In Nederland zijn 950 watersportclubs actief, zo bleek uit een telling over 1997. Dit zijn er bijna evenveel als in 1994.
Naast het beoefenen van diverse vormen van watersport ondernemen veel clubs nevenactiviteiten. Zo geeft ruim de helft van de watersportclubs theoretische of praktische instructie en exploiteert 40 procent een jachthaven. Een derde van de clubs met instructie geeft les in zeilen, een kwart in kanovaren. De watersportclubs hebben aan 20 duizend cursisten instructie in theorie of praktijk gegeven.
In totaal zijn er 170 duizend mensen lid van een watersportclub. Gemiddeld komt dat neer op 180 leden per club. Opvallend is de relatief hoge leeftijd van watersporters: negen van de tien leden van watersportclubs zijn 18 jaar of ouder. De meeste leden zijn te vinden bij clubs met als activiteit zeilen en motorbootvaren.
Gemiddeld betalen leden van een watersportclub 100 gulden per jaar aan contributie. De hoogte van de contributie is af-hankelijk van de sport die leden bij de club beoefenen. Kano- en roeiclubs rekenen het hoogste bedrag: hier is de contributie 170 gulden per jaar.
De totale baten van watersportclubs bedragen 66 miljoen. De lasten liggen met in totaal 62 miljoen gulden op hetzelfde niveau als 1994. De baten bestaan voor driekwart uit contributies, lesgelden en verhuur van ligplaatsen en vaartuigen. De lasten bestaan voor 60 procent uit rente en afschrijvingen, aankoop van bootbenodigdheden en overige uitgaven.
De werkzaamheden bij watersportclubs worden over het algemeen verricht door vrijwilligers. Twee derde van de clubs maakt gebruik van vrijwilligers die de verschillende taken voor de club uitvoeren. Slechts zeven procent van de clubs heeft personeel in loondienst. Bij watersportclubs komt het voor dat leden verplicht worden om werkzaamheden voor de club te verrichten. Dit is bij bijna de helft van de clubs het geval. Bij een kwart daarvan kunnen leden die verplichting afkopen door middel van een storting in de clubkas.
De omvang van de recreatieve activiteiten op het water spiegelt zich in de hoeveelheid jachthavens in Nederland: ruim 800, deels gerund door clubs, deels door particuliere exploitanten. Eind 1997 beschikten deze jachthavens over ruim 142.000 ligplaatsen, wat overeenkomt met een gemiddelde van 180 ligplaatsen per haven. Ruim driekwart van de ligplaatsen wordt het hele zomerseizoen aan een vaste klant verhuurd. Overigens wordt een op de acht plaatsen verhuurd aan een buitenlandse watersporter.
