de stad. Dat heeft bijvoorbeeld met opdrachtgeverschap te maken. Het is dus goed dat er productiehuizen zijn zoals Opera Zuid, Huis van Bourgondië en Toneelgroep Maastricht. En er komen steeds meer verbindingen over de grens en samenwerkingsprojecten met andere makers in de regio.
Een voorbeeld van onze rol in dit proces: dit jaar steunden wij de FashionClash, een initiatief van jonge afgestudeerde modeontwerpers bij de academie, die hier graag willen blijven wonen en zich afvroegen hoe er een beter klimaat voor opdrachten zou kunnen ontstaan. Het evenement staat voor alles waar mode mee in aanraking kan komen. Ze hebben niet een traditionele catwalk en geen grote namen, maar ze hebben wel – dit jaar voor de tweede keer – heel veel modeontwerpers van heel verschillende niveaus en disciplines, maar met een geheel eigen kwaliteitsnoemer, bij elkaar gebracht. Het evenement vindt plaats in de Timmerfabriek, een aansprekend voorbeeld van een creatieve broedplaats. Deze ontwerpers nemen nadrukkelijk het heft in eigen handen om ervoor te zorgen dat hier een modeklimaat ontstaat.
Wat zijn de doelstellingen van VVV/Maastrichts Uitburo in verband met Maastricht voor Culturele Hoofdstad ?
De kandidatuur van Maastricht voor Culturele Hoofdstad biedt een kans bij het versterken van de verbindingen met de regio. We wonen in een regio met 3,7 miljoen mensen. Ik denk dat het voor de bevolkingscijfers en werkgelegenheidcijfers van belang is dat de verbindingen met het achterland beter ontwikkeld zouden worden.
De markt van Maastricht ligt voor een groot gedeelte in het buitenland. De specifieke ligging – de zuidelijkste ligging in de laars van Nederland – bepaalt niet alleen de markt voor de horecaondernemers en voor de winkeliers, maar ook voor de culturele sector. Het is aan ons als VVV om daar verbindingen in te leggen, daarin de samenwerking op te zoeken met de regionale partners en vooral ervoor te zorgen dat iedereen weet dat er een aantrekkelijk aanbod ís. We moeten de marketingcommunicatie richten op de 3,7 miljoen inwoners van die grotere regio.De website van de VVV Maastricht trekt meer dan een miljoen bezoekers per jaar. Als je die cijfers analyseert, zie je dat er steeds meer bezoekers komen voor cultuur. Nu kent niet alleen Maastricht maar de gehele regio een rijk cultureel aanbod, maar er ontbreken twee essentiële dingen: dat is bereikbaarheid (vervoer) en informatievoorziening. We hebben de ambitie om in de informatie-infrastructuur naar één regio te gaan, met één database, waarin het cultuuraanbod uit de hele regio verzameld wordt. Wat ons voor ogen staat in het kader van de drie grote citymarketingthema’s – wonen, werken en bezoeken – is hoe je ervoor kunt zorgen dat Maastricht zich samen met de regio zo positioneert als een aantrekkelijke omgeving met een goede work/life balance is. Dat is ook voor investeerders aantrekkelijk.
Denk jij dat al die dingen die je opnoemt, makkelijker tot stand gaan komen als Culturele Hoofdstad doorgaat?
Absoluut! Je ziet het nu al! Ik vind dat er al enorm veel op gang is gebracht. Als je kijkt naar culturele instellingen, de bereidheid tot samenwerking die gezocht wordt. Ik denk dat Maastricht Culturele Hoofdstad een belangrijke impuls is en een belangrijke nieuwe voedingsbodem biedt om de regio op de kaart te krijgen voor wonen, werken en – vanuit míjn perspectief – bezoeken.
In welke fase van het proces zitten jullie nu?
Er komt nu een belangrijke fase aan. Er is een stichting, een directie, er moet een artistiek directeur benoemd worden. En die moeten gaan communiceren met iedereen. Het zal veel tijd kosten om al die partijen bij elkaar te houden. Want het zijn allemaal organen met een eigen achterban. Iedereen kijkt altijd naar zijn eigen belang. Dus dat vereist een zorgvuldige regie, ook op cultuurtoeristische promotie. Het zou goed zijn als Guido Wevers artistiek directeur wordt in het vervolgtraject. Hij heeft in de regio al veel enthousiasme gekweekt, het zou goed zijn als hij, in ieder geval tot 2014 het fundament kan leggen voor een succesvol vervolg in 2018 zelf.

Synergie
Maastricht investeert veel in alleen al de kandidaatstelling voor Europese Culturele Hoofdstad, in plannen, contacten, in accommodaties en vooral in een strategisch beleid. De kandidaatstelling heeft al veel losgemaakt en heeft voor nodige samenwerking gezorgd binnen Maastricht zelf. Gezien de unieke ligging en de wederzijdse afhankelijkheid met de regio is Maastricht een mooi voorbeeld van het soort steden dat de komende decennia de meeste kans maakt voor de titel Culturele Hoofdstad. Voorwaarde is dat de onderlinge eenheid van de samenwerkingspartners, met Maastricht als primus inter pares, synergie oplevert. Dat een deel van die regionale partners over de landsgrenzen ligt, maakt de ambities om als winnaar uit de strijd te komen, alleen maar sterker, gezien de oorspronkelijke doelstellingen van het programma Europese Culturele Hoofdstad.

Auteur: Menno Heling

468

Reactie verzenden

Share This