Selecteer een pagina

Oog om oog

Algemeen

Beste Esther,
28 Januari gaat het gebeuren, de grote verandering. Nieuw gezicht, nieuwe naam, nieuwe identiteit. Een hele operatie. Ja. Maar t is alleen de buitenkant. Verder blijven we dezelfde. Maar dan beter.
Aldus de letterlijke tekst van het tv-spotje waarmee Libertel ons vertelt dat het bedrijf opgaat in Vodafone.

In mijn oren blijven vraagtekens haken: zit er niet iets vreemds in de bewering dat je identiteit, je eenheid van wezen volgens Van Dale, een verandering ondergaat, maar dat je verder dezelfde blijft? Want wat ben je anders dan je identiteit? Het is een intrigerende bewering: ik word iemand anders maar blijf dezelfde. (Maar dan beter.)
Dit misverstand wordt in de tekst snel rechtgezet: het gaat alleen maar om de buitenkant.
Identiteit is buitenkant: dat klopt als je denkt aan de term corporate identity, die meestal wordt gebruikt ter aanduiding van het begrip bedrijfsimago. Dat is business-jargon. Jargon is iets anders dan gewone taal en de rare knak in de advertentietekst zit hem in het binnenhalen in onze gewonemensentaal van deze jargonbetekenis van het begrip identiteit.

Grappig hoe we decennia lang al maar individueler (denken te) worden en meer en meer hechten aan onze identiteit en de expressie daarvan, om uiteindelijk de conclusie opgedrongen te krijgen dat identiteit alleen de buitenkant is.
Ach, dat individualistische gedoe heeft ook zijn beste tijd gehad. Ieder mens is uniek? We weten beter. De genen zijn in kaart gebracht en de theorie van Howard Bloom (gezien in Het gevoel van De Poel, echt een programma van deze tijd) maakt een zegetocht door de wetenschappelijke wereld. Volgens hem vormen alle mensen samen net zo goed n brein als alle zenuwcellen in het brein van n mens. (Jij en ik bestaan uit meer cellen dan het aantal mensen dat ooit geleefd heeft.)
Zoals een persoon eigenlijk een grote kolonie samenwerkende cellen is bewustzijn is een klein en misleidend bonustoefje daarbovenop zo vormen alle mensen samen ook weer een megabrein, waarvan de zenuwverbindingen worden gevormd door taal. Aldus Bloom. Het is te begrijpen dat het megabrein door alle technische innovaties (van boekdrukkunst tot mobiele telefoon) steeds sneller is gaan werken en de vraag is of het ooit ook zelfbewustzijn zal ontwikkelen.
Dit zijn fijne bespiegelingen, toch? Vroeger zei men wel: Wow!
Rolf

Beste Rolf,
Dat het schuiven met identiteit binnen de telefoniebranche aan de orde is, verbaast mij niets. Hier veroorzaakt de techniek zelf een verandering. Om in de termen van Howard Bloom te spreken: Iedere zenuwcel heeft er weer een contactpuntje bij gekregen. Maar wel een nieuw type contactpuntje.
Het meest opvallende aan de mobiele telefoon is niet zozeer dat hij verplaatsbaar is, alswel dat hij persoon-gebonden is in plaats van adres-gebonden. Nooit meer iemand opbellen met het risico zijn gezinsleden aan de lijn te krijgen. Het is dan ook totaal ongepast om andermans mobiel op te nemen.
Ook de massale introductie van nummerherkenning maakt dat het mobieltje anders met identiteit omgaat dan de klassieke telefoon. Een van mijn vrienden heeft de moeite genomen zichzelf te beschermen tegen nummerherkenning, maar doordat zij de enige is, kan ik toch altijd mijn telefoon opnemen met een vrolijk: Hallo Judith! als ik drie kruisjes zie verschijnen in mijn display. Dit doet mij groot plezier. Geheel tegengesteld aan dit gebrek aan privacy is de mobiel de eerste telefoon waarmee je anoniem kunt bellen: een pre-paid telefoon verstrekt de beller het voorrecht ongeregistreerd te zijn.
Er zijn dus nogal wat identiteitsverschuivingen aan de hand rond deze vinding. De techniek is minder neutraal dan zij lijkt.

Ik moet zeggen dat de komst van de mobiele telefoon in mijn leven een grote ontspanning gebracht heeft. Al mijn grootsteedse vrienden heb ik nu weer onder handbereik, de stad is weer mijn dorp, mijn schoolplein. Wat ze ook aan het doen zijn en waar ze dat ook aan het doen zijn, ik kan iedereen overal bereiken, eventueel zonder te hoeven storen met een bescheiden smsje. Het is veel gemakkelijker geworden om mensen te ontmoeten zonder weken van te voren een afspraak te maken. Het bellen maakt het snelle en vluchtige buurten mogelijk, wat mij wel bevalt. Als mijn werk uitloopt, als mijn trein een uurtje vertraging heeft, als ik toevallig in de straat ben en aan wil waaien, kan ik soepel inspelen op de nukken van het moment. Wie mij mist kan mij altijd bellen, en dat wentelt een zware verantwoordelijkheid van mijn schouders. De keerzijde is dat iedereen hier ook op rekent. Ik denk dat de NS zijn tijdschema nooit zo uit de hand had laten lopen als de bevrijdende mobiel er niet geweest was. Dan waren de reizigers veel eerder in opstand gekomen. Misschien is er zelfs een monsterverbond gesloten tussen de NS en de telefoniebedrijven, iedere vertraagde trein levert immers een kapitaal aan belminuten op.
Het monopolie van de staat op de telefonie is voor het eerst werkelijk doorbroken. Was de telefoonverbinding vroeger zoiets als de aansluiting op stromend water, een gunst die je door de overheid werd verleend en waar je soms maanden op moest wachten, zo zijn er nu verschillende bedrijven door wie ik mij met mijn sociale dorp kan laten verbinden.
Is het deze achtergrond die het mogelijk maakt dat Libertel zo gemakkelijk van identiteit veranderd? Verschuift de tijdgeest nu, na een steeds groter wordende nadruk op het individuele, langzaamaan in de richting van een alomtegenwoordig technologisch netwerk? Dan zou het zo kunnen zijn dat het belang dat wij hechten aan een afgeperkte identiteit langzaam vervangen wordt door een cultuur van mondiale versmelting en openstelling van identiteiten als bacterin die zich delen om vervolgens weer nieuwe clusters en symbioses aan te gaan.

Het goede voorbeeld wordt vast gegeven door de telefoniebedrijven.
Esther

Auteur: Rolf Hermsen, grafisch ontwerper (GITS), Esther Polak(Amsterdam 1962) is beeldend kunstenaar en publiceert met een zekere regelmaat in verschillende tijdschriften.
468

Reactie verzenden

Share This