Cultureel ondernemerschap van non-profit organisaties vraagt een andere, meer ondernemende competenties. Het vraagt om inzicht in het eigen marktaanbod versus concurrende sectoren. Op de markt van de vrijetijdsinvulling hebben grote veranderingen plaatsgevonden. Dat vereist een andere benadering en onderzoek naar gebruikers en bereik. Met die kennis zijn de unieke waarden van een organisatie veel beter te bepalen. Die waarden zijn op hun beurt weer de basis voor het uitzetten van een strategie om bedrijven te kunnen binden in partnerships. De goede match te vinden, daar gaat het om.
De waarde van een culturele onderneming ligt over het algemeen vooral in de inhoudelijke impact. Toch is helder inzicht in de sociale en financiële waarden net zo noodzakelijk om je als organisatie goed te positioneren en een zakelijke gesprekspartner te kunnen zijn voor bedrijven. Het Breda International Photo Festival bijvoorbeeld richt zich vanuit zijn rol als aanjager van maatschappelijke thema’s op bedrijven die deze waarden onderschrijven in hun missie. De maatschappelijke opvang in de Kop van Noord-Holland heeft mede-investeerders gevonden in bedrijven die zich verantwoordelijk voelen voor de sociale waarde van een veilige leefomgeving.
Marjorie van Geenhuizen:
De overheid propageert en stimuleert volop het cultureel ondernemerschap, om de subsidie afhankelijkheid te verminderen. Maar in dat kader is er nog veel te verbeteren aan goed opdrachtgeverschap en meer ontwikkelingsmogelijkheden. Goed ondernemerschap kan immers niet bloeien zonder risico.Risico’s nemen
Voor partnerschappen met het bedrijfsleven is creativiteit en ondernemendheid nodig. De meeste subsidieregelingen bieden echter te weinig ruimte voor ontwikkeling en verandering. Onder de druk van de bezuinigingen van de laatste jaren worden zakelijke risico’s zoals het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten niet geaccepteerd. Daarbij kan er te weinig eigen vermogen woren opgebouwd, omdat de (veelal verouderde) grondslagen van de subsidieregelingen gebaseerd zijn op output. De overheid propageert en stimuleert volop het cultureel ondernemerschap, om de subsidie afhankelijkheid te verminderen. Maar in dat kader is er nog veel te verbeteren aan goed opdrachtgeverschap en meer ontwikkelingsmogelijkheden. Goed ondernemerschap kan immers niet bloeien zonder risico. Zo zouden subsidies – of delen daarvan – ingezet moeten kunnen worden voor het aantrekken van stakeholders uit het bedrijfsleven. Goede voorbeelden daarvan zijn de door de provincie Noord-Brabant geïnitieerde Impulsregeling, het Brabant C Fonds en de Cultuurlening van Cultuur-Ondernemen.
Investeren in speurwerk
Het Nederlandse bedrijfsleven doneert jaarlijks bijna 1.4 miljard euro aan non-profit doelen. In het bedrijfsleven is een groeiend besef dat het bij rendement niet alleen gaat om financiële winst maar ook om het bereiken van maatschappelijk doelen, ook wel bekend als Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Het geven aan non-profit organisaties en doelen kent vele vormen, van het doneren van geld tot het inzetten van werknemers, gezamenlijke marketing of het ontwikkelen van nieuwe producten.
Het vinden van geschikte partners vereist een gedegen voorbereiding. Het kost niet alleen tijd en geld, maar vergt ook betrokkenheid, aandacht en oprechte interesse in het bedrijfsleven. Eerste vereiste is een goed businessplan met een heldere financiële structuur en een gedegen ingericht wervingsproces. Hoewel daarmee de eerste stap gezet is, vereist het vinden van de juiste partners bij een culturele organisatie veel en gefaseerd speurwerk. Het enige échte goede motief voor een partnerschap is een match in waarden tussen beide ondernemingen. Zo vond de Koninklijke Bond voor Zang- en Oratoriumverenigingen een grote audicien als partner in de gedeelde waarde van ‘beter horen’. Daarnaast is ook het opbouwen en onderhouden van een goed relatienetwerk nodig. Voor beide partijen is het aantrekkelijk als de ander gekend en herkend wordt, en in die bekendheid moet geïnvesteerd worden.
Leg de lat niet te hoog en wees realistisch. Het organiseren van een aantal sessies met buitenstaanders kan helpen om helder te krijgen of de propositie landt bij derden. Oftewel, creëer je eigen weerstand. Ten slotte is een goede werving niet alleen een zaak van de directie, maar een activiteit waar de hele organisatie van doortrokken moet zijn.
Meer dan geld
Partnerschap met bedrijven vormen altijd een onderdeel van het totaal aan omzet van een cultuurbedrijf. Het kan bijvoorbeeld een gunstigere in- en verkoop van producten betekenen, met een hogere winstmarge voor de culturele organisatie. Of het kan een kansrijk onderdeel van het structurele verdienmodel van organisaties vormen. Het bedrijfsleven heeft de cultuursector dan ook vele mogelijkheden te bieden, vooral nu de economie zich herstelt. De cultuursector biedt juist die extra impact waar het bedrijfsleven behoefte aan heeft. Partnerschappen kunnen de maatschappelijke positie van culturele organisaties versterken, waardoor zij zich beter kunnen verankeren in communities van gebruikers. Goede partnerships – met respect voor elkaars eigenheid – reiken verder dan geld, goederen of diensten. Dee meerwaarde ligt in de verbinding van twee werelden: in begrip voor elkaars beweegredenen, in uitwisseling van ideeën en inspiratie.