Selecteer een pagina

Met andere woorden: Zenden is belangrijker dan ontvangen

Algemeen
In mei van dit jaar vond voor de derde keer het TV meets the Web-congres plaats. Dit jaarlijks terugkerend congres wordt georganiseerd door Van Dusseldorp & Partners, een onderzoeks- en consultancybureau op het gebied van internet en nieuwe media. MMNieuws sprak met Monique van Dusseldorp, directeur van Van Dusseldorp & Partners, over recente en te verwachten ontwikkelingen op het gebied van internet, breedband en (interactieve) televisie.


Monique van Dusseldorp (35) kreeg haar opleiding aan de Academie voor Beeldende Vorming in Tilburg. Voordat ze als zelfstandig consultant begon, werkte ze bij het Europees Instituut voor de Media in Dusseldorf en daarna als media-analist bij Wegener-Arcade.
Haar laatste cultuuractiviteit was een bezoek aan The Frick Collection in New York; haar laatste leisure-activiteit een wandeling door Central Park. Volgens haar is Amsterdam een van de steden die het gaan maken: Amsterdam is een interessante plek om te wonen. Het is een knooppunt voor internetverkeer en voor bedrijven en individuen die actief zijn op het gebied van de nieuwe media.

Jullie organiseren jaarlijks een congres over tv en internet. Wat is er in vergelijking met vorig jaar nu bekend wat nog niet bekend was?
Dat de ontwikkelingen veel langzamer gaan dan we dachten. Dat geldt bijvoorbeeld voor de invoering van breedband, maar ook voor interactieve televisie. In Engeland wordt interactieve tv door de overheid gestimuleerd. Daar wordt tv gezien als een platform voor overheidscommunicatie, waar je allerlei informatie over kunt opvragen. TV was daarvoor het geschiktste medium iedereen heeft immers een tv. Maar mensen die al een pc hebben, overtuig je niet snel van het nut van interactieve tv. In Nederland zijn er veel meer pcs, dus de behoefte aan interactieve tv is kleiner.
Helaas zijn bij de pogingen tot introductie van interactieve tv de lessen van internet niet overgenomen. Bedrijven die interactieve tv propageren, proberen het met precies dezelfde diensten die al door internetbedrijven werden aangeboden. Het aanbod beperkt zich opnieuw tot dingen als sport en films.
In Nederland is de situatie anders dan in Engeland. Daar houdt vooral BskyB zich actief bezig met de introductie van interactieve tv. Dat mediabedrijf denkt na over diensten, over hoe het er geld aan kan verdienen, over de benodigde hardware en met welke bedrijven er moet worden samengewerkt.
Er zijn twee landen in Europa met een bloeiende betaaltelevisie: Engeland en Frankrijk. Dat zijn minimaal betalende landen, waar mensen hun televisie uit de ether halen. Dan kun je ook maar een paar kanalen zien. Dr is het dus interessant om betaaltelevisie te introduceren. BskyB deed een goede zet met het exclusief maken van het voetbal. Canal+ heeft dat in Nederland ook geprobeerd, maar in Nederland is de keuze in zenders veel groter.

Wat is het verschil tussen betaaltelevisie en interactieve tv?
Op interactieve tv zitten allerlei diensten internetachtige diensten als online-bankieren, of online-bestellingen doen, maar bijvoorbeeld ook two-way tv: je kijkt naar een voetbalwedstrijd, er wordt een penalty genomen en dan verschijnt er een mededeling met een uitnodiging om geld in te zetten en mee te spelen om de vraag: gaat-ie erin of niet? Met zulke diensten genereer je inkomsten.

Uit jullie congresverslag blijkt dat de industrie vooral gericht is op infrastructuren. De gebruiker en diens psychologie komen nauwelijks in beeld.
Dat is waar. De industrie is vooral bezig met de vraag hoe het werkt en hoe je het in elkaar moet zetten. Maar het heeft weinig zin om mensen te vragen wat ze willen van interactieve tv. Mensen kunnen hun eigen gedrag niet voorspellen. Kijk naar het sms-en. Als je mensen van tevoren had gevraagd of ze geld over hebben voor het versturen van berichtjes via de telefoon, dan is het de vraag of het met het sms-en zon vaart had gelopen.
Het grote probleem is: hoe verdien je geld? Gebleken is dat mensen meer geld over hebben voor wedden of voor het geven van hun eigen mening, ofwel meer voor het versturen van informatie, dan voor het ontvangen ervan. Ik gebruik altijd het voorbeeld van de Postcodeloterijshow: de presentator had zijn haar geverfd en kwam binnen en het telefoonnummer ging plat, want iedereen wilde vertellen dat hij of zij dat haar niet mooi vond. Ongelooflijk, want mensen bellen een duur telefoonnummer van twee gulden per minuut alleen om hun mening te geven. Terwijl niemand dat zou doen als je van tevoren had aangekondigd dat het geven van een mening twee gulden zou kosten
Een van de problemen is dat de industrie en de media traditioneel nooit bezig waren met de vraag: wat wil de gebruiker?. Nu is de gedachte: mensen willen kiezen. Ze willen bijvoorbeeld van het journaal alleen die onderwerpen zien die ze interesseren. Dat gaat maar tot bepaalde hoogte op, want mensen willen ook graag het nieuws zien en ze willen niet zelf hoeven te bepalen wat belangrijk is. Er is dus behoefte aan een individuele ervaring, maar ook aan een gedeelde ervaring.
Met de afstandsbediening bestaat op dit moment al een soort van interactiviteit. En je kunt kiezen uit steeds meer zenders. Toch wordt daardoor die gedeelde ervaring steeds belangrijker. Mensen willen ook iets delen en daarover met zn allen praten. Op bepaalde internetsites kun je zelf je favoriete nieuws selecteren. Niet meer dan 15 tot 20% van de mensen doet dat. Mensen willen blijkbaar dat nderen die selectie maken.

Wat zijn de voordelen van breedband?
Breedband is sneller en staat altijd aan, dus je hoeft niet meer in te bellen. Dat maakt in gebruik veel uit. Ik heb thuis breedband en ik gebruik eerder het onlinetelefoonboek dan het telefoonboek uit de kast. ADSL is nog geen breedband echt breedband is een glasvezelverbinding naar het huis. In Nederland ligt er al een glasvezelnet op wijkniveau, maar het essentile deel de huisaansluitingen ontbreekt. De Franse regering heeft onlangs aangekondigd dat ze een net wil aanleggen tot op huisniveau. Daar is zon 10 miljard gulden voor uitgetrokken. Ook in Zweden heeft de regering daartoe besloten. Daar wil men de bedrijven laten betalen voor doorgifte en gebruik.
Het grote verschil tussen een glasvezelverbinding en ADSL is dat ADSL asymmetrisch is: je kunt wel een hoop binnen halen, maar je kunt niet sturen. Mensen met een glasvezelverbinding gaan sturen. In Zweden en Denemarken zijn al hele huizenblokken aangesloten op glasvezel, en daar werd een patroon zichtbaar: mensen gaan eerst een heleboel binnenhalen een complete cd- of videotheek opzetten maar in tweede instantie gaan ze veel meer versturen. Ze zetten bijvoorbeeld hun vakantiefilms online. De uiteindelijke toepassingen van symmetrisch breedband zijn oneindig veel groter. Vandaar ook de interesse van verschillende overheden. Maar je kunt ook denken aan simpeler zaken, zoals babysitten via de webcam. Breedband is op dit moment vooral een item voor game-communities, want die zijn genteresseerd in snelle verbindingen. Als je online games speelt, verlies je als je een langzame verbinding hebt.
Er zijn veel lessen geleerd uit de gaming-industrie. Die games laten interessante ontwikkelingen zien: personages die kunnen bewegen alsof het echte personen zijn, ruimtes die je in zn driedimensionale totaliteit kunt bekijken. Die resultaten kunnen ook worden gebruikt op andere gebieden, in de bouw en de architectuur bijvoorbeeld. Op het gebied van educatie kun je aan veel meer dingen denken: op afstand college geven, reageren en vragen stellen. Voor kennisverspreiding zijn die ontwikkelingen heel belangrijk, zeker wanneer het gaat om een specialisme, waarvoor over de hele wereld maar weinig mensen zich interesseren.

Wordt er binnen de culturele sector creatief gebruik gemaakt van nieuwe media of van interactiviteit?
De vermaakindustrie gebruikt de digitalisering vooral om van hetzelfde materiaal meer te verkopen. Dvds bijvoorbeeld, waarop een film wordt voorzien van allerlei extras. Het resultaat heet dan de collectorsversion. Een ander voorbeeld is het produceren van onlinespelen naast nieuwe films. Zo brengt men naast de nieuwe film van Peter Greenaway een onlinespel uit. Je kunt natuurlijk filosoferen over kunstenaars die hun werk aanbieden via breedband, en je de mogelijkheid bieden om iedere week een ander kunstwerk binnen te halen. In Amerika biedt een bedrijf al digitale fotolijstjes aan. Daar kun je steeds andere fotos naartoe sturen. Maar interactief is zoiets niet. Ik ken een voorbeeld van een Nederlandse kunstenaar die een lichtbalk had opgehangen waar iedereen e-mails naar toe kon sturen die dan op die lichtbalk zichtbaar werden. Zo krijg je een soort Gesamtkunstwerk, waarbij het publiek informatie in het kunstwerk stopt dan is interactiviteit een nderdeel van het kunstwerk.
Volgens mij zit er een groei in het uitzenden van beelden die alleen voor specifieke publieksgroepen interessant zijn. Beelden van celebrity weddings bijvoorbeeld, of van the making of van een bepaalde film of van demonstraties: langzame dingen of slow shows. Dat kan met lage productiekosten: je zet een cameras neer en dat is het. De Amsterdamse lokale zenders zenden dergelijke beelden uit, van het Rembrandtplein bijvoorbeeld. In Amerika was er een universiteit die beelden uitzond van een bloem die maar n keer in de zoveel jaar bloeit. Dan zie je wel niet veel en het gaat heel langzaam, maar die site trok wel een enorm aantal bezoekers. Dat heeft vooral te maken met het gevoel van het hier-en-nu en de gelijktijdigheid: dat je aanwezig bent bij iets unieks. Maar zon onderwerp is niet interessant voor een massamedium.

Denk je dat mensen meer kunsten via de nieuwe media kunsten gaan consumeren?
Ik denk dat door de overvloed van wat je via schermen tot je kan nemen het werkelijk bij elkaar komen steeds exclusiever wordt. Het exclusieve ergens gaan zitten, met echte mensen op het podium, en jij bent er ook cht wordt steeds bijzonderder. Verder zal vooral het zenden van informatie steeds belangrijker worden.

Auteur: Menno Heling en Pieter de Nijs
468

Reactie verzenden

Share This