Selecteer een pagina

Museumwinkel-toeleveranciers: aanbod en visie

Algemeen
Elk jaar besteedt MMNieuws aandacht aan de professionalisering van de retail in de culturele en leisure sector. Naar aanleiding van een bijeenkomst van de Nederlandse Federatie van Vrienden van Musea over dit onderwerp vroeg MMNieuws retail-toeleveranciers in de museale sector naar ervaringen, ideen voor verdere ontwikkeling en professionalisering van de winkels en voorbeelden van good practice.


De ondervraagde personen:
Aart Foppen van F&F Verpakkingen, levert vooral draagtassen, zakjes, stickers, kokers, plastic papier, speciale verpakkingen voor de grotere musea met een eigen winkel.
Jan van Cappellen van Museumshop b.v., levert Sculptures (o.a. Corneille, Dagas, Rodin), kunstkaarten, boekenleggers, kalenders, horloges, briefpapier, kunstwerken van papier en fiberglas
Frans Klein van Museum Magazijn BV, levert koelkastmagneten met schilderijen, Oudhollandse tegels en teksten, replica glaswerk, muismatten, nostalgisch speelgoed, prismatische vliegenogen, tinnen strijders voor met name de kunstmusea.
Lucien Schram van Holland Gallery De Munt BV, fabriceren en leveren o.m. onderzetters, placemats, paperweights, kaarsen, boekenleggers, porselein met afbeeldingen van 17e- eeuwse tulpen, aardewerk handbeschilderd met 17e-eeuwse decors, en wel voor alle typen musea, in binnen- en buitenland. De Nederlandse kunstmusea vormen de grootste groep.
Michiel Voorhoeve van de Erfgoedwinkels, levert zon 3.000 verschillende gebruiks- en cadeauartikelen: boeken (enkele honderden), servies en glaswerk, kaarten, briefpapier, zoetwaren, T-shirts, blikken speelgoed (replicas) voor vooral musea in monumenten.

Op initiatief van de Universiteit van Amsterdam (UvA) krijgt New York vanaf begin 2003 een Amsterdam House. Op een steenworp afstand van New York University (NYU) wordt een voormalig kantoorpand omgebouwd tot een educatief n cultureel centrum, dat tevens onderdak gaat bieden aan bezoekende academici. Voormalig cultureel attach Frank Ligtvoet is door de UvA aangetrokken om als managing director een nog in te vullen combinatie van cultuur en onderwijs vorm te geven.

Veel van de ondervraagde toeleveranciers leveren ook producten buiten de museale sector, aan souvenirwinkels, hotels, VVV-Uitwinkels en kadoshops. Ze hebben veelal een lange ervaring achter de rug met museumwinkels en zien een toenemende en vooral positieve professionalisering.

Jan van Cappellen zit het langst in het vak: 20 jaar ervaring als oprichter van de Boymans van Beuningen Museumwinkel. Hij bezocht als laatste tentoonstelling de Nederlandse realisten in de Kunsthal. Zijn commentaar op de retail: Museumwinkels worden wel steeds beter, maar er valt veel meer uit te halen door met betere producten te werken. Ook kan aan de locatie en routing nog veel worden verbeterd. Het assortiment is vaak te beperkt en speelt onvoldoende in op het tentoonstellingsprogramma, en de presentatie en lay-out van de winkel is vaak niet commercieel genoeg. Terwijl de prijsstelling redelijk goed is, is de promotie vaak zwak.
Van Cappellen noemt o.a. het MoMa NY, Metropolitan NY, Guggenheim Museum of Fine Art Boston, Los Angeles County Museum als voorbeelden met een uitstekende retailafdeling.
Museumshop heeft plannen om samen met musea de verkoop via internet verder te ontwikkelen.

Aart Foppen van F&F Verpakkingen is zeer positief over de meer zakelijker aanpak bij de musea. De beste winkels zijn te vinden bij de in- en uitgang. Het productaanbod is vaak alleen op het museum van toepassing. Mag wel veel breder Mijn aanbeveling zou zijn om iets met een collectiestuk te doen. Maak een replica en voorzie dat van een promotiebeleid. Zoek de publiciteit. Kranten schrijven graag over een museum.

Lucien Schram van Holland Gallery De Munt bezocht als laatste Museum het Valkhof in Nijmegen. Er zijn gek genoeg maar weinig musea die de winkel in eigen beheer hebben. Momenteel zie je wel een trend naar meer commercialisering. Museadirecties bemoeien zich er ook meer mee, net als met het assortiment. Dit heeft voordelen, en soms ook nadelen. In organisatorisch opzicht bijvoorbeeld: een detailhandel runnen is iets heel anders dan het runnen van een museum. De grote musea kunnen personeel aantrekken voor een winkel, de kleine niet.
Schram signaleert dat de winkel vaak niet toegankelijk is voor niet-museumbezoekers. Het assortiment is vaak verbonden aan de collectie van het museum. Soms kan men ook andere producten verkopen, maar wil men dit niet omdat het geen eigen gezicht heeft.
De promotie is veelal matig, anders dan in de V.S. Daar hebben musea winkels buiten het eigenlijke museumgebouw. Daar gaat het echt om detailhandelsactiviteiten. Ook in Duitsland en Frankrijk bezocht Schram veel museumwinkels die als voorbeeld voor Nederland kunnen dienen.
De ontwikkeling in de Nederlandse museumwinkels van de afgelopen vijf jaar is opmerkelijk. Er wordt meer nagedacht over het fenomeen winkel. Musea beginnen meer en meer de voordelen van een goede winkel in te zien. Jammer genoeg is er nog geen samenwerking tussen de museumwinkels c.q. commercile activiteiten. Uitzondering is de gezamenlijke winkel van Rijksmuseum en Van Gogh Museum op het Museumplein in Amsterdam. Incidenteel zijn er met de grotere exposities ook samenwerkingen op winkelgebied tussen andere musea. Een positief resultaat laat zich vooral in een sterk verbeterde opbrengst zien. Musea zouden meer samen moeten werken, om te beginnen met een gezamenlijke inkoop!

Frans Klein (Museum Magazijn) ziet bij zijn klanten steeds meer aandacht voor de winkel en verbreding van het assortiment. De winkel wordt steeds meer serieus genomen, waardoor die beter toegankelijk wordt, ook voor niet-betalende bezoekers. Het assortiment bevat naast boeken en kaarten ook steeds meer hebbedingetjes. Grotere winkels hebben vaak ook duurdere spullen. Vroeger zat er een te groot gat tussen briefkaarten en catalogi.
Internationaal ziet Klein goede voorbeelden voor de Nederlandse markt. Heel grote musea hebben soms meer dan n winkel. De National Gallery in Londen bijvoorbeeld, en de MET in New York.
In Engeland is de National Heritage enorm uitgemolken en dat zie je overal terug. Hierdoor hebben bijna alle museumwinkels een hoog Made in Britain-gehalte, wat men in Nederland nogal mist. Hier zie je toch veel buitenlandse producten als Italiaans design, Engelse placemats, en goedkope Made-in-China-souvenirs. Een waardevolle tip van Frans Klein: kijk als je de kans hebt, eens in Engeland of Frankrijk, en bezoek de beurs Museum Expressions in Parijs, speciaal voor museumwinkels (meestal in de tweede week van januari).

Michiel Voorhoeve van Erfgoedwinkels bezocht voor het laatst het Museum voor Communicatie in Den Haag. Erfgoed (monumenten) werkt voornamelijk met vrijwilligers. Als die een artikel niet zien zitten, wordt het ook niet verkocht. Je moet dus niet harder lopen dan je vrijwilligers, aldus Voorhoeve. In Nederland vindt er een inhaalslag plaats in vergelijking met de VS en het UK.
Het succes van museumwinkels hangt ook een beetje samen met het feit dat Nederlanders zuinige mensen blijven. Ook in musea. Bij de Vermeertentoonstelling waren het de buitenlanders die met volle tassen naar huis gingen. Nederlanders moeten er nog aan wennen dat je in musea wat meer moet betalen.
Bij Erfgoedwinkels ontbreekt vaak de tijd om de formule van de winkels te ontwikkelen. Daar komt bij dat een afgedwongen professionele aanpak niet werkt. Voorhoeve denkt dat museummedewerkers meestal geen winkelier willen worden. Ook de inzet van een professionele retailer helpt dan niet. Bij de National Trust Shops en Past Times Shops in de UK zie je dat wel goed gaan.
Erfgoedwinkels is actief, samen met museum-partners, op internet via www.cultuurgoed.nl

Auteur: Menno Heling
Referenties: Voor meer informatie: Erfgoedwinkels, t 070 345 1825 F&F Verpakkingen, t 0341 430 413 Holland Gallery De Munt, t 020 623 2271 Museum Magazijn, t 020 4711 723 Museumshop, t 035 6223602
468

Reactie verzenden

Share This