Zo valt af te leiden uit de publicatie Podiumkunsten 1997/98 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Hoewel de publieke belangstelling toenam (+5% in vergelijking met het seizoen 1996/97) gold dat ook voor het aanbod (+8%). In de rapportage zijn popconcerten buiten beschouwing gebleven.
Op het totaal van 57.000 namen de ongeveer 100 gezelschappen die een meerjarige subsidie van het rijk ontvangen hiervan zon 10.000 voorstellingen voor hun rekening. Samen trokken deze 2,7 miljoen bezoekers.
Verdere bestudering van de verdeling over de hoofddisciplines laat de verschillen tussen deze 100 gezelschappen zien. Theatergezelschappen gaven verreweg de meeste uitvoeringen (60%). Terwijl de muziekgezelschappen samen voor maar 20% van het aanbod tekenden, laten de cijfers zien dat muziek iets meer dan de helft van het totale bezoek trok.
Omdat het aantal gezelschappen sterk varieert per hoofddiscipline (van vier in de categorie Muziektheater tot 47 in de categorie Theater), is het gemiddelde per gezelschap in de hoofddisciplines uitgerekend. Dan blijkt dat de verschillen minder groot worden.
Publieksaantallen podiumkunsten 1997/98
Theatergezelschappen geven gemiddeld de meeste voorstellingen, maar dansensembles zijn een goede tweede, met relatief veel optredens en bezoekers in het buitenland. Een ander verschil is dat op jaarbasis een gemiddeld opera- en operettegezelschap de meeste bezoekers trekt, namelijk ruim 60.000.
Ook de financiering van de gezelschappen vertoont grote verschillen. Het meeste geld van de 326 miljoen die aan subsidie werd uitgekeerd ging naar de muziekgezelschappen (ca. 40%). De dansgezelschappen ontvingen het minste geld (ca. 16%). Worden de uitkeringen aan de gezelschappen uitgedrukt in bedragen per uitvoering dan komt het beeld er heel anders uit te zien. Opera- en operettegezelschappen krijgen dan het meeste subsidie en noteren de hoogste cijfers aan totale inkomsten en uitgaven.
De verhouding tussen eigen inkomsten en subsidie laat overal ongeveer hetzelfde beeld zien: de overheidssubsidie bedraagt gemiddeld in de vier hoofddisciplines 70 tot 80% van de totale inkomsten.
Meer informatie over statistieken op het gebied van cultuur, toerisme en recreatie levert het gelijknamige infocentrum van het CBS,
t 070 337 5867
f 070 3375 696
e infokcr@cbs.nl
