Selecteer een pagina

Museumnachten: prettige afwijking in routinematig bestaan

Algemeen
Utrecht had hem 23 juni, Amsterdam 10 november en Rotterdam heeft hem zojuist achter de rug: de museumnacht. Rotterdam had daarbij zonder meer de mooiste datum: 2 maart 2002, van 20 tot 02 uur. Daar was over nagedacht!


Dat de museumnachten een succes zijn, staat buiten kijf. In Utrecht trok het evenement 3.000 bezoekers, in Amsterdam 22.000 en in Rotterdam 6.000. Maar de vraag doet zich voor waarom de museumnachten zo populair zijn, en wat dat betekent voor de openingstijden van musea in het algemeen.
De populariteit van de museumnachten moet waarschijnlijk niet in het minst gezocht worden in de affichering. Musea ondergaan s nachts een gedaantewisseling. Wat overdag een saai toonbeeld lijkt te zijn van burgerlijke beschaving, transformeert na vijven tot een hippe happening. Tijdens de Utrechtse museumnacht kon er geloungd, gedanst en gegokt worden. In Rotterdam genoot het publiek in een zinderende Kunsthal van hallucinaties, rake rap en naakte modellen. Daarmee vergeleken was de aankondiging van Amsterdam, met een gevarieerd en verrassend aanbod, opmerkelijk ingetogen. De geneugten van het Amsterdamse nachtleven behoeven schijnbaar geen nadere aanprijzing.
Vermoedelijk zijn de museumnachten ook populair vanwege hun gemakskarakter.
De meewerkende musea worden nadrukkelijk onder de aandacht gebracht, er zijn plattegrondjes, en voor de toegang schaft men zich n passe-partout aan. Geen gedoe met het opzoeken van openingstijden en het kopen van kaartjes. De mogelijkheid om op een zaterdagavond (het zijn altijd zaterdagen, nooit maandagen) museumbezoek te combineren met iets uitgaan-achtigs lijkt bovendien een efficinte manier om het gemiddelde van 0,7 museumbezoeken per jaar wat op te krikken.
Tot slot dankt de museumnacht zijn aantrekkingskracht vermoedelijk puur aan het tijdstip zelf. Een zoektocht langs de websites van 196 Nederlandse musea leert dat 85% van de musea in het weekeinde om 17.00 uur zijn deuren sluit (door de week 81%). Het kleine deel dat niet om 17 uur dicht gaat, sluit of ng eerder of om 18 uur. Het aantal musea dat s avonds open blijft, is letterlijk op n hand te tellen. Door de week gaan bijna alle musea om 10 uur open, op zaterdag en zondag veelal pas om 12 uur of 13 uur. Op maandag blijft 68% van de musea gesloten. De musea lopen zo braaf in de pas van bestaande collectieve ritmes (waarin begrippen als kantooruren en werkdagen zich overigens opmerkelijk gemakkelijk staande blijken te houden, vgl. de publicatie Trends in de Tijd van het SCP). Met de museumnacht plaatst de kunstwereld zich nadrukkelijk buiten deze doorsnee zes-uur-achter-de-aardappelen cultuur. Nachtelijk museumbezoek is daarmee spannender, prikkelender, exotischer dan op zondagmiddag naar het museum.
Samengevat: de museumnacht is in korte tijd snel populair aan het worden. Het dankt die populariteit aan een slimme organisatie van het aanbod, die aansluit bij de behoeften van de moderne, wat gehaaste cultuursnuiver. Het aanbod zelf lijkt hier ook op aangepast. s Nachts tonen de musea wat het daglicht vermoedelijk (nog) niet velen kan. Ze maken zo een knieval voor een veranderende cultuurbeleving.
Betekent dit nu dat museumnachten gewoon goed gaan worden in de cultuurwereld? Zeer vermoedelijk niet. De charme van de museumnacht zit grotendeels in het afwijkende en bijzondere. Ophoging van de frequentie zal betekenen dat de museumnacht aan aantrekkingskracht inboet en dat de belangstelling navenant verwatert.
Misschien dat openstelling van de musea tot 21 of 22 uur nog in een behoefte voorziet, maar ook hiervan moet men zich niet teveel voorstellen. Vijf jaar na de nieuwe Winkeltijdenwet sluit 79% van de dienstverleners om 18 uur zijn deuren. Tot de 21% die wel open blijven behoren, naast enkele supermarkten en dhz-ketens, vooral zaken die altijd al op dergelijke tijdstippen open waren, zoals cafs en bioscopen. Veel is er dus niet veranderd. Tradities, bioritmen en de noodzaak om activiteiten met anderen af te stemmen maken dat de indeling van de tijd niet snel verandert. Museumnachten blijven daarmee een prettige afwijking van een anderszins tamelijk routinematig bestaan.

Auteur: Koen Breedveld, Jolijn Broekhuizen en Marille Clon – Sociaal Cultureel Planbureau – koen.breedveld@planet.nl
Referenties: Bronnen: www.museumnacht.nl, www.rotterdamsemuseumnacht.nl, www.de-n8.nl Koen Breedveld, Andries van den Broek, Jos de Haan, J. de Hart, Frank Huysmans, Dono Niggebrugge, Trends in de tijd. Een schets van recente ontwikkelingen in tijdsbesteding en tijdsordening. Den Haag, SCP, 2001
468

Reactie verzenden

Share This