Selecteer een pagina

Musea op zoek naar balans tussen wetenschap, educatie en recreatie

Publiek s belangrijk, maar de educatoren slaan door

Algemeen
Zon vijftig jaar geleden speelde educatie nauwelijks of geen rol in musea. Slechts een enkele pedagoog zag musea als een geschikt middel tot volksontwikkeling. Zo is bijvoorbeeld het Museum voor het Onderwijs (nu Museon) in Den Haag ontstaan.


Pas in de jaren zeventig werd educatie een algemeen verschijnsel in musea. Ondergeschikt aan de conservator, zonder invloed op de inhoud van het tentoongestelde,
werden de educatoren gezien als een soort assistenten die leuke dingen voor met name de jeugd deden.
Dat beeld is danig veranderd. Tegenwoordig hebben de educatoren grote invloed. Zo bepalen ze mede het aankoopbeleid, zijn lid van tentoonstellingsteams, schrijven teksten en organiseren evenementen. De begeleider van de presentatie is veelal ook de bedenker daarvan geworden. Het beleid van het instituut is derhalve niet meer uitsluitend in handen van de conservatoren/ wetenschappers. Een en ander is mede bepaald door de maatschappelijke ontwikkelingen. Musea worden aangemerkt als culturele ondernemingen: bezoekersaantallen, omzet in winkel en restaurant, vrienden en sponsors zijn van wezenlijk belang geworden. De bezoeker is vanuit die optiek belangrijker geworden dan de conservator.
Dat blijkt overduidelijk uit de in 1992 door de A.A.M. (American Association of Museums) aangenomen nota Excellence and Equity. In tien wetten of principes, wordt de rol van educatie benadrukt. De eerste luidt:
Assert that museums place education at the centre of their public service role. Assure that the commitment to serve the public is clearly stated in every museums mission and central to every museums activity.

Te ver
Dit gaat mij te ver. Educatie is niet d drijvende kracht van een museum, zoals de A.A.M. dat betoogt. Als directeur van Museon (tot 1991) had ik deze mening wellicht onderschreven, als directeur van Naturalis (sinds 1991) kijk ik daar anders tegenaan. Deze overgang van het meest educatieve museum in Nederland naar het meest wetenschappelijke museum heeft mijn visie danig genuanceerd.
Conservatoren wordt vaak verweten, dat ze louter oog hebben voor hun eigen beperkte specialisme. Dat ze wereldvreemd zijn en weinig voeling hebben met wat museumbreed belangrijk is. De educatoren slaan echter in hun zucht om publiek te trekken naar de andere kant door. In menig Science Centre kan men zich uitstekend amuseren zonder dat de boodschap achter allerlei leuke experimenten wordt begrepen. Van educatieve-recreatieve instelling zijn ze verworden tot een recreatieve-educatieve instelling.

Museumprijs
De balans tussen wetenschap, educatie en recreatie tot stand brengen en in stand houden is de opdracht, waarvoor musea zich dagelijks gesteld zien. In Naturalis is dat aardig gelukt, getuige het juryrapport van de Prins Bernhard Fonds Museumprijs:
Zo meent de jury dat Museum Naturalis in Leiden er het best in is geslaagd de gewenste brug naar het publiek te slaan en tegelijk een instelling te zijn die van groot belang is voor wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. De presentatie is onnadrukkelijk educatief, gevarieerd, en nieuwe media en overdrachtstechnieken zijn op ruime schaal toegepast.
De manier waarop Museum Naturalis zijn kennis overdraagt, doet recht aan zijn wetenschappelijke achtergrond. De opstelling en de toelichtingen daarop zijn stimulerend zonder de noodzakelijke objectiviteit geweld aan te doen.
Hoe zijn we te werk gegaan om die balans te bereiken? Er is een model ontwikkeld als grondslag van alle presentaties.

De achterliggende gedachte daarbij is, dat het bekijken van het tentoongestelde leidt tot belangstelling en het willen begrijpen van de achterliggende processen.
Om dit te bereiken, bestond het tentoonstellingsteam uit een art-director, een ontwerper, een geoloog, een zoloog en een botanicus. Alle drie generalisten, geen specialisten en twee educatieve medewerkers.
De conservatoren werkten in de tweede lijn: ze verstrekten alle gewenste gegevens, selecteerden de voorwerpen, die tentoongesteld worden, en becommentarieerden alle teksten om fouten te voorkomen. Deze methode van werken wordt nog standaard toegepast; zoals bij tijdelijke exposities.

Klanten
Meer en meer musea beschouwen zichzelf in de eerste plaats als educatieve instellingen. Ze dreigen daardoor gezien te worden als een verlengstuk van de school. Een museum heeft echter veel meer klanten: studenten, toeristen, verenigingen, wetenschappers, buurtbewoners. Al deze soorten klanten moet een museum bedienen. Activiteiten voor scholen zijn belangrijk, maar voorzieningen als een informatiecentrum en bibliotheek. CD-Roms, websites, digitale toegang tot de collecties, lezingen zijn onmisbaar om aan de wensen van de individuele, ook virtuele, bezoeker tegemoet te komen. Deze diensten kunnen alleen verleend worden, wanneer alle stafleden elk vanuit hun eigen deskundigheid, conservatoren en educatoren, hun volledige medewerking verlenen. En dat kan alleen weer wanneer zij als gelijkwaardige partners opereren.

Auteur: Wim van der Weiden is directeur van Naturalis in Leiden. Bovenstaand artikel bevat in kort bestek de toespraak die Van der Weiden hield op het congres: Integrating change: New initiatives in Museum Education in Dublin. De complete Engelstalige tekst
468

Reactie verzenden

Share This