Selecteer een pagina

Meer geld voor e-cultuur

Algemeen
Bij veel beeldend kunstenaars en instel- lingen voor beeldende kunst is nog weinig besef voor de kansen die digitale media, vooral internet, bieden voor culturele vernieuwing, en evenmin voor de rol die culturele instellingen en makers in de informatiesamenleving kunnen gaan spelen. De Raad van Cultuur zet zich, getuige zijn advies voor de periode 2005-2008, af tegen deze denkwijze.


Weinig instellingen krijgen extra geld, in de theatersector wordt gesnoeid, musea krijgen het verwijt te weinig inhoudelijke vernieuwing te brengen en nieuwe mediacultuur (e-cultuur) blijft gelukkig een belangrijk speerpunt in Nederland, wat zich vertaalt in geadviseerde extra subsidies voor, onder andere, het Virtueel Platform, Waag Society en V2. Dat zegt Sandra Fauconnier, V2s nieuwe media-archivaris, in haar spinster blog over het cultuurnota-advies van de Raad van Cultuur. Beeldend kunstenaar Bernd Lehmann merkt in zijn walden weblog echter het volgende op: Volgens de NRC van 23 april jl. is er, ondanks bezuinigingen, nieuw geld voor de zogenaamde e-Cultuur. De NRC noemt het een modieuze beslissing en geen kunstbeleid (!). Ik wil hierin toch nog iets verder gaan. Wat zijn de nieuwe media ten aanzien van de beeldcultuur anders dan het potlood, een penseel of de etspers? De nieuwe media zijn instrumenten die in de beeldcultuur nog weinig hebben toegevoegd aan de film, de fotografie of de toegepaste of vrije grafiek.

Tegen dit denken dat leeft zette de Raad zich af in het advies Van i(ct) naar e(Cultuur) van juni 2003. Te weinig herkent men de kansen die digitale media, vooral internet, bieden voor culturele vernieuwing. Ook is er nog onvoldoende besef dat in de informatiesamenleving de rol van culturele instellingen en van makers kan veranderen. De Raad roept daarom in dat advies op tot een andere manier van denken. En hij heeft boter bij de vis gedaan. Natuurlijk zijn de bedragen waarover we spreken negen ton meer voor e-cultuur binnen het bestaande budget niet meer dan een belangrijke aanzet, maar de toon is gezet. E-cultuur is een brede paraplu. Ze omvat de omslag van een samenleving als geheel naar een digitale, on-line wereld. Ze vertrekt daarbij vanuit de expertise die de beeldende vakken hebben met het steeds verleggen van de randvoorwaarden van onze manieren van zien.

Elk beslissend moment in de kunstgeschiedenis is een crisis in de relatie tussen data en informatie. Beeldende kunstenaars scripten de blik van de kijker. Daarin lopen ze altijd voorop. Het beeldend experiment van nu is noodzakelijkerwijs digitaal. Het is ook onvermijderlijk interactief. In de recensie E-Culture Fair blijkt broedplaats voor innovatie, Overheid moet creatieve industrie stimuleren in Marketing Tribune 9 (november 2003) ligt de nadruk op het bruikbare innovatieve karakter voor jonge ondernemers en investeerders: Een internationale groep van jonge, multidisciplinair geschoolde creatieven presenteerde eind oktober in Amsterdam hun prototypen propvol ict-innovaties, zoals een pratende bank, een drijvende telefoon, en sieraden die reageren op je hartslag. Doel van deze e-culture fair: nieuwe toepassingen vinden voor digitale media. Het wemelde op de e-culture fair in Paradiso, de Balie en de Melkweg van dergelijke innovatieve vondsten. Handige marketers zouden verschillende prototypes makkelijk door kunnen ontwikkelen en op de markt brengen. Dit is precies waar in Nederland behoefte aan is, meent althans het ministerie van Economische Zaken dat onlangs de noodklok luidde omdat de kenniseconomie ten onder dreigt te gaan.

Vanuit deze insteek organiseerden in april 2004 het Virtueel Platform en Stichting Kennisland een debat met de staatssecretaris voor Cultuur Medy van der Laan. In haar openingswoord onderstreepte zij de potentie van cultuur voor de ontwikkeling van de kenniseconomie. Over de intrinsieke waarde van cultuur voor de maatschappij, en in het verlengde daarvan de economische waarde van cultuur, valt volgens haar niet te twisten. Haar vraag is welke rol de overheid hierin kan spelen en welk beleid op dit terrein kan voorkomen dat cultuur slechts wordt ingezet als instrument.
En precies op dat beleidsniveau lijkt er sprake van een omslag. De fixatie op geld als motor van motivatie van mensen lijkt te wijken voor een besef dat de beste drijfveer voor mensen om anders te gaan denken de kwaliteit van hun leven en dat van hun kinderen is. De creative director van LogicaCMG, Pieter Burghart, schrijft in zijn stuk voor de Informatiseringsgids (februari 2003) onder de titel Enprocentsregeling kan horizon ICT verbreden: Waarom zouden we deze nprocentsregeling niet ook invoeren in de ICT bouw?! Als we bij de ontwikkeling van grote ICT projecten met elkaar afspreken dat 1% van de totale geplande bouwsom besteed gaat worden aan kunstzinnige experimenten in de virtuele ruimte, zal dat leiden tot innovatieve, verrassende en horizon-verbredende toepassingen. Verbreding van de ICT zorgt voor een rijkere toekomst. En wat rijk is mag iedereen zelf invullen.
De ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en Sociale Zaken getuigen van de opvallend toegenomen luisterbereidheid van EZ-departementen en -beleidsmedewerkers voor innovatie en creativiteit. In zakelijke on-line omgevingen als Linkedin, Ryze en Ecademy wordt steeds minder over producten en steeds meer over diensten gedacht en gepraat. Licensies van Creative Commons lijken negentiende-eeuwse ideen over copyright te deblokkeren, noodzakelijk voor een vrije verspreiding van data, informatie en ideen. Marleen Stikker (Waag Society) heeft groot gelijk als ze stelt dat er nog nooit zoveel kansen voor cultuur zijn geweest als nu om in te breken in de economie, in de zorg, in de sociale sector, in het onderwijs.

Auteur: Rob van Kranenburg, Martine Posthuma de Boer martine@virtueelplatform.nl Rob van Kraneburg is plaatsvervangend directeur van het Virtueel Platform. Martine Postuma de Boer is cordinator bij het Virtueel Platform.
468

Reactie verzenden

Share This