Selecteer een pagina

Media & entertainment in 2020

Algemeen

‘The medium is the message’, zei Marshall McLuhan in 1960, toen hij constateerde dat de introductie van een nieuw medium in de geschiedenis steeds een grotere impact heeft gehad op de maatschappij dan de boodschap die via dat nieuwe medium de wereld in werd geslingerd. Die boodschap was namelijk al bekend: film was bij introductie vooral een nieuw podium voor toneel, en later werd televisie het nieuwe podium voor films. En computers? Computers zijn onder andere het medium voor televisie geworden, maar ook voor films en muziek, en het internet voegt aan het medium het begrip ‘interactief’ toe. Internet is het eerste medium waartegen je kunt terugpraten. En dat terugpraten is iets wat we de komende tien jaar waarschijnlijk nog veel meer gaan doen.

De sprong naar het jaar 2020 nemen we met een aanloop door te kijken naar ontwikkelingen in de kunst en de media over de afgelopen tien, vijftien jaar. Daarvoor openen we een paar oude websites. We gooien namelijk niets weg op internet, ook websites worden keurig gearchiveerd.

Actuele kunst, cultuur en debat kregen op het internet in 1996 een digitaal platform op de website van de VPRO. De website is een verlengstuk van de inhoud van de programma’s, en een extra dienstverlening voor de trouwe achterban. 

In hetzelfde jaar 1996 bood Microsoft de gelegenheid om een (gratis!) startpagina te maken, waarop we in één oogopslag de voor ons belangrijkste informatie konden vinden. De eerste gepersonaliseerde dienst op internet, die ons helpt doelgericht te zoeken op het web.

Zaterdag 25 augustus 2001 word ik op de website van RTL uitgenodigd om zelf een nieuwsbericht te maken en op te sturen. Dat bericht  kan dan geplaatst worden op Vox Populi. ‘Uw Krant’, en misschien wel de eerste interactieve digitale krant van Nederland. 

Inmiddels is onze startpagina gepersonalseerd door Google, het bedrijf dat het vinden van informatie tot een kunst heeft verheven. Mijn gepersonaliseerde iGoogle startpagina is samengesteld uit elementen van allerlei sites. Een persoonlijke keuze van nieuwsonderwerpen, radiozenders en televisieprogramma’s horen daarbij.
Op zijn website van 14 september 2000 zie ik dat het Virtueel Platform een netwerk is voor beleid en samenwerking op het gebied van nieuwe media en levende cultuur in Nederland, met als doel cultuur en kunst vrij toegang te geven tot informatie en communicatie technologie.

Tien jaar later ziet het Virtueel Platform kunst en cultuur als een belangrijke bron van innovatie voor de versmelting van nieuwe media en levende cultuur. De daaruit resulterende e-cultuur levert op zijn beurt een bijdrage aan economische en sociale ontwikkeling. E-cultuur is inmiddels de verzamelnaam voor alles waarmee de relatie van digitale media met kunst en cultuur wordt vormgegeven, in twee richtingen wel te verstaan.

In 2005 werd Youtube geïntroduceerd en kon iedereen filmpjes op het internet plaatsen. ‘As more people capture special moments on video, YouTube is empowering them to become the broadcasters of tomorrow’. Een jaar later worden dagelijks 70 miljoen video’s bekeken. Het terugpraten is serious business geworden, alhoewel nog niet serious business waarmee veel geld verdiend wordt. Mensen vinden elkaar dankzij hun gezamenlijke interesses, waar ze ook wonen. YouTube is een community van communities. Ook de VPRO heeft op Youtube een community, midden tussen het aanbod van miljoenen andere aanbieders. Een grote stap voor een publieke omroep om uit de veilige ivoren omroeptoren te stappen.

Al voordat Youtube werd opgericht konden we op internet al beeld en geluid in een peer to peer netwerk delen. Films die net (of net niet) in de bioscoop draaien, worden via duizenden computers over de hele wereld afgeleverd. Media zijn op internet deel van een collectief bewustzijn geworden.

Nu, in 2010, heeft de wereld zich uitgebreid naar mobiele apparaten. Ik kan foto’s en filmpjes rechtstreeks van mijn telefoon op Flickr en Youtube zetten. Ik kan op mijn telefoon bloggen en twitteren, en het hippe apparaat heeft niet één maar twee camera’s aan boord. Ik ben klaar voor mobiele video-telefonie, al kan ik dat (nog) met niemand uitproberen.

2015
De opkomst van omroepen op sociale platforms als Youtube heeft het verschil tussen televisie en internet kleiner gemaakt. Het heeft het onderscheid vervaagd tussen het officiële informatiekanaal waar we allemaal belasting voor betalen, en de vrijplaats waar iedereen elkaar treft. Die ontwikkeling kost de omroepen een deel van hun autoriteit, zeker bij jonge mensen.

Nieuws verspreidt zich sneller via Twitter en sms dan via televisie of radio. ’s Avonds zien we tijdens het journaal enkele met de telefoon gemaakte filmpjes, en vervolgens bekijken we die filmpjes op YouTube nog even rustig op de computer, zodat we iedereen kunnen vertellen wat we ervan vinden.

2020
Een greep uit het dagelijks leven op mijn oude dag. Via filmpjes en foto’s, blogs en twitters deel ik real time mijn leven met mijn vriendenkring. Als ik een filmpje toegestuurd krijg, kan ik de Nokia Morph armbandtelefoon uittrekken tot het een beeldscherm vormt. De nanotechnologie in het apparaat waarschuwt me als de lucht om mij heen te veel vervuild is.

Niet alleen de startpagina van mijn internet browser, maar vrijwel alle informatie die mij bereikt, is gepersonaliseerd. Op een beeldschermpje zie ik mijn omgeving als een augmented reality: de realiteit verrijkt met informatie over de dingen die ik zie. En als ik kennis maak met een mij onbekend persoon kan ik op datzelfde schermpje zijn of haar Facebook profiel bekijken. Dankzij de nieuwste versie van de Issuecrawler van het Amsterdamse govcom.org kan ik op een Google map zien wie in mijn directe omgeving dezelfde maatschappelijke interesses heeft als ik. Dat is vooral handig als de overheid een raadgevend internetreferendum houdt. Dan kan ik onderweg naar mijn werk voor en tegenstanders vinden en met ze debatteren.

Na het ontstaan van Social Media platforms verloor de overheid bij belangrijke gebeurtenissen de rol van informatieregisseur. Bij de griepepidemie in 2011 ging het bijna mis toen op sociale netwerken paniek ontstond over de betrouwbaarheid van de vaccins. De officiële overheidsinformatie via downloadkrant en televisie zag bijna niemand, de meeste mensen vertrouwden de sociale netwerken meer dan de afstandelijke overheidsinfo. Sindsdien heeft de overheid zich naast de omroepen genesteld in de sociale netwerken, ook voor referenda. En daarmee is de overheid een stuk eenvoudiger te benaderen. Deze stap heeft veel goeds gebracht voor de democratie in Europa.

Op weg naar de stad word ik door vrienden uitgenodigd om de location based game op te pakken waar we die de laatste keer hebben afgebroken. Deze gamercial van een exclusief Chinees automerk is al weken aan de gang maar er is nog geen duidelijk eind in zicht: de makers van het spel zijn ons trouwens steeds maar één stap voor, dus voor hen is het verloop van de game ook nog onduidelijk. 

In 2020 is het Virtueel Platform getransformeerd tot het ‘augmented reality’ platform voor kunst en cultuur. Dit platform onderzoekt de rol van de deelnemer in e-cultuurprojecten. De rol van de kunstenaar is veranderd van maker of verteller, tot facilitator van een situatie waarin de gebruiker de realiteit door de bril van de kunstenaar kan zien.

Het kunstwerk is pas af als iemand er gebruik van maakt, zoals een kijker op een schilderij details kan laten ontstaan door er met een olielampje op te schijnen. De kunst beleeft op deze manier een nieuw romantisch hoogtepunt. De dubbelzinnigheid van de realiteit wordt opnieuw vormgegeven door de kunstenaar, en geduid door de kijker, die het kunstwerk daarmee afmaakt. De kijker is mede-maker geworden.

Ook mijn televisie is interactief geworden. Het apparaat kent mijn voorkeuren, en als ik met huisgenoten kijk kan het op basis van al onze profielen suggesties doen die voor iedereen acceptabel zijn. Ik kan live uitzendingen en films vanuit verschillende camerastandpunten bekijken. Een nieuwsbulletin wordt voor mij samengesteld door een dienst die diverse nieuwsbronnen scant, en op basis van de tips die mijn vrienden mij geven.

Ik heb een abonnement bij de dienst die mij informatie levert bij programma’s over kunst en cultuur en helpt kiezen uit het overweldigende aanbod. Er is enorme concurrentie in deze dienstverlening, maar de dienst van de gefuseerde VPRO en Filmmuseum is onverslaanbaar.

Sinds een jaar of vijf deelt iedereen tips voor films, concerten en exposities met vrienden, iets wat heeft geleid tot een enorme groei in de belangstelling hiervoor. 

Als extra input brengt het Virtueel Platform sinds kort e-cultuur activiteiten in binnen- en buitenland letterlijk in kaart op Google Maps. Zodra ik in de buurt van een culturele activiteit kom krijg ik op mijn telefoon een signaal.
Omdat de discussie over auteursrechten definitief tot een oplossing is gekomen kan ik ook zonder morele problemen files downloaden en opslaan. Voortaan worden kunstenaars immers rechtstreeks betaald voor het gebruik van hun werk. Elke song, beeld, film heeft zijn eigen digitale auteursrechtenbepalingen. De meeste afbeeldingen zijn gratis, de meeste muziek kun je voor een klein bedrag downloaden en zelfs kopiëren, van de meeste films kun je een tijdelijk gebruiksrecht krijgen. In alle gevallen geldt dat de maker zelf bepaalt wat hij wil hebben voor het gebruik van zijn werk. Zodra ik iets gezien, gehoord of gelezen heb waarop rechten berusten, maak ik automatisch het rechtenbedrag over.
 

Auteur: Johan Kolsteeg Johan Kolsteeg is hoofddocent Mediamanagement en onderzoeker aan de faculteit Kunst en Economie van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (jkolst@xs4all.nl).
468

Reactie verzenden

Share This