Selecteer een pagina

Nederland in digitale kopgroep

Algemeen
Nederland behoort in Europa tot de koplopers bij het bezit en het gebruik van nieuwe media. Recente cijfers van Eurostat (november 2006) wijzen uit dat 52% van de huishoudens in de 25 EU-landen toegang tot internet heeft. In Nederland is dat maar liefst 80%. Ook met de breedbandverbindingen scoort Nederland hoog. Twee derde van de Nederlandse huishoudens (66%) heeft een dergelijke verbinding, tegen een Europees gemiddelde van 32%. In IJsland ligt de internetverspreiding nog iets hoger, maar Nederland blijft de Scandinavische landen net voor, terwijl landen als Griekenland en Slowakije in Europa tot de hekkensluiters behoren.


De goede positie in Europa volgt op een snelle verspreiding van pcs en internet in Nederland. Tussen 1985 en 2005 steeg het aandeel van de Nederlandse bevolking dat thuis over een pc kon beschikken van 18% naar 87%. Het gemak van email en de komst van het World Wide Web maakte het gebruik van internet voor veel mensen aantrekkelijk. Later kwamen daar nog allerlei communicatiemoglijkheden bij zoals msn, profielsites en weblogs, en won ook het online gamen aan populariteit, vooral onder jongeren. Het aandeel van de Nederlandse bevolking dat thuis een internetaansluiting heeft steeg van 16% in 1998 naar 83% in 2005 (zie tabel 1).
Dat internet voor een aantrekkelijke uitbreiding van de computermogelijkheden zorgde, valt af te lezen aan de snelle groei van het percentage internetgebruikers in de vrijetijd. Cijfers uit het Tijdsbestedingsonderzoek (TBO) laten zien dat tussen 2000 en 2005 het percentage van de bevolking dat in de onderzoeksweek ten minste een kwartier op internet zat, toenam van 24% naar 60%. Het offline gebruik stagneerde daarentegen op 36%. In termen van tijdsbesteding gaf het offline gebruik evenmin een toename te zien. Dit in tegenstelling tot het online gebruik, dat als vorm van vrijetijdsbesteding maar liefst vervijfvoudigde tot 2,5 uur per week (als hoofdactiviteit).
De opmars van internet gaat samen met opmerkelijke verschuivingen binnen de totale tijd die Nederlanders aan media en ICT besteden. Dit zogenoemde mediatijdbudget is al jaren stabiel op zon 19 uur per hoofd van de bevolking per week (als hoofdactiviteit). De samenstelling van dat tijdbudget is echter wel danig veranderd. Sinds de intrede van pc en internet in de Nederlandse huishoudens steeg de tijdsbesteding aan deze ICT tot gemiddeld 3,8 uur per week (zie tabel 2). Tussen 2000 en 2005 ging dit zelfs ten koste van de televisiekijktijd. Die daalde met ruim anderhalf uur per week (-13%). Het lezen van gedrukte media geeft al geruime tijd een gestage teruggang te zien, al lijkt deze sinds 2000 wat te minderen. Ook het luisteren naar de radio en naar geluiddragers (meestal muziek) verliest verder terrein. Het voert te ver om de daling van de lees- en radiotijd aan de opmars van ICT toe te schrijven deze dalingen waren al gaande voordat er van thuis-pcs sprake was. Voor het gevoelige verlies van het aandachtig kijken naar de televisie is het echter moeilijk om een andere reden aan te voeren dan deze opmars.
Deze verschuivingen in het mediagebruik betekenen ook dat internet als informatiebron voor kunst en cultuur terrein wint. Voorheen waren de dagbladen en de televisie voor genteresseerden de belangrijkste bronnen om zich te informeren. Dat is nog steeds het geval, maar de positie van internet is in de eerste vijf jaren van de nieuwe eeuw wel sterker geworden. In 2000 gaf 3% van de bevolking aan internet als informatiebron voor kunst en cultuur te gebruiken. In 2005 was dit 7%. Steeds meer culturele instellingen digitaliseren hun aanbod en maken het via internet voor een breder publiek toegankelijk. Internationale vergelijking wijst uit dat Nederland hierbij een vooraanstaande positie inneemt. Een nieuw SCP-rapport met als titel Bezoek onze site geeft een overzicht van de vele, zeer diverse initiatieven rond het digitaliseren van culturele aanbod in Nederland. Het rapport biedt tevens inzicht in de kansen voor en knelpunten bij het digitaliseren van cultureel aanbod.

Auteur: Jos de Haan en Frank Huysmans j.de.haan@scp.nl
Referenties: Literatuur Koen Breedveld, Andries van den Broek et al. (2006) De tijd als spiegel: hoe Nederlanders hun tijd besteden. Den Haag: SCP. Jos de Haan, Rene Mast, Marleen Varekamp en Susanne Janssen (2006.) Bezoek onze site; over de digitalisering van het culturele aanbod. Den Haag: SCP. verschijnt 13 december.
468

Reactie verzenden

Share This