Selecteer een pagina

Nieuwe bioscoopzalen: slag om de filmbezoeker

Algemeen
Nederland krijgt er in de aankomende jaren veel megabioscopen bij. Ook arthouses investeren in nieuwbouw. Insiders betwijfelen of er voldoende bezoekers zullen zijn voor al die nieuwe zalen. Onderzoek toont steeds weer aan dat Nederlanders niet erg film-minded zijn. Filmondernemers ontwikkelen daarom verschillende plannen om de (oudere) Nederlander terug te lokken naar het witte doek.


Op 6 april opende Path Arena, Nederlands grootste bioscoop, zijn deuren. Comfortabele stoelen, veel beenruimte, grote schermen en een superieur beeld en geluid moeten de inwoners van groot-Amsterdam naar de veertien zalen lokken. Met zijn ligging aan de stadsrand, pal naast het Ajaxstadion, mikt het bioscoopbedrijf vooral op gezinnen met kinderen uit de buitenwijken en dorpen in de omgeving. Voor hen is de reis naar de binnenstad te omslachtig, verklaarde Path-directeur Lauge Nielsen eerder in MM Nieuws. Ondertussen investeert Path in een tweede megabioscoop, die gepland is aan de Munt in Amsterdam. Ook parel-in-de-kroon Tuschinski wordt opgeknapt.

De plannen van Path staan niet op zichzelf. Alleen al in Amsterdam worden in de komende tijd 39 nieuwe filmzalen geopend. Deskundigen als Frank van de Putte van de Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten verwachten dat het moeilijk zal zijn om veel nieuwe bezoekers te trekken. Het bezoek zal zeker stijgen door de megabioscopen, maar het is niet duidelijk of het voldoende is en iedereen ervan profiteert.

Bioscoopbezoek groeit langzaam
De bouwgolf in nieuwe accommodaties komt op een moment dat het bioscoopbezoek langzaam groeit en de bioscoopbranche omhoog krabbelt uit het diepe dal van de jaren tachtig. In 1978 gingen nog 30,5 miljoen mensen naar de film. Door de economische recessie en de introductie van de videorecorder liep dat bezoekersaantal terug tot 13,7 miljoen in 1992. Vanaf 1993 liepen die cijfers weer gestaag op tot een voorlopig record van 20,1 miljoen in 1997. Alleen een film als Titanic was al goed voor 3,4 miljoen bezoekers.
Ook de bezoekfrequentie is het afgelopen decennium iets gestegen: van 0,9 naar 1,2 bezoeken per persoon per jaar. Vooral twintigers zorgden voor die stijging. Samen met de groep van dertigers vormen zij nog altijd de helft van de bioscoopbezoekers. Bioscoopexploitanten zien daarom in dat het bezoekersprofiel in de komende jaren breder zal moeten worden. De comfortabele en goed bereikbare megabioscopen spelen daarin een belangrijke rol.

In Europees opzicht is een bezoekfrequentie van 1,2 uitzonderlijk laag. Op Finland en Griekenland na heeft ons land per hoofd van de bevolking het laagste aantal filmbezoekers en het kleinste aantal schermen. Investeerders in nieuwe megabioscopen gokken dan ook vooral op het activeren van het grote aantal niet-bezoekers. Bij Nederlands eerste megabioscoop in Maastricht (1994) is dat gelukt: het bezoek steeg in n jaar met 75%. Latere multiplexen in Rotterdam en Den Haag realiseerden een veel kleinere groei. Path-directeur Lauge Nielsen verklaart het verschil met een verwijzing naar de sluiting van veel oude zalen in deze steden. Je kunt de multiplexen hier het best als vervangingsinvesteringen zien.

Druk op filmhuizen
Naast het verhogen van het bezoekersaantal en het verbreden van het bezoekersprofiel wordt ook in megabioscopen genvesteerd om de hogere omloopsnelheid van films op te kunnen vangen. Producties moeten in steeds kortere tijd hun geld opbrengen. Filmmaatschappijen proberen hun films daarom in zoveel mogelijk zalen tegelijk te vertonen. Het gevolg is dat het filmaanbod sterk verschraalt. De NFC (Nederlandse Federatie voor de Cinematografie) heeft berekend dat de twintig meest succesvolle films inmiddels voor een slordige tachtig procent van de omzet zorgen. De komst van megabioscopen zal die tendens alleen maar versterken. De mainstream Hollywoodfilm haalt in de bioscopen nu al een marktaandeel van bijna 85%.
Die nadruk op succesvolle Amerikaanse producties is in het filmhuiscircuit goed te merken. In gesubsidieerde filmhuizen worden experimentele films steeds vaker verdrongen door beter lopende kwaliteitsfilms die buiten de top 20 vallen. Gerard Bunnik, directeur van de Associatie van Nederlandse Filmtheaters, vindt het prima dat gesubsidieerde filmtheaters ook betere lopende producties vertonen. Maar er moet dan wel worden genvesteerd in meer en betere zalen om het aanbod breed te houden en de bezoekersgroei op te vangen. Tussen 1990 en 1998 is het arthouse-bezoek bijna verdubbeld. Het ministerie en de meeste gemeenten houden volgens hem echter de hand op de knip.

Voorlopig zijn het vooral kleine distributeurs of individuen die nieuwe filmhuistheaters opzetten en exploiteren. Het Ketelhuis van Marc van Warmerdam (1 zaal, Westergasfabriek) en het Cineship van Cinemien (4 zalen, zuidelijke IJ-oevers) in Amsterdam zijn daarvan goede voorbeelden. Toch ziet ook een groot concern als Wolff Cinema Groep (met 27 doeken nummer vier in Nederland) brood in deze sector. Sinds kort exploiteert het concern in Groningen in samenwerking met het lokale filmhuis een nieuw theater. Wolff is verder van plan om in het centrum van Utrecht een cultiplex met acht of negen zalen te openen. Van oudsher hebben we nauwe banden met het arthouse-circuit, verklaart mededirecteur Rob de Waard.

Extra marketinginspanningen nodig
De nieuwe zalen in de mainstream en art-house circuits moeten wel gevuld worden met nieuwe bezoekers. Hoe denken koepelorganisaties de Nederlander weer naar de bioscoop te lokken? NFC-marketingmedewerker Ren Muller is bezig een collectieve actie op te zetten, die vooral is gericht op de oudere filmliefhebbers. Veel mensen met kinderen gaan amper meer naar de film, terwijl ze er wel mee zijn opgegroeid. Hoe die actie eruit gaat zien, kan hij nog niet vertellen. In ieder geval zal er worden samengewerkt met een A-merk. Bij andere collectieve marketingactiviteiten heeft de NFC daar goede ervaringen mee opgedaan. Vooral de nationale 2 voor 1 zomeracties, waarbij iedere bezoeker een tweede bioscoopkaartje gratis krijgt, zijn erg succesvol. In de traditioneel slappe junimaand levert deze campagne gemiddeld 20% extra bezoekers op. Opvallend hoog is daarbij het aandeel dertigplussers normaal geen frequente bezoekers.

Andere collectieve activiteiten als de Nationale Bioscoopbon en de Nationale Bioscoopdagen goed voor zeker 200.000 bezoekers zorgen eveneens voor extra bezoekersstromen. De bioscoopbon is qua omzet in vijf jaar tijd bijna verdrievoudigd. Berekend is dat 21% van de ontvangers zonder deze bon niet naar de bioscoop zou zijn gekomen. Hetzelfde geldt voor 66% van hun meegekomen gasten.

Prijzenslag op komst?
Aan n ding wordt niet gesleuteld en dat is de prijs van het bioscoopkaartje. Toch becijferde het CBS onlangs dat bioscoopkaartjes in Nederland relatief duur zijn. De komst van Europees marktleider Kinepolis naar Nederland zou in deze situatie wel eens verandering kunnen brengen. Kinepolis ontwikkelt plannen in Tilburg, Den Bosch en Diemen. Als die plannen doorgaan, zal de nieuwe partij zich zeker in Diemen in de markt moeten vechten. Path-directeur Nielsen houdt in ieder geval alvast rekening met agressieve prijscampagnes. We zullen ons met Path-Arena profileren op sfeer, maar wanneer het tot een prijzenslag komt, sluit ik niet uit dat we mee moeten. Directeur Rob de Waard van Wolff Cinema Groep, dat acht zalen met mainstream Hollywoodfilms in Amsterdam-West neerzet, vindt speculaties over het gedrag van Kinepolis veel te voorbarig. Laten we eerst maar eens kijken of die megabioscoop in Diemen werkelijk van de grond komt. Niemand kan in de toekomst kijken. Voor onze locatie verwacht ik in ieder geval weinig effect.

Auteur: Jaco Boer
468

Reactie verzenden

Share This