Selecteer een pagina

Nieuwe spelregels

Kleine fondsen en de vloedgolf aan aanvragen

Fondsenwerving
Grote fondsen staan vaak in de aandacht, maar wat is de stand van zaken bij de kleinere, particuliere fondsen, veelal ontstaan op initiatief van een vermogende weldoener? Wat merken zij van de verschuivingen in het culturele landschap en hoe spelen zij daar op in?

Grote fondsen staan vaak in de aandacht, maar wat is de stand van zaken bij de kleinere, particuliere fondsen, veelal ontstaan op initiatief van een vermogende weldoener? Wat merken zij van de verschuivingen in het culturele landschap en hoe spelen zij daar op in? Opvallend is dat het lastig bleek te zijn medewerking te krijgen voor dit artikel. Bestuurders en directeuren gaven aan geen tijd te kunnen maken voor een interview. Worden ze overspoeld met aanvragen en kunnen ze de stroom nauwelijks afhandelen? Of willen ze liever geen openheid van zaken geven en beraden ze zich op hun beleid? Voor veel fondsen geldt immers dat hun budgetten de afgelopen jaren zijn geslonken, terwijl het aantal aanvragen is toegenomen. Tom Bax van Janivo Stichting, Geert Boogaard, adviseur in de cultuursector en voorheen werkzaam bij het VSBfonds en stichting DOEN, en een aantal culturele instellingen waren bereid hun ervaringen te delen.
Bij een rondgang langs de websites van diverse fondsen en de gesprekken
met betrokkenen valt een tweedeling op. Een deel van de fondsen
probeert door middel van meer duidelijkheid, transparantie en een
aangescherpt beleid beter grip te krijgen op de toestroom aan aanvragen.
Ze starten met een website, veranderen de aanvraagprocedure en
criteria of geven meer openbaarheid over de besteding van hun budget.
Dit laatste overigens vooruitlopend op nieuwe wetgeving die daar vanaf
2014 om vraagt. Fondsen willen graag ‘het verschil’ maken en duidelijker
impact van hun bijdrage zien, zeker in deze tijd. Het resultaat hiervan is
dat deze fondsen steeds vaker zelf actief op zoek gaan naar een beperkt
aantal interessante projecten en daar dan vaak ook grotere bedragen aan
toekennen.
Daartegenover staat een aantal fondsen dat moeilijk vindbaar is, geen
website heeft of slechts summiere informatie biedt, telefonisch niet benaderbaar
is en de criteria zo algemeen mogelijk houdt. Ze zien wel wat er
op hen afkomt. Deze fondsen hebben meestal geen medewerkers in dienst
en het bestuur bestaat deels uit familieleden van de oprichters. Voor hen
is het bekijken van de aanvragen een goede vrijetijdsbesteding. Efficiëntie
speelt daar minder een rol. Doel is vooral om de bij het gedachtegoed van
de oprichters passende krenten uit de pap te vissen.
Strengere eisen
De fondsen die actief aan de slag gaan om het werk beheersbaar te
houden, doen dat onder andere door strengere criteria te formuleren.
Denk daarbij aan hogere of veranderende eisen als het gaat om het eigen
verdienvermogen van culturele instellingen, of het aantal betrokken
vrijwilligers. Een realistische begroting die in een verhouding is met de
omvang van een project en het creatief inzetten van mensen en middelen
om een voorstelling, tentoonstelling of educatief project van de grond te
krijgen, wegen steeds zwaarder bij de honorering.
Daarnaast beperken steeds meer fondsen het aantal of de aard van de
thema’s waarop aangevraagd kan worden. Tom Bax: “We hebben meer
focus aangebracht en financieren alleen nog aanvragen van culturele
activiteiten die een verbinding hebben met een ander thema dat we
steunen, namelijk Mens & Maatschappij. Dan gaat het dus om culturele activiteiten met een sociaal maatschappelijk onderwerp of projecten
met of door mensen met een beperking. Daarnaast hebben we een
bovengrens gesteld van €5000 voor aanvragen op het gebied van kunst
en cultuur.”
Ook is de tendens zichtbaar dat fondsen hun procedures aanpassen.
Er dient dan eerst een vooraanvraag of quick scan ingediend te worden
alvorens men wordt toegelaten tot de volledige aanvraagprocedure.
Voordeel is dat de aanvrager sneller weet waar hij aan toe is. Steeds
meer aanvragers nemen ook zelf vooraf contact op met de fondsen
om te overleggen of het zinvol is een aanvraag in te dienen. Logisch
gezien het feit dat culturele instellingen en kunstenaars hun tijd efficiënt
moeten besteden en toch al meer moeite moeten doen om hun projecten
gefinancierd te krijgen.
Nadeel van de uitgebreidere procedures en strengere criteria is dat
de procedures meer tijd in beslag nemen, en er ook toe kunnen leiden
dat innovatieve voorstellen of bijzondere pareltjes er niet meer doorheen
komen. Reden van een strengere selectie aan de poort is ook dat de fondsen
minder risico willen lopen. Janivo Stichting zegt juist ook innovatieve
culturele activiteiten te ondersteunen. “Dat daar soms enig risico aan vast
zit, vinden we niet erg. Risico nemen en ondernemen zit in de genen van
de oprichters”, aldus Tom Bax. Toch hebben de geïnterviewden de indruk
dat er tegenwoordig behoudender wordt geselecteerd, ingegeven door
het grote aanbod aan aanvragen en de afname van de budgetten van de
fondsen. Ook wordt in toenemende mate met andere fondsen overlegd
over toekenningen.
Ook voor de kleine fondsen blijft het moeilijk om – noodgedwongen
– goede projecten af te moeten keuren. Een trend die de komende jaren
zal blijven aanhouden. Zolang er meer culturele plannen zijn dan budget,
zullen zowel fondsen als cultuurproducenten creatief moeten zijn en zich
in elkaar moeten verdiepen. Ze hebben immers een gezamenlijk belang:
het laten bloeien van kunst en cultuur.

Auteur: Sofie Bienert is adviseur bij Leenaers Verloop en specialist in advies aan en ondersteuning van culturele instellingen op het gebied van sponsoring, fondsenwerving en mecenaat (sofie@leenaersverloop.nl).

468

Reactie verzenden

Share This