Selecteer een pagina

Opgemerkt

Algemeen

Kortingskaart voor serieuze kunst

In 31 Europese landen, inclusief Oost-Europa en de Russische Federatie, bestaan voor jongeren kortingspassen en in sommige landen op tijdelijke basis vouchersystemen. Meestal is de korting bedoeld voor aankopen in winkels of voor de aanschaf van een bioscoopkaartje. Nergens is de jongerenkortingskaart aan serieuze kunst en cultuur gekoppeld zoals in Nederland.

Met het idee van cultuurbonnen voor leerlingen van havo-4 en vwo-4 is in 1998 eerst gexperimenteerd. In acht middelgrote steden werd op 23 scholen voor voortgezet onderwijs aan zon 1.500 leerlingen in de vierde klassen een gratis CJP verstrekt.

Er bleek dat het gratis aanbieden van bonnen aan circa 16-jarige scholieren (die nog geen CJP hebben) inderdaad leidde tot een frequenter bezoek aan serieuze kunst en cultuur, zoals theater, klassieke concerten en musea. Vooral lokale podia en musea die aan het CJP korting geven, mochten zich verheugen in een toenemende belangstelling van jongeren.

Bij meer populaire vormen van cultuur (popmuziek, bioscoop, dansactiviteiten) deed zich geen stijging van het bezoek voor. Zeer waarschijnlijk omdat de CJP-pas daarvoor geen korting geeft. De onderzoekers, geleverd door de Universiteit Utrecht, tekenen aan dat door de gekozen onderzoeksopzet onvoldoende zicht is op het langere termijn effect.

Toch hebben de conclusies van de pilot ertoe geleid dat lle havo- en vwo-scholen met het vak Culturele en Kunstzinnige vorming (CKV1) zijn gestart met de verstrekking van cultuurbonnen ter waarde van 50,-, die bovendien gekoppeld zijn aan een gratis CJP/CKV (Centra voor Kunstzinnige Vorming)-pas.

Culturele organisaties die CKV-bonnen accepteren worden opgenomen in de CJP-Kortingengids, die aan elke leerling verzonden wordt bij aanvang van het project. Daarnaast worden zij vermeld op CJPs Internetsite www.cjp.nl.

Bron: Ministerie van OCenW
t 079 323 2834 (voorlichting)
CJP
t 020 626 3345

Ticketmarkt nog ondoorzichtig

Volgens het analistenbureau Forrester zal over twee jaar de mondiale omzet in kaartjes voor evenementen zon slordige 10 miljard dollar bedragen. Vandaar dat op de toch al overvolle Nederlandse markt concurrentie komt van Amerikaanse internetbedrijven. De kans dat onder deze druk reeds bestaande initiatieven gaan samenwerken en dat er ooit n landelijke kassa komt voor kaartjes neemt eerder af dan toe; dat is immers inherent aan een vrije markt.

De grootste spelers op de Nederlandse kaartjesmarkt zijn de Ticketbox voor de KNVB-wedstrijden, Ticket Service (Mojo-popconcerten/ PTT Post), de Belbios en Kaartverkoop Netwerk Nederland/ Uitlijn voor theaterkaartjes. Zij leken de kaarten te hebben verdeeld, totdat onlangs het Amerikaanse Tickets.com via de achterdeur door overname van enkele ontwikkelaars van reserveersystemen, een gevoelige concurrent bleek. Systemen als Advantix, Dataculture en Select Ticketing bleken de achilleshiel van Nederlandse verkooporganisaties die hiervan gebruik maken. Tickets.com heeft nu het Concertgebouw (Amsterdam), Gelredome (Arnhem) en Van den Endes Reserveerlijn als klant.

Een andere grote internet broer is Omniticket.com dat via het ACT-reserveersysteem Kaartverkoop Netwerk Nederland in zijn macht heeft. Redacteur Toine van der Heijden schetst in Management Team twee scenarios waarbij het goed mogelijk is dat de Nederlandse initiatieven onder druk van buitenlands kapitaal toch tot meer samenwerking zullen overgaan. Maar voorlopig zal de consument die een kaartje voor cultuur wil bemachtigen zijn weg moeten zien te vinden via de uitgaanspaginas van de dagbladen, of de entertainment-sites op internet.

Bron: WWW.Kaartjes, Management Team, 19-11-99

Klantenkaart bij Rijksarchiefdienst

De Rijksarchiefdienst is bezig zijn activiteiten in rap tempo te integreren met die van regionale en lokale instellingen. Het doel is om door middel van samenvoeging in n gebouw te komen tot historische informatiecentra voor provincie en regio. De provincie Utrecht had de primeur. Ook Groningen beschikt al over een dergelijk informatiecentrum. In Zeeland worden het rijks- en de gemeentearchieven van Middelburg en Veere deze maand bijeen gebracht.
De dienst wil beter gebruik kunnen maken van de beschikbare middelen en de publieke functie verbeteren. Daartoe wordt ook een klantenkaart gentroduceerd om producten en diensten van het archief dichter bij de klant te brengen.

Bron: Uitleg, nummer 21, 1999

Eventmarketing is booming

Evenementen nemen steeds vaker een belangrijke positie in de marketingstrategie van merken in. Grote reclamebureaus verwachten dat aan de groei van eventmarketing voorlopig nog geen einde komt. Maar liefst 74% verwacht een toename van de groei van eventmarketing in het volgend millennium. Zo blijkt uit een onderzoek met betrekking tot eventmarketing onder grote reclamebureaus in de Randstad.

Aanleiding van het onderzoek was om te kijken in welke mate grote reclamebureaus, met een bruto bureau-inkomen van tenminste 2,5 miljoen, voor hun opdrachtgevers in de Randstad evenementen organiseren uit het oogpunt van eventmarketing. In het onderzoek werd alleen gekeken naar evenementen die werden ingezet als onderdeel van de marketingmix, om de band met klanten, afnemers en personeel te versterken en waarbij de merkbeleving van de consument centraal stond.

Op dit moment is het aantal klanten van reclamebureaus dat actief is op het gebied van eventmarketing nog relatief laag. Van de bedrijven die wel aan eventmarketing doen, besteedt 77% de activiteit uit aan een reclamebureau. Van de reclamebureaus besteedt 20% de organisatie weer rechtstreeks uit aan een evenementenbureau en ruim 80% overweegt een evenementbureau in te schakelen bij de organisatie. Dit gebeurt voornamelijk voor de uitvoering (79%) en gedeeltelijk voor (mede) conceptontwikkeling.
Het reclamebureau ziet voor zichzelf voornamelijk een adviserende en strategische rol. Reclamebureaus integreren eventmarketing volgens het onderzoek liefst in hun algemene marketing- en communicatie beleid.

Bron: Eventmarketing, Cindy Geuke
t 06 25284292

Recreatiesector: n stem naar buiten

In de Vereniging DagRecreatie Nederland (DRN) werkt voortaan een aantal organisaties op het terrein van toerisme en dagrecreatie samen. Het gaat om de RECRON, ANVR, ANWB en de Club van Elf. De bundeling van krachten is vooral om richting politiek Den Haag een centraal aanspreekpunt te kunnen vormen.

Het verstandshuwelijk van een aantal organisaties met vaak tegengestelde belangen is een logisch gevolg van recente ontwikkelingen in de recreatieve sector, zoals de toenemende schaalvergroting, de groeiende invloed van buitenlandse investeerders in Europa (denk aan Disneyland Parijs) en een steeds veeleisender consument.

De omvang van de bestedingen in de toeristische en recreatieve sector doet nauwelijks onder voor die in de logistieke sector. Waar blijft, vraagt woordvoerder Van der Zijl van de DRN zich af, een project met een pakkende leus als Nederland Recreatieland?

Bron: Recreactie, sept. 1999

Afrekenen via internet

Partijen die informatie distribueren en dit als hun core business beschouwen, zoeken naar exploitatiemogelijkheden via het internet. Er bestaan ruwweg vier businessmodellen:

– het subscriptiemodel (abonnementsmodel)
– het aangesloten tijdmodel (betaling per tijdseenheid online)
– het advertentiemodel
– het transactiemodel.

Dit laatste model (ook wel pay-per-article-model genoemd) lijkt het meest geschikt voor informatieverspreiding tegen betaling. Tussenkomst van goederen en personen in het uitvoeren van de dienstverlening wordt overbodig. Digitale informatie wordt via het netwerk aangeleverd door een zogenaamde contentprovider, vervolgens gedistribueerd, door de gebruiker van het internet gehaald (gedownload) en via het net ook weer betaald.

Voordat de introductie van (een van) de modellen op grote schaal plaatsvindt, zal er meer bekend zijn over de rentabiliteit (de consument kan nu maar n of enkele artikelen tegelijk bestellen en betalen zonder opnieuw een heel aanmeldingsprogramma te moeten doorlopen).

Behalve de eisen van de elektronische betalingssystemen speelt nog het auteursrechterlijke probleem. Onduidelijkheden in afspraken over honoraria voor de rechthebbende auteur, of over het afkopen van zijn auteursrecht, werken belemmerend voor
het verspreiden van zakelijke en culturele informatie.

Bron: Information Professional, 3e jaargang (1999), 6

Blauwdruk voor succes

Hoe vaak wordt er niet getwijfeld over investeringen in een groot cultureel project? Terecht of niet, sport, leisure en toerisme bevinden zich in een groeimarkt waarin graag wordt genvesteerd. Voor bestuurders en ambtenaren is er nu een handleiding verschenen die handvatten biedt om de economische impact van nieuwe projecten te kunnen beoordelen.
Een belangrijke aanbeveling die de blauwdruk aan bestuurders richt, is dat zij niet uitsluitend kijken naar operationele verliezen die in het begin mogelijk kunnen ontstaan, maar ook de voordelen zien die indirecte bronnen kunnen opleveren.

Ook het verkrijgen van zo exact mogelijke informatie is uiteraard onontbeerlijk. Alleen dan kan men voldoende inzicht krijgen in de effecten van het project, vooral op wat langere termijn.
De blauwdruk erkent overigens dat het inschatten van de economische impact van evenementen, die in hoofdzaak draaien op bestedingen door bezoekers, het moeilijkst is.

De blueprint bevat een vijfstappenplan:
1. de voorbereidende fase;
2. een operationele fase waarbij het gaat om primaire vergaring van data zoals: hoeveel bezoekers worden verwacht, waar komen zij vandaan?
3. de analyse van de data;
4. multiplier analyse;
5. gevolgtrekkingen.

Een verklarende woordenlijst is in het rapport opgenomen. De blueprint is geschreven voor de UK Sports Council (UK Sport) door het Leisure Industries Research Centre en is een deelstudie in het kader van Economic Impact of Major Events project.

Bron: The Economics, a Guide; a Blueprint for Success; UK Sport,
f 00 44 2073808025

Kunstenaar is moderne ondernemer

Kunstenaars kunnen zich ontwikkelen tot culturele ondernemers. Maar dan wel op zon manier dat hun vrijheid om te kunnen schakelen tussen gesubsidieerde en ongesubsidieerde kunsten niet wordt aangetast. Dit maakt de schrijver van het artikel, Michal van Wissen van Veen, op uit de nota Cultureel ondernemerschap. Staatssecretaris Van der Ploeg wil cultuurmakers en -bemiddelaars beter toerusten voor de maatschappij van vandaag. De cultuursector kan een voorhoedepositie innemen in de moderne industrile samenleving, waarbij ondernemen wordt gekenmerkt door het nemen van risico, improvisatietalent en creativiteit.

Om de afhankelijkheid van overheidssubsidies zoveel mogelijk te verkleinen en ruimte te scheppen voor eigen initiatief heeft de staatssecretaris een aantal beleidsmaatregelen bedacht. Zoals de instelling van regionale informatiecentra voor cultureel ondernemerschap en van een inmiddels opgerichte participatiemaatschappij, die risicodragend vermogen verstrekt aan cultuurproducties die potentieel renderend zijn.

Bron: Uitleg, nummer 25, 3 november 1999

Eerlijke emotie vind je op een landgoed

Landgoederen winnen aan aantrekkingskracht in de huidige vrijetijdsmarkt. Echtheid, uniciteit, kleinschaligheid en emotie zijn juist daar de belangrijkste kenmerken. Attractieparken waar bezoekers deze aspecten denken aan te treffen, bieden teveel van hetzelfde. Het bijzondere is eraf en er is te weinig onderscheidend vermogen. Ook kampen zij met een teveel aan vorm en te weinig inhoud. R. van Assendelft de Coningh sprak hierover op de bijeenkomst De markt voor landgoedproducten.

Het landgoed scoort vanwege zijn puurheid. Het publiek is gevoeliger voor initiatieven met een echte basis dan voor thema-formules. Meer emotie, diepgang en echtheid is het credo. Opengesteld particulier grondbezit past hier uitstekend in: het is echt, eigenaar, terrein, flora en fauna zijn tastbaar en bieden een warme, unieke beleving.

In combinatie met een landgoedwinkel kan de bezoeker (een deel van) het concept koesteren of mee naar huis nemen. Grote voorbeelden zijn de Trustwinkels in Groot Brittanni, ook wel Estate Shops genoemd. De Trust draagt zorg voor het behoud van cultuurhistorische plaatsen en landschappelijk schoon. Door het toevoegen van Trustwinkels wordt niet alleen het plezier van het bezoek vergroot, maar wordt er op een sympathieke wijze ook geld ingezameld voor de Trust. De Estate Shops worden bovendien gekarakteristeerd door hun omgeving. Zo zijn er de landhuiswinkel, de tuinwinkel en de vrije ruimte-winkel.

Simon Bird van The National Trust inventariseerde aandachtspunten voor het opzetten van een landgoedwinkel. Belangrijkste daarvan zijn: profiel bezoekers, financile plaatje, locatie winkel, afstemming openingstijden, beschikbaar personeel, passend assortiment, winkeluitrusting en lay-out.
Het belangrijkste is echter het concept: creer een uniek concept dat past bij de memorabele omgeving.

Bron: de Landeigenaar, oktober, 8

Auteur: PJG, MH, CK, MC, CB
468

Reactie verzenden

Share This