Selecteer een pagina

Onderwijs laat van zich horen

LOK-Conferentie

Algemeen

Iedere twee jaar organiseert het Landelijk Overleg Kunstlectoren (LOK) een conferentie, en dit jaar fungeerde de HKU als gastheer. Aangezien de betrokken lectoraten onderzoek doen naar thema’s die relevant zijn voor de creatieve sector, was de keuze voor het thema logisch. Het kunstonderwijs levert talent voor de creatieve industrie en doet relevant onderzoek voor de sector, maar wat is de plaats van dit alles in de context van de creatieve industrie?
Op 18 maart was het dan zo ver. De Toonkamer, Center for interior design, in Utrecht was klaar voor de conferentie. Studenten van de faculteit Beeldende Kunst en Vormgeving (HKU) zorgden ervoor dat de voormalige fabriekshal een industrieel tintje kreeg, met bewegende beelden van machinekamers geprojecteerd op de muren. De ruim 100 geregistreerde bezoekers kwamen voornamelijk uit de lectoraten en het onderwijs in het algemeen, maar ook een aantal intermediaire organisaties en brancheorganisaties was vertegenwoordigd.

Opening
Een korte presentatie van jonge, creatieve ondernemers leidde de dag in. Vervolgens werd iedereen gevraagd zijn ‘kaarten’, met daarop zijn persoonlijke visie op de creatieve industrie, op tafel te leggen ter kennismaking. Dagvoorzitter Jan IJzermans (HKU, Kunst, Media & Technologie) kondigde daarna keynotespreaker Gerald Bast (Rector Universität für Angewante Kunst, Wenen en Vicepresident bestuur European League of Institutes of the Arts) aan. Zijn bijdrage richtte zich voornamelijk op de rol die de creatieve industrie toegedicht krijgt door beleidsmakers en de rol die zij daadwerkelijk kan en wil vervullen. Bast is van mening dat cultuur niet gezien moet worden als een motor voor de economie, die op haar beurt weer een vehikel is voor de samenleving, maar dat cultuur zélf het vehikel moet zijn voor de samenleving. In de loop van de dag werd hier nog regelmatig aan gerefereerd. Het leek erop dat er veel draagvlak was voor zijn opvatting.
Aan een dertiental thematafels werd hierna van gedachte gewisseld over onderwerpen als de invloed van de crisis op de creatieve industrie, de relatie van kunstvakdocenten tot de industrie en ondernemerschap versus opdrachtgeverschap.

Werkateliers
Tijdens het middagprogramma presenteerde het Lectoraat Kunst & Economie haar opvangcentrum voor verlaten robots, een kennisproject over innovatie en het gebruik van nieuwe technologieën in de creatieve en culturele sector. Dit onderdeel werd opgeluisterd door de metersgrote robothond van kunstenaar Freerk Wieringa.
In de namiddag waren er een vijftal werkateliers ingericht, die de bezoekers en sprekers de mogelijkheid verschaften om dieper op een aantal onderwerpen in te gaan. De thema’s waren:
•    Alle opdracht is kunst
•    Cultureel ondernemerschap
•    Artistiek onderzoek
•    Leeromgevingen
•    Cultureel burgerschap

Het onderdeel cultureel ondernemerschap werd in twee delen besproken. Enerzijds was er aandacht voor het onderzoek, zoals over de strategievorming voor het creatief en cultureel MKB (HKU) en onderzoekslijnen die Kunstenaars&CO in de toekomst wellicht wil uitbesteden, anderzijds werd de praktijk van het ondernemerschap in het onderwijs belicht. Sommige opleidingen merkten op dat het vrijwel onmogelijk was in het huidige curriculum ook nog ruimte te vinden voor ondernemerschap als discipline. Vanuit de praktijkvoorbeelden werd hierop gereageerd met de tip dat ondernemerschap het beste tot zijn recht komt en zich uitstekend leent om verweven te worden in het bestaande programma.

Derde ruimte
De dagvoorzitter vatte de conferentie samen onder het genot van een borrel, en liet de sprekers van de verschillende werkateliers de gevoerde discussies toelichten. Hierna was het tijd voor het diner.
Tijdens het diner werd de tafelrede verzorgd door prof. dr. Hans Mommaas (Universiteit Utrecht, Universiteit Tilburg). Mommaas sprak over de derde ruimten: die ruimten die tussen mentale en fysieke ruimte vallen, of tussen twee verschillende gebieden. Juist de lectoraten maken deel uit van zo’n ruimte, namelijk die tussen het onderwijs/onderzoek en de praktijk. Mommaas stelde in zijn rede dat het van belang is om te kijken hoe je juist vanuit de autonome kunsten het verband kunt maken met de economie en strategie. Mochten de lectoraten erin slagen hier iets mee te doen, dan hebben ze werkelijk goud in handen besloot hij.

Conclusie
Met nieuwe inzichten en bemoedigende geluiden over de kracht van de creatieve industrie en hun rol hierin, konden de betrokken lectoraten zich terugtrekken. De dag na de conferentie werd door hen namelijk benut om te bezinnen en zich te verdiepen in de resultaten van de bijeenkomst. Hieruit vormt men nieuwe onderzoeksplannen voor zowel de lectoraten als voor andere partijen.
Wat de toekomst ons ook brengt, het mag duidelijk zijn dat er een grote rol is weggelegd voor de creatieve sector, als ze het maar wíl.

Succesvolle followup LOKconferentie
De dag na de LOKconferentie, 19 maart 2009, kwam een aantal kunstlectoren in het Walter Maashuis te Bilthoven bijeen om de resultaten van de conferentie te vertalen in actieplannen. De lectoren hebben drie onderzoekslijnen uitgestippeld die zij de komende twee jaar als uitgangspunt nemen voor gemeenschappelijke activiteiten. Onderzoekslijn 1 gaat over de plaats van onderzoek in het curriculum van bachelor- en masterstudenten in het kunstvakonderwijs. Over de noodzaak van dit onderzoek werd veel gesproken, maar een goed beeld van de kwaliteit ontbreekt. Onderzoekslijn 2 betreft de noodzaak van theorievorming over creatieve maakprocessen. Het begrip creativiteit wordt te pas en te onpas gebruikt, maar helderheid omtrent de eigen aard van het (autonome) maakproces bestaat vooralsnog niet. Ook dit wordt nu door de lectoren opgepakt. Onderzoekslijn 3 gaat in op de strategische positie van het kunstonderwijs en beoogt een bijdrage aan het debat over de creatieve economie vanuit de optiek van het kunstonderwijs. Hiermee komt een einde aan het stilzwijgen dat zo kenmerkend was voor deze onderwijssector. Aan deze onderzoekslijn werken ook lectoren van buiten de creatieve industrie mee.
Tussentijds worden er zogenaamde ‘werkdagen’ gehouden, die ook toegankelijk zijn voor experts die niet verbonden zijn aan kunst­lectoraten. Via een speciale website wordt verslag gedaan van de vorderingen. Over twee jaar, wanneer de volgende LOKconferentie gehouden wordt, worden de onderzoekslijnen geëvalueerd.
Plaats en tijd van de conferentie zijn ook al bekend: Schiermonnikoog, twee dagen in maart 2011.

Auteur: Mart van Zeeland (m.vanzeeland@gmail.com), Masterstudent Arts Management (MA AM) Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, verbonden aan het Lectoraat Kunst & Economie als student-onderzoeker, doet voor MMNieuws verslag van congressen en bijeenkomsten.

468

Reactie verzenden

Share This