Selecteer een pagina

Oog om Oog: Vadertje en moedertje

Algemeen
Maandelijks een e-mailwisseling tussen communicatieprofessionals over vorm, beeld en inhoud.


Beste Esther,
In de vorige MMNieuws schreef een doctorandus een simpel stukje: Emotie vormt de basis van communicatie. Het had een hoog haaljedekoekoekgehalte, maar toch moest ik eraan denken toen ik zaterdag in de krant las over de vormgeving van autos en hoeveel aandacht wordt besteed aan de emoties die bijvoorbeeld de neuzen van Peugeots oproepen. Beschaamd, bijna, besefte ik dat ik inderdaad eerst viel voor de stoer-elegante neus van mn 307 en zo die auto in werd verleid.
Eenmaal in de cockpit deed verleider nummer twee zijn werk het comfort, de mooie middenconsole en pas in derde instantie, tijdens de proefrit, kwam de functionele beoordeling aan de orde. Was die negatief geweest, dan waren de voorafgaande fasen van geen belang meer en was ik misschien zelfs knorrig geworden dat ik me tot een tijdverspillende proefrit had laten bewegen. (Bewegen is een passend woord als het om emotie gaat, vooral bij autos.) De Neus had me beet hoewel ik niet snap dat ze hem bij Peugeot
vrouwelijk noemen. Of is verleiding een intrinsiek vrouwelijke zaak?

Ik zag een poster van Jeugdtheater De Krakeling hangen (of misschien wel twee, ik weet het niet zeker) met een grote foto van een allochtonige jongen in een te groot overhemd met een te grote stropdas. De Krakeling ook leuk voor vaders. Emotie: een jongetje dat zich groot voordoet en ons minzaam aankijkt. Wij glimlachen vertederd terug. Ook de suggestie dat in elke vader nog een jongetje schuilgaat vermoedelijk de voornaamste boodschap van de foto werkt op de emotie, zij het gelukkig niet al te eenduidig. (Andere duidingen blijven mogelijk maar vallen af na enige contemplatie: allochtone vaders dragen lelijke kleren, jongetjes trekken graag ouwemannenkleren aan, in elk kind schuilt een vader, enzovoorts.)

Twee opmerkingen.
Een. Net als bij de Peugeot 307 mag je ook van De Krakeling verwachten dat de belofte wordt ingelost. Dus: vaders moeten het leuk hebben in De Krakeling. (Ik ben geen vader dus kan het helaas niet nagaan.)
Twee. Hoewel de foto en de tekst op de poster humoristisch zijn, komt het ding als geheel wat droef over. Dat ligt aan de belettering. Saaie lettertjes in een streng vlak, uitgevoerd in onbestemde kleuren; de typografie weerspreekt de boodschap. Je kunt het ook subtiel noemen, maar ik had het beter gevonden als de letters op een subtiele manier de sfeer hadden verhoogd in plaats van neergedrukt. Doet me denken aan een boekje van ontwerper Piet Schreuders dat ik ergens zag liggen. Het staat vol met niet zo, maar zo suggesties, die heel goed laten zien wat een impact typografie kan hebben. Schreuders voorbeeld van de Nederlandse Film en Televisie Academie is me uit het hart gegrepen. Het gebouw maakt een vreselijk Amsterdams verkeersplein nog lelijker en wordt dan k nog eens ontsierd door afzichtelijke belettering. Schreuders heeft een foto van het NFTA-gebouw bewerkt en van goed geplaatste letters voorzien en kijk: ineens is het iets minder afstotelijk. Leerzaam – voor de leek, maar ook voor vele vakbroeders. En -zusters.
Rolf

Ha die Rolf,
Dat is ook toevallig, ik reed vandaag toevallig langs De Krakeling. De gedachte achter de poster spreekt mij wel aan. Mijn moeder verklaarde ons vroeger het verschil tussen goede en slechte kinderboeken als volgt: goede kinderboeken zijn ook leuk voor de ouders, zodat ze er uit voor willen lezen.
En zo kwam ze er ook mee weg als zij moest lachen bij passages waar ik om moest huilen… Het eind van Winnie de Poe bijvoorbeeld.
Toen ik langs de Krakeling fietste werd ik vanmiddag teruggeprojectield naar die periode waarin ik voorgelezen werd. Maar dat kwam niet door De Krakeling, het kwam door het affiche van De Huishoudbeurs, dat ik daar toevallig zag hangen. In de tijd dat Winnie de Poe mij nog tot tranen bewoog, deed ons Amsterdams gezin boodschappen op de hoek bij TABAK, een kleine supermarkt. Een supermarkt was heel modern: een winkel zonder etalage. De etalage was binnen en daar mocht je alles zelf pakken. Naar binnen kijken was niet nodig. Daarom had deze zaak het in onbruik geraakte grote glas laten beschilderen. Een meer dan levensgrote enthousiaste dame deed al dansend haar boodschappen in onvolprezen vroege jaren zestig-stijl. Ruim twintig jaar heeft die schildering het straatbeeld van de Rooseveltlaan opgesierd, pal tegenover de nieuwe RAI, sinds jaar en dag locatie van de huishoudbeurs. En deze afbeelding zag ik, bijna letterlijk, terug op het huidige affiche van de Huishoudbeurs; de ontwerper van het affiche moet, als trouwe bezoeker van de beurs, in die buurt gelopen en gekeken hebben. Deze dame verzoende mij iedere keer weer met het doen van boodschappen. Als een ware Mary Poppins leek zij van dit karweitje een heerlijkheid te kunnen maken. De flesjes bier dansten met haar mee. O, als ik toch ooit ook eens zo elegant mocht worden… Dan zou ik zelfs wel altijd boodschappen willen doen.
Op dezelfde manier verleidt de dame van het beursbeeldmerk tot een inspirerend bezoekje aan de beurs. Haar laarsjes en hapjes zweven in schapjes van een wondersupermarkt om haar heen. Zij is net zo geraffineerd kind n volwassene als jouw Krakeling Boy. En is zij niet ook heel listig zwart en blank tegelijk? Beter dan Barby. Ik houd nu al van haar. Ik weet niet of ik haar zelf wil zijn, of dat ik liever haar kleine dochter wil zijn… Maar dat is in de wereld van het eeuwige huishouden toch bijna het zelfde.
Esther

Trouwens, Esther,
Ook in het campagnebeeld van de Huishoudbeurs is de typografie ongelukkig.
Zonde, toch, hoe dat tekstblok het strakke kontje van Beter Dan Barby bedekt? Ik ken mensen, foute types weliswaar, die zich zullen afvragen of de Huishoudbeurs wel cht weet wat inspireert.
Rolf

Auteur: Rolf Hermsen, grafisch ontwerper (GITS) – gits@planet.nl; Esther Polak (Amsterdam 1962) is beeldend kunstenaar en publiceert met een zekere regelmaat in verschillende tijdschriften – epolak@dds.nl
468

Reactie verzenden

Share This