Selecteer een pagina

Opgemerkt

Algemeen

Huishoudens en hun vrijetijdsbesteding

Huishoudens uit de hoogste sociale klasse zijn erg genteresseerd in wijn. Daarnaast in natuur en milieu, en in fotografie. Puzzelen en doe-het-zelven zijn aan deze groep nauwelijks besteed. Dit blijkt uit materiaal dat is verzameld in de CCI Database. Puzzelen is favoriet bij sociale klasse C. Bij deze groepering komen wijnen en fotografie op de laatste voorkeursplaats. De voorkeur voor puzzelen komen we ook tegen bij de laagste sociale klasse.

Kijken we naar culturele interesse dan zijn Nederlandse huishoudens genteresseerd in: cabaret/revue/musicals (35%), de bioscoop (32,4%), museum/tentoonstellingen (24,1%), en concerten, waarvan klassieke (19,6%), pop (18,6%) en modern (6,8%). Kijken we verder dan deze eerste globale cijfers dan blijken er verschillen tussen de verschillende sociale klassen te bestaan. Mensen uit de hoogste sociale klassen geven de voorkeur aan klassieke concerten en opera (30%) en het bezoeken van musea en tentoonstellingen (28%). Zij gaan minder naar popconcerten. Bij klasse B voeren bioscoopbezoek (30%) en moderne concerten (26%) de boventoon. In sociale klasse C zijn popconcerten het meest populair, gevolgd door cabaret en musicals. In musea is deze groep nauwelijks genteresseerd. Mensen uit de laatste sociale klasse (D) nemen weinig deel aan wat voor culturele activiteiten dan ook. PJG

eYe – zicht op trends, april 2001

Het theater moet zich ontworstelen aan de economische
wetten

Theater moet! Deze ideologie moet weer terrein winnen en de overheersende wetten van vraag en aanbod moeten worden gebroken.
Deze visie bracht Paul van Oort, directeur van de Stichting Schiedamse Theaters, naar voren tijdens de eerste Carel Birnielezing. Deze feestrede is genoemd naar Carel Birnie, ooit directeur van het Nederlands Danstheater, omdat hij in Nederland op het vlak van kunstmanagement een voortrekkersrol heeft gespeeld.
Van Oort keert zich tegen het beleid van staatssecretaris Van der Ploeg die stelt dat kunst pas kunst is als het een publiek vindt en voorstander is van meer marktwerking in de kunstensector. Ook verzet Van Oort zich tegen de toenemende vervlakking van de programmering en de toenemende commercialisering van de theatersector. Aan deze commercialisering ligt onder meer ten grondslag dat theaterinstellingen gedwongen zijn om een steeds groter deel van de vaste kosten terug te verdienen uit kaartverkoop, horeca, verhuur en sponsoring. De kosten zijn in de loop der jaren gestegen en de rijks- en gemeentelijke subsidies zijn niet meegestegen met de kosten van levensonderhoud.

Politieke bestuurders nemen steeds meer bedrijfseconomische terminologie over en praten over schaalvergroting, afzetmogelijkheden, distributiemodellen, concurrentiekracht e.d. Dat werkt allemaal door in het theaterbeleid. Theaters neigen ernaar om zoveel mogelijk laagdrempelige voorstellingen binnen te halen, want die genereren een hoge kaartverkoop. Youp van t Hek is meestal uitverkocht en levert 4.000 gulden op. Het Zuidelijk Toneel kost 4.000 gulden.
Op deze wijze is er een schijntegenstelling ontstaan tussen kunstproductie en kunstafname.
Het terugdringen van de dominantie van de markt zal moeite kosten. Hiervoor is een krachtige cultuurpolitieke ideologie nodig.
Het moet in het theater weer om het theater gaan, aldus Van Oort.
PJG

Boekmancahier, maart 2001-05-09

Van stadsrand naar centrum: de Arenaboulevard

Sinds vijf jaar geleden de Arena werd opgeleverd, is een gebied met volkstuintjes en tennisbanen aan de rand van Amsterdam in snel tempo getransformeerd tot een Instant City. Hier is geen sprake van een stad die organisch groeit. In een zeldzaam hoog tempo worden in n keer veel grote gebouwen met verschillende bestemmingen werken, winkelen en uitgaan dicht bij elkaar gezet. Alles volgens de richtlijnen van de architect Pi de Bruijn en de Dienst Ruimtelijke Ordening van de gemeente Amsterdam.
De Arenaboulevard is geen gebied waar je verblijft als je er niets te zoeken hebt. Het is een bestemming! Je werkt er of je besteedt er vrijetijd. Veel van de gebouwen hebben een hermetische, kille en ongenaakbare uitstraling. Er is sprake van een cultivatie van stedenbouwkundige bruutheid. De binnenkant van de gebouwen daarentegen is vaak veel zachter en weldadig.
Bij de Arena staan inmiddels kolossale winkelpanden van o.a. Perry Sport en Prnatal, de magabioscoop van Path en de Heineken Music Hall. Vlak voor Pasen wordt Villa ArenA, een gigantisch woonwinkelcentrum van 75 duizend vierkante meter, geopend.
Ook staan er inmiddels een aantal kantoorgebouwen die met de nieuwste snufjes van het digitale tijdperk zijn uitgerust, zoals het D-Office. Dit is een nieuw kantoorconcept waarin zich driehonderd werkplekken voor de mobiele werknemer bevinden. Onder het mom van loungen kan er ook worden genetwerkt.
PJG

de Volkskrant, 29 maart 2001

Auteur: PJG
468

Reactie verzenden

Share This