Selecteer een pagina

Oog om Oog: De voorstelling begint en eindigt op straat

Tiende Theaterafficheprijs

Algemeen
Maandelijks een e-mailwisseling tussen communicatieprofessionals over vorm, beeld en inhoud.


De rubriek Oog om Oog staat onder redactie van
Rolf Hermsen, grafisch ontwerper (GITS).
Esther Polak (Amsterdam 1962) is beeldend kunstenaar en
publiceert met een zekere regelmaat in verschillende tijdschriften.

Beste Esther,
Ten onrechte is de Riem + Honig Theaterafficheprijs 2001 naar Affiche zonder titel gegaan (ontwerp Anthon Beeke). Dit vrijwel autonome kunstwerkje fleurde het straatbeeld op met krachtige letters en lekkere zeefdrukkleuren, maar daarmee is het nog geen geslaagd ontwerp.
In MMnieuws 8 van vorig jaar hebben Eymert van Manen en ik daar al een pagina over volgezeurd, dus laat ik volstaan met het herhalen van deze ene constatering aangaande Affiche zonder titel: de mogelijke humor ontgaat me en de mogelijke pretenties hebben, zoals zo vaak, opdikkende aspecten net als met opdikkend papier: even licht als ander papier, maar het voelt dikker aan.

Onlangs hoorde ik de sympathieke design-ridder Guus Ros zeggen (in een context die met dit stukje niks te maken heeft) dat theateraffiches gewoon annonces zijn. Daar heeft hij groot gelijk in, want de kernkwaliteit van elk affiche is dat het iets aankondigt. Affiche zonder titel kondigt vooral zichzelf aan en schiet dus tekort. En dat mankement wordt dan niet alleen door een serieuze jury (onder leiding van diezelfde Guus Ros) bekroond, maar zelfs in het juryrapport omschreven als ultiem resum (…) van wat er de afgelopen tien jaar aan theateraffiches voorbij kwam [zie pagina 34]. Cynisch hoor. De beste theateraffiches hangen niet op straat om ons naar een voorstelling te krijgen, maar bij wijze van openbare kunst, gefinancierd uit oneigenlijke middelen.
Tot die slotsom waren we in deze rubriek ook al eens gekomen (MMNieuws 9/10, 2000), maar dat was als grapje bedoeld.
Je moet ook alles uitleggen.

Over uitleg gesproken: het juryrapport is al bijna even hermetisch als de bekroonde poster. Het afiche is door de jury uitvoerig besproken. Maar wat is er dan gezegd? Het is een inspirerend en fantastisch affiche. Ze vonden het mooi, dus. Wim T. Schippers geeft een prachtige voorzet die door Anthon Beeke subliem is ingekopt. Zon zin klinkt als een klok, maar wat is de informatiewaarde?
Als verantwoording is het juryrapport blijkbaar niet bedoeld. Dat ergert me, want ik vind dat gemaakte keuzes verantwoord moeten (kunnen) worden.
Vorig jaar ging de prijs naar een serie van drie affiches (Een echte Van Dongen). Dit keer is met Affiche zonder titel geen serie of campagne bekroond, maar een op zichzelf staand ontwerp. Ten onrechte. Want deze poster stond niet op zichzelf. Tegelijkertijd hing er nog een andere poster op de driehoeksborden. Deze leek genoeg op Affiche zonder titel om de indruk te wekken dat het hier om een miniserie ging, maar het idee erachter was heel anders. In ieder geval stond er overduidelijk op waar het om ging. Daarmee deed deze tweede poster eigenlijk afbreuk aan het concept, de grap, van de eerste.
De combinatie van die twee posters heb ik altijd mysterieus gevonden. Dus vorige week toch maar even naar opdrachtgever Toneelgroep Amsterdam gebeld. Wat blijkt? Ook die tweede poster is een ontwerp van Beeke. Waarom twee posters? Volgens de communicatiemedewerker van TA, na ruggenspraak: We konden niet kiezen, vonden ze allebei even mooi…

Toch is maar n affiche ingestuurd voor de theaterafficheprijs. Ze zijn dan ook niet allebei even mooi. Ik vermoed, eerlijk gezegd, dat Toneelgroep Amsterdam het destijds niet aandurfde met alleen Affiche zonder titel: te weinig informatiewaarde. Dan die ander er ook maar bij, voor de zekerheid. (En trouwens, wat is mooier dan n Anthon Beeke? Twee Anthon Beekes!)
Of de twee posters wel of niet als serie bedoeld waren, interesseert me niet. Ze hingen samen op straat, verwezen naar elkaar en vormden dus een samenhangend geheel. Met helaas als negatief kenmerk dat ze elkaar niet versterkten maar verzwakten.

Ten onrechte is de Theaterafficheprijs 2001 naar de betere helft van een niet erg geslaagd tweeluik gegaan.
Rolf

Beste Rolf,
Om een beetje in deze materie te geraken ben ik naar het Theaterinstituut gesneld.
De theaterafficheprijs bestaat dit jaar precies tien jaar en daar zijn een tentoonstelling en mooi uitgegeven boek aan gewijd.
Toen ik binnenkwam zag ik een zaal vol affiches. De veelheid maakte mij duizelig. De affiches waren opgehangen op imitatiezuilen, een leuk idee maar de zaal was eigenlijk te klein. Om een affiche goed te bekijken moet je afstand kunnen nemen. En dat kon hier niet.
Een vriendelijke suppoost legde mij uit hoe de selectie tot stand is gekomen: Om in aanmerking te komen voor de prijs moet de ontwerper zelf zijn werk insturen. Dat gebeurt jaarlijks met 400 tot 600 affiches. Dan buigt de jury zich over deze inzendingen. Letterlijk, want zij worden op een zaterdagmiddag in september allemaal uitgespreid in de gangen en foyers van de Amsterdamse Stadsschouwburg. Het papier komt dan even zelf op het rode pluche te liggen. Steeds meer affiches worden door de strenge jury weggehaald tot er tien, in later jaren twaalf, exemplaren over blijven. Dit zijn de genomineerde affiches en die hangen hier nu allemaal. De suppoost keek mij trots aan op suppoostenwijze.
Later is uit deze genomineerden weer een ultieme winnaar van het jaar gekozen. Door dezelfde jury! Hoe kun je het ng spannender maken!!!

Ik loop door de tentoonstelling. Wat mij opvalt is de grote verscheidenheid. Maar wat nog meer opvalt, is dat het toch allemaal onmiskenbare theateraffiches zijn. Ik zou een experiment willen uitvoeren: print honderd willekeurige affiches in spiegelbeeld, zodat je de tekst niet kunt lezen, en laat ze door proefpersonen indelen op soort.
Ik durf te wedden dat alle theateraffiches op n stapel komen (met uitzondering van, maar daar over later, de winnaar van 2001).
Wat is het dat die stapel tot een eenheid maakt? In het inleidend essay in de catalogus beweert Rob van der Zalm dat n van de criteria van de jury is, dat een goed affiche een indruk geeft van de voorstelling. Maar er zit, met uitzondering van een paar dansvoorstellingen, niet n affiche bij waar ik me berhaupt een toneelstuk bij voor kan stellen. Wat maakt de affiches dan toch zo onmiskenbaar theaterachtig? Om te beginnen is er de kunstachtige, niet commercile uitstraling. Daarmee valt er een heleboel ander drukwerk af. Maar dan blijft er nog een hele groep sophisticated onderwerpen over: kunsttentoonstellingen, cultfilmfestivals, boekenmarkten, designmeubelveilingen al dergelijke events worden de Nederlandse cultuurliefhebber onder de neus gewreven met een aanplakbiljet.

Wat maakt ons theateraffiche hier tot een herkenbare categorie? Volgens mij gaat het om de unieke relatie tussen typografie en beeld. Die is er namelijk niet. Beeld en tekst zijn z met elkaar versmolten als bij geen ander affiche mogelijk is. Zij vormen een ondeelbare eenheid. Hoe is dat mogelijk?
Bij elke andere uitingsvorm staat het onderwerp van promotie altijd al vast als de ontwerper aan het werk gaat. Op het affiche is dat terug te vinden in een voelbare scheiding tussen het beeldmateriaal dat hem werd aangeleverd en het beeld dat hijzelf heeft toegevoegd. Dat blijft zichtbaar. Bij theateraffiches bestaat die scheiding niet omdat het beeld er niet was. Het affiche wordt al gemaakt als de repetities nog maar net op gang gekomen zijn. Nooit zijn er stills uit de voorstelling zelf, altijd worden, noodgedwongen, plaatjes gebruikt die de ontwerper zelf uitzoekt of maakt. Dat maakt dat beeld en typografie een unieke eenheid vormen. En hier is Beeke met zijn Schippersaffiche uit de bocht gevlogen. Het Affiche zlf is net zo melig geworden als het werk van Schippers. Het affiche gebruikt zodoende wel degelijk een still uit de voorstelling. En dat hoort niet. Dat gaat tegen de traditie in.
Misschien is het wel gekozen, juist omdat het geen echt theateraffiche was. Of de jury zich hiervan bewust is geweest, zullen wij nooit te weten komen. Het rapport doet er in ieder geval geen uitspraak over.
Groet van Esther

Beste Esther,
Je hebt een bijzonder mooie theorie bedacht. Eigenlijk beweer je precies het tegenovergestelde van wat ik schreef. Of toch niet? We laten het aan de lezer. Over de uitslag wordt niet gecorrespondeerd.

Goed dat je nog even over de tentoonstelling begint. Daar was ik ook en ik ben het met je commentaar eens.
Het is een heel simpel expositietje in een klein zaaltje. Dat low budget aspect vind ik sympathiek. Toch is het een beetje jammer dat het tentoongestelde wordt beschermd door licht bobbelend en reflecterend transparant plastic. Gesteld voor keuzes wegens geldgebrek, zou ik geprobeerd hebben dt anders te doen, desnoods met inlevering van extras als imitatie-peperbussen of straatgeluiden uit kokers, hoe leuk bedacht ook.

Niettemin: ga allemaal naar deze tentoonstelling, werp een blik op de affiches (al was het maar voor een indruk van de formaten), koop de high budget catalogus en geniet thuis met dat grote prachtboek op schoot van een mooie greep uit tien jaar Hollandse affichecultuur.
Dag, Rolf

Auteur: Rolf Hermsen, grafisch ontwerper (GITS). Esther Polak (Amsterdam 1962) is beeldend kunstenaar en publiceert met een zekere regelmaat in verschillende tijdschriften.
468

Reactie verzenden

Share This