Selecteer een pagina

Onze kracht zit in produceren van live entertainment voor het theater

Algemeen
Onlangs was Joop van den Ende weer in het nieuws, dit keer naar aanleiding van de perikelen rondom de nieuwbouw van theaters in Amsterdam, Utrecht en Maastricht. MMNieuws was benieuwd naar de plannen die Joop van den Ende op dit moment nationaal ontwikkelt, maar meer nog naar de activiteiten van diens bedrijf Stage Entertainment internationaal een van Nederlands meest succesvolle Nederlandse creatieve ondernemingen. We spraken met Maarten van Nispen (55), sinds 2000 werkzaam als manager corporate communication bij Stage Entertainment.


Maarten van Nispen studeerde Frans en Theaterwetenschappen, werkte enige tijd als docent Frans en schreef recensies voor kranten als Het Parool. Bij de Raad voor de Kunst was hij actief in verschillende commissies. Later werd hij verantwoordelijk voor de opbouw van de pr-afdeling. Hij werkte daarna als hoofd pers en publiciteit bij Christies en bij de Orde van Advocaten, om tenslotte bij Joop van den Ende Theaterproducties terecht te komen. Toen Van den Ende vanaf 2001 met Stage Entertainment de nationale grenzen overging, stapte hij over naar de holding.
Authenticiteit en retro zijn volgens Maarten van Nispen een trend. Mensen willen even op adem komen en uitrusten van de snelle ontwikkelingen van de laatste jaren. Ze zoeken naar veiligheid en naar wat ze van vroeger kennen. Ouders willen klassieke successen als TiTaTovenaar, Pipo, of de Fabeltjeskrant graag delen met hun kinderen. Sommige producenten spelen daar handig op in, zoals de makers van Shrek, die kinderen n ouders amusement bieden met een nieuwe, licht ironische kijk op vertrouwde sprookjeskarakters. Je ziet het ook in ons bedrijf, bijvoorbeeld met Ciske de Rat.
En oude groepen zoals The Police en Doe Maar gaan weer optreden. Joop van den Ende ziet dat en komt dit jaar met een Duitse musical, gebaseerd op de musical Doe Maar, maar nu met jaren 80 muziek van de Deutsche Neue Welle.

Stage Entertainment heeft zich de laatste jaren sterk internationaal ontwikkeld. Beperken de nationale en internationale activiteiten van Stage Entertainment zich tot musicals of ontwikkelen jullie ook andere producten?
Joop van den Ende is begonnen met toneel en dat is door de jaren heen een rode draad gebleven in zijn activiteiten. Hij heeft zich van agent van artiesten als Jeroen Krabb en Willeke Alberti ontwikkeld tot onafhankelijk toneelproducent. Daarbij ging het altijd om commercieel theater, want hij wilde geen subsidie. Hij zocht daarom steeds naar de combinatie van een goed stuk met bekende acteurs, zoals Cyrano de Bergerac met Ko van Dijk als regisseur. Diezelfde formule paste hij toe op televisie, bijvoorbeeld met Dagboek van een Herdershond.
Het geld dat hij verdienende met televisie investeerde hij weer in zijn toneelbedrijf. In die tijd maakte hij ook de revue, met Andr van Duin, tot een groot succes. Bij het 100-jarig bestaan van Carr kwam hij voor het eerst met de musical in aanraking. De directie van Carr haalde Cats naar Nederland. Dat was iets unieks, want het was de eerste keer dat een voorstelling in n theater bleef staan en het publiek daarvoor naar Amsterdam moest reizen. Joop van den Ende was hier zijdelings bij betrokken, maar hij was altijd al genteresseerd in musicals en hij zag de mogelijkheden van het genre. Daarna ging het snel, met Les Misrables en The Phantom of the Opera. In 1998 kocht hij alle live entertainment uit Endemol en richtte hij Stage Entertainment op.
Stage Entertainment steunt allereerst op de eigen theaters. We zijn begonnen met n theater, in Scheveningen, en op dit moment hebben we 29 theaters in zeven landen in Europa n in de VS. Eigen theaters hebben een duidelijk voordeel: wanneer een voorstelling succes heeft, kun je de looptijd ervan verlengen. En wanneer je nog een theater elders hebt, en je ziet dat een voorstelling niet naar verwachting presteert, kun je de productie naar een ander land, een ander theater overbrengen. Met een netwerk van theaters kun je gemakkelijk schakelen.
Bijzonder aan Stage Entertainment is dat het grote producties, zoals Tarzan, Mamma Mia! of The Lion King, in de eigen taal van een land produceert, met lokale acteurs, actrices en technici. We werken daarvoor altijd samen met de originele producent of licentiehouder.
Een andere belangrijke poot van het bedrijf is de ontwikkeling van eigen producties, zoals Ciske de Rat. Die producties worden ook aangepast aan de landen waar ze spelen. Zo heet de Duitse versie van de musical Doe Maar Ich will Spass. Daarvoor blijft alleen het script intact; de muziek, het decor en de kostuums worden allemaal veranderd. In die laatste poot van het bedrijf stopt Joop van den Ende al zijn energie. Hij is teruggetreden als directeur van het bedrijf en werkt nu in feite als een soort superproducent. Daarnaast is hij voorzitter van de Raad van Commissarissen.
Naast onze musicals ontwikkelden en produceerden we verder bijvoorbeeld de show van Hans Klok in Las Vegas. En Holiday on Ice is specialist op het gebied van ijsshows. Maar je kunt niet op alle terreinen goed zijn. Een show in een stadion is iets heel anders dan een musical. Onze kracht zit in produceren van live entertainment voor het theater.

In welke landen doen de producten van Stage Entertainment het goed en waar minder en waaraan ligt dat?
We hebben twee mature markets. Het begon in Nederland en daarna kwam Duitsland, waar Joop van den Ende al succesvol was met televisie. Vervolgens zijn we de rest van Europa in gegaan. De directe reden was dat een bedrijf moet groeien. Als je grote titels wilt binnenhalen, moet je als producent meetellen. De grote producenten, op Broadway of West End, willen best de Europese markt op, maar realiseren zich dat ze dat niet alleen kunnen, zonder een partner die Europa kent. Wanneer je vertelt dat je actief bent op de Nederlandse markt, waar zon 2,5 miljoen mensen naar musicals gaan er is geen land ter wereld waar zon aantal wordt gehaald zijn ze onder de indruk, maar ze zullen er geen commercile consequenties aan verbinden. Nederland is een te kleine markt voor Amerikanen. Als je ook in Duitsland actief bent, wordt het anders. Dat merkten we toen we met Disney onderhandelden. Zo hebben we een overeenkomst kunnen sluiten met Disney om hun exclusieve partner te worden voor theaterproducties in Europa. Vervolgens hebben we vergelijkbare overeenkomsten met andere grote producenten kunnen sluiten.
Na Duitsland zijn we eerst naar Spanje gegaan. Dat was de eerste jaren niet makkelijk. De musical wordt daar gezien als een lagere kunstvorm dan klassiek toneel. Bovendien kent een stad als Madrid een enorm aanbod, dus je moet ook zorgen dat je opvalt. En omdat we producties brengen met een hoog niveau, zitten we met onze prijzen ook in een hoog segment. Dat houdt dus hard werken in, en je markt rijp maken en een aantal jaren investeren. We hebben nu twee theaters in Madrid en n in Barcelona.
In Engeland kregen we pas vaste voet aan de grond, nadat we een aantal sleutelfiguren uit de theaterwereld aan ons wisten te binden. In Rusland staat vanaf dit najaar Beauty and the Beast, als opvolger van onze eerste twee Russische producties Mamma Mia! en Cats. In Itali gaan we volgend jaar in premire. Frankrijk kent geen echte musicaltraditie, maar we staan daar nu toch met The Lion King.

Hoe zit het met de ontwikkeling van nieuwe theaters in Nederland? Komt dat theater aan de Zuidas in Amsterdam er bijvoorbeeld, en die theaters in Utrecht en Maastricht?
We hebben aan de Zuidas veel last ondervonden van de vastgoedfraudezaak, maar Joop van den Ende heeft zich daar heel knap van losgemaakt. We zijn nu bezig om de bouw van het VandenEnde Theater aan de Zuidas weer op de rails te krijgen. En er zijn besprekingen gaande met Maastricht en Utrecht. Maar het gaat puur om theaters; we zijn niet meer betrokken bij de ontwikkeling van hotels of kantoren, zoals oorspronkelijk de bedoeling was.

De Nederlandse regering heeft de laatste tijd het economisch belang van culturele en creatieve producties en diensten onderstreept ook als exportartikel. Merken jullie iets van het overheidsbeleid? Worden jullie activiteiten bijvoorbeeld voldoende ondersteund?
Joop van den Ende heeft altijd geheel onafhankelijk geopereerd. Afhankelijkheid van andere partijen maakt de zaak alleen maar lastiger. Hij heeft dat dus altijd zo beperkt mogelijk gehouden. Uiteraard zijn wij afhankelijk van licentiehouders, omdat we die grote internationale titels moeten hebben. Maar die afhankelijkheid is tegelijk n van de redenen waarom we eigen content ontwikkelen.
Als je een nieuw theater wilt bouwen, heb je uiteraard te maken met de overheid, met de regelgeving. Joop van den Ende heeft meermaals opgemerkt dat dat in sommige steden erg lastig kan zijn. In Amsterdam bijvoorbeeld waar hij nu meer dan 15 jaar bezig is met het realiseren van zijn plannen. Een stad als Hamburg daarentegen, een ondernemende stad, met een haven, ziet het economisch voordeel van onze plannen. Daar is de overheid behulpzaam als het erom gaat dingen in gang te krijgen. Ze zien in dat een levendig muziekleven een aanzuigende werking heeft: er komen acteurs en actrices naar de stad, en dat creert een creatief klimaat. Ik herinner me een kop in een Hamburgse krant: Lion King maakt Hamburg weer tot de musicalhoofdstad van Duitsland. Joop van den Ende heeft er dan ook onlangs een hoge onderscheiding gekregen. Hamburg is blij met hem en zijn theaterbedrijf, want ze hebben berekend dat 25 tot 30 procent van de hotelovernachtingen in Hamburg terug te voeren valt op een bezoek aan de stad in combinatie met een bezoek aan een musical. In Amsterdam ging alles veel moeilijker. Allerlei locaties passeerden de revue en steeds ging het uiteindelijk niet door. Na veel omzwervingen kwam men met het voorstel voor een theater in Zuid-Oost, maar dat wilde Joop van den Ende uiteindelijk niet. Hij vond dat een theater binnen de ring moest zitten en de levendigheid van de stad moest voelen. Het werd een locatie bij de RAI. Maar op dat moment starten dan meteen ook allerlei (bezwaar)procedures. En misschien zijn die in Nederland wel heftiger dan elders alsof Nederland minder ondernemingsgericht is dan andere landen. Joop van den Ende vraagt niet om geld, de gemeente hoeft niet financieel bij te springen, maar hij vraagt wel om medewerking, zodat de procedures op tempo blijven. Toen hij eigenlijk zover was dat hij zijn plannen voor een theater in Amsterdam wilde opgeven zorgde Janine, zijn vrouw, voor een opening tijdens een informeel gesprek met burgemeester Job Cohen. Deze zei: Dat kan toch niet waar zijn! en heeft ervoor gezorgd dat er een veel positievere wind ging waaien. Er kwamen nieuwe afspraken, er werd tijd vrijgemaakt en het project kwam in een stroomversnelling.

Is er verschil in waardering voor de producten van Stage Entertainment in het buitenland en in Nederland?
In het buitenland zijn het musicalproducties van Stage Entertainment, maar in Nederland worden ze gezien als een productie van Joop van den Ende. Ook al is Joop van den Ende geen directeur meer en wordt het internationale bedrijf door Henk Kivits geleid, toch is voor het Nederlandse publiek Joop van den Ende een brand. Overigens geldt zowel in het buitenland als in Nederland dat het publiek niet zozeer ons bedrijf kent, maar vooral de titels van de producties. Onze pr en marketing draait op de positieve verwachtingen rond de naam van een musical.

Zou de overheid meer aan Holland-promotie moeten doen?
Dat gebeurt al. De Nederlandse cultuur is al internationaal. Rembrandt gaat over de hele wereld en ons voetbal ook, net als Victor & Rolf, DJ Tisto, het Concertgebouworkest, het Nederlands Danstheater en Remco Koolhaas…

Je noemt nu Rembrandt, DJ Tisto en het Nederlands voetbal in n adem. Zou je daar ook de producten van Stage Entertainment bij kunnen noemen?
Wij werken internationaal op het gebied van live entertainment. Voetbal zou je ook live entertainment kunnen noemen en DJ Tisto ook, maar er is n wezenlijk verschil. Het Nederlands voetbalelftal is Oranje en Holland en brengt het Hollandse naar het buitenland. Als Stage Entertainment in Duitsland iets doet, doet het dat in de Duitse taal met Duitse acteurs. In Duitsland gelden wij ook als een Duits bedrijf en in Frankrijk denken ze dat we een Frans bedrijf zijn. En dat doen we bewust.

Reken je wat Stage Entertainment maakt tot het Nederlands cultureel product?
Ja, met het woord cultureel onderstreept. Onze musicals zijn entertainment, maar op niveau. Mensen gaan ontroerd weg, het doet iets met ze en dus is het een cultureel product. Het appelleert aan je zintuigen en aan je denken. Ciske confronteert mensen met dingen. Er wordt altijd gezegd dat musicals licht zijn, maar er gebeurt nogal wat in die musical: de oorlog speelt een rol, een jongetje vermoordt zijn moeder en raakt daardoor psychisch in de knoop. Wij maken altijd combinaties van licht met zwaar. Wij proberen ook altijd om acteurs uit het gesubsidieerde circuit te engageren, zoals Victor Lw of Carice van Houten. Ivo van Hove heeft Rent bij ons geregisseerd. We brengen een sprookje als Beauty and the Beast naast Passion van Sondheim we presenteren verschillende stromingen uit het aanbod van musicals en we proberen zo voor iedereen in Nederland een gevarieerd aanbod te maken.

Vind je dat Nederlandse culturele ondernemers het goed doen?
Ja, kijk maar naar Eyeworks en Endemol met hun televisie-formats. Nederland doet het ook goed in de gaming-industrie. En denk eens aan de voortdurende stroom bezoekers van De Efteling. Onze mensen worden ook hoog gewaardeerd door een bedrijf als Disney. De Nederlandse Tarzan is beter dan de productie op Broadway, dat vinden ze in de VS ook.

Heb je tot slot tips voor cultureel en creatief ondernemers die in het buitenland activiteiten willen ontplooien?
Joop van den Ende zegt vaak: Ga naar het buitenland, maar je hebt even vaak hulp nodig. De VandenEnde Foundation geeft vaak beurzen voor individuele artiesten. Maar waar het vooral om gaat is, dat je zeer overtuigd bent van wat je doet, en dat je anderen kunt overtuigen van je gedrevenheid en talent. De cultuur in Nederland is na de Tweede Wereldoorlog steeds meer afhankelijk geraakt van overheidssubsidies. Kunstenaars zouden actiever moeten worden in ondernemerschap. Een dichter kan in plaats van 50 misschien wel 500 bundels verkopen, maar hij heeft voor zon schaalvergroting wel iets nodig bijvoorbeeld op het gebied van communicatie of marketing en voor dat onderdeel zou hij financile ondersteuning moeten kunnen krijgen. De overheid zou mensen met talent en passie op die manier de ruimte moeten geven om zich in Nederland, maar ook in het buitenland te profileren. Los daarvan moet de overheid natuurlijk altijd bepaalde vormen van oneconomische kunst blijven financieren, want de cultuur moet zich kunnen blijven ontwikkelen. Ondernemerschap is jarenlang een ondergeschoven kindje geweest en nu lijkt het alsof de balans naar de andere kant doorslaat, maar je moet natuurlijk niet weer te veel alleen de nadruk leggen op ondernemerschap.

Auteur: Pieter de Nijs redactie@mmnieuws.nl
468

Reactie verzenden

Share This