Selecteer een pagina

Opgemerkt

Algemeen

Jubileumboek: Lex Reitsma

Met een jubileumboek kijkt grafische ontwerper Lex Reitsma terug op tien jaar werken voor de Nederlandse Opera en andere opdrachtgevers. In 1989 begon Reitsma met zijn werk voor de Nederlandse Opera en sinds die tijd heeft hij zich sterk ontwikkeld. Van zijn ontwerpen die eerst sterk op typografie gericht waren, tot de nu collageachtige beelden en soms zelfs puur fotografische oplossingen. De relatie met het ontwerp is belangrijk voor Lex Reitsma, hij wil een soort dialoog aangaan. Hij doet dit bijvoorbeeld door materialen in zijn affiches te gebruiken die ook in de opera een grote rol spelen. Maar ook buiten de feitelijke context van de opera vindt Reitsma zijn inspiratie.
In het ontwerpersvak zelf zijn in de afgelopen jaren belangrijke technische ontwikkelingen opgetreden. In de eerste jaren dat Reitsma als ontwerper werkte, bestonden computers nog niet. Dat was een eindeloos knippen en plakken op de keukentafel. Nu hij over zijn eerste angst dat computers een te grote invloed op het creatieve proces hebben heen is, gebruikt hij ze als een handig stuk gereedschap om zijn ideen mee vorm te geven.
Hoewel de Nederlandse Opera de naam heeft modern te zijn, is er volgens Lex Reitsma toch niet zo veel vernieuwing. Hij zou graag zien dat alles eens echt helemaal op zijn kop gezet zou worden, omdat je nu bepaalde concepten en vormoplossingen steeds ziet terugkomen. Maar hij denkt dat het operapubliek daar nog niet aan toe is. Vanuit de opera zelf krijgt Lex Reitsma veel vrijheid in zijn ontwerpen, ook al bestaat er wel een bepaald verwachtingspatroon. Hij probeert door iedere keer weer iets anders te doen ervoor te zorgen dat hij geen monotone reeks affiches af levert.
De toekomst is voor Lex Reitsma nog een open boek. Hij is naast grafisch ontwerpen erg genteresseerd in bewegende beelden, film en video, maar wil zich nog nergens op vastleggen. Over de meeste van zijn opera-affiches heeft Lex Reitsma wel het gevoel dat ze van blijvende waarde zijn. Zo zijn er bijvoorbeeld al vijf affiches opgenomen in de collectie van het Museum of Modern Art in New York.
RdH

Creation, nr 5 2001

Veilig weg in eigen land

Toerisme en Recreatie Nederland (TRN) constateert een ingestorte congresmarkt en wijst op het met 30% afgenomen bezoek aan de eigen Holland.com-internetsite. Dit door de dreun van 11 september die terrorisme aan de reisindustrie uitdeelde. De crisis dreigt Nederland harder te treffen dan de concurrentie, stelt TRN verder vast, omdat Nederland verhoudingsgewijs een belangrijke positie heeft opgebouwd in het internationale toerisme, de zakenreizen, de congressector en in het vervoer.
Toch is het geen tijd om te gaan klagen, maar om actie te ondernemen, stelt Marcel Baltus, van Baltus Communications (een full-service communicatie adviesbureau voor de toeristische sector), in een door hem verzonden brandbrief. Hij vindt dat de Nederlandse reisbranche slecht inspringt op de crisis, wat hem overigens niet verbaast, daar marketingcommunicatie een vak is dat de sector slecht beheerst. Dit komt doordat 90% van de toeristische bedrijven kleinschalig is. Om de schade enigszins te beperken adviseert hij te stunten en ludieke acties te ondernemen. Dit doet namelijk wonderen voor het consumentengedrag. Verder pleit Baltus voor een gezamenlijke promotionele aanpak.
De Nederlandse VVV’s hebben in september alvast de handen ineengeslagen om door middel van een multichannel-strategie in ieder geval de binnenlandse groepsmarkt te stimuleren. Ook pers en pr-manager Matthijs de Bruin van het Isralisch Bureau voor toerisme, die veel ervaring heeft met crises in het toerisme, pleit voor een intensieve campagne. De week na de aanslag had niemand zin in vakantie. Turkije en de islamitische landen stortten in, zelfs Cyprus. Wat het wel goed doet, is vakantie met eigen vervoer, wintersport, citytrips en bungalows in Nederland. Het zwaartepunt moet nu zijn: Ga lekker weg in eigen land!
RdH

Adformatie, nr 43 2001

Engels rapport wekt storm van protest

Het rapport The UK Cultural Sector: Profile and Policy Issues behandelt de gesubsidieerde culturele sector in het Verenigd Koninkrijk. Het beschrijft het financile jaar 1998/1999 en vergelijkt dat met de jaren daarvoor. Het beschrijft hoeveel subsidie culturele organisaties ontvangen, van wie ze die ontvangen, en waar ze het geld voor willen gebruiken. Ook behandelt het rapport de wijze van verdeling van de beschikbare gelden van diverse overheden en wordt er gekeken naar de verhouding tussen die culturele activiteiten die zelfvoorziend zijn en activiteiten die ondersteuning behoeven.
In dit rapport over de Engelse culturele sector wordt de vraag gesteld waarom de overheid eigenlijk de culturele sector subsidieert.
Ondanks de aandacht die de overheid steekt in het verkrijgen van op bewijs gerichte gegevens is er een groot gebrek aan gegevens en analyses bij gesubsidieerde organisaties. Informatie over hoeveel geld er in de sector gestoken wordt, hoeveel de gesubsidieerde organisaties zelf verdienen en hoeveel mensen gesubsidieerde evenementen bezoeken. Als de informatie er wel is, is deze vaak onvolledig. We kunnen daarom ook niet verwachten dat de overheid weet of culturele sponsoring effect heeft of niet, zo stelt het rapport.
Sara Selwood, die het rapport heeft samengesteld, reageert verbaast over de ophef die de pers maakt over het rapport en de impact die het op de culturele sector heeft. Veel journalisten erkennen het probleem dat Selwood met haar rapport blootlegt, maar vooral bij de culturele sector zorgde het rapport voor veel ongemak. Sara Selwood vindt dat zij verkeerd tegen het rapport aankijken en dat sommige van hen niet eens de moeite hebben genomen om het fatsoenlijk te lezen. Beschuldigingen dat de gebruikte gegevens niet recent zijn, wijst zij van de hand door te zeggen dat er verder geen gegevens bekend waren. Ook het commentaar dat er door culturele organisaties meer energie gestoken wordt met het invullen van papieren dan het opzetten van goede tentoonstellingen is irrelevant, daar het rapport schrijft over het bijna of niet gebruik van de ingevulde formulieren.
Martin Bailley zegt (in The Art Newspaper van 30 juli 2001) over het rapport dat het bekend maken (van het gebrek aan gegevens) de culturele sector wel eens ernstig kan schaden. Zo wordt de culturele sector overgeleverd aan giften in plaats van subsidies van de overheid. Sara Selwood reageert hierop met laten we dan maar onze mond houden en doen alsof alles goed gaat.
RdH

ArtsProfessional, nr 12 2001

Auteur: RdH
468

Reactie verzenden

Share This