Selecteer een pagina

Persoonlijke contacten zijn maatgevend

Algemeen
Culturele contacten tussen West-Europese landen en landen uit het voormalige Oostblok zijn nog steeds incidenteel en schaars. Dat geldt met name voor landen die niet deel uitmaken van de kopgroep uit Oost-Europa, zoals Roemeni en Bulgarije. MMNieuws interviewde Freek Bloemers, een van de weinige managementexperts die actief is in dat laatste land, om zicht te krijgen op de specifieke mogelijkheden en problemen van culturele uitwisseling tussen Nederland en genoemde voormalige Oostbloklanden.


Nederland heeft de laatste jaren veel gedaan in de Baltische staten, in Tsjechi, Hongarije en Polen, maar niet in andere landen, en Bulgarije is geen voorkeursland. Volgens mij wordt het zo langzamerhand tijd om de aandacht naar Zuidoost-Europa te verleggen: de landen daar moeten immers over enige tijd ook deel gaan uitmaken van Europa. De situatie in Bulgarije of Roemeni is weliswaar minder florissant, maar dat is des te meer reden om daar wat te gaan doen. Het belang van mijn activiteiten in Bulgarije is wel op ambtelijk niveau doorgedrongen, maar heeft nog niet het politiek niveau gehaald. Wat ik doe in Bulgarije is vooral op eigen initiatief en als gevolg van persoonlijke contacten tot stand gekomen. Ik werd in 1990 voor het eerst gevraagd om voor de Amsterdam Summer University een cursus management en marketing te helpen geven aan aankomend managers uit onder meer Bulgarije, Roemeni, Hongarije, Griekenland en Itali. Dat was het begin. In 1995 kwam ik via ASU voor het eerst in Bulgarije. Vanaf dat moment ben ik geregeld teruggegaan om managementcursussen te geven, soms met financile steun van de Nederlandse overheid of Brussel of met steun van particuliere fondsen, waaronder die van George Soros, maar meestal op persoonlijke titel.
Langzamerhand zie ik de resultaten van dat werk, in de veranderde manier van werken van managers, marketeers, kunstenaars en beleidsmensen. Het is wel een frustratie dat er andersom weinig sprake is van resultaten. Nederland is (nog) niet toe aan het herkennen van Zuidoost-Europa. Op een kleinschalig, individueel niveau gebeurt wel van alles. Zo is het avant-gardistisch kunst- en muziekleven er behoorlijk ontwikkeld en dat zie je ook in de contacten met Nederland. Er zijn nogal wat Nederlandse beeldend kunstenaars, componisten en musici die samenwerken met collegas daar. Multi-mediakunst en muziekpartituren laten zich natuurlijk ook wat makkelijker uitwisselen dan een compleet dansgezelschap. Op dat wat grotere vlak gebeurt nog te weinig.

Hoe zou je de Nederlandse podiumkunsten in Oost-Europa beter kunnen positioneren?
Het SICA heeft een niet geringe inbreng in het helpen ontdekken van kanalen, maar het komt meestal neer op persoonlijke initiatieven. Je moet niet al te strikt zijn in je voorwaarden. Het helpt bijvoorbeeld wanneer je bereid bent ook low budget te werken. Je moet ook niet verwachten dat n bezoek onmiddellijk het gewenste resultaat heeft. Verder kan de bureaucratie erg tegen zitten. Nationale of internationale steunregelingen zijn vaak rigide: de meeste van die programmas vooronderstellen dat je als organisatie behoorlijk op orde bent. Als je een jong initiatief bent en je hebt in Nederland al problemen met het indienen van je jaarverslag bij OCW, dan moet je van goede huize komen wil je een aanvraagformulier voor Culture 2000 kunnen invullen. Wanneer het gaat om toegankelijkheid zouden (inter)nationale fondsen de lat wat lager kunnen leggen. Ze zouden in een veel vroeger stadium mensen die echt wat met elkaar willen in staat moeten stellen om contacten te leggen en die uit te bouwen, zelfs voordat het tot een definitief project komt. Je zou het principe van de reisbeurs nieuw leven kunnen inblazen. En het zou goed zijn wanneer in zon beurs het begrip reciprociteit al ingebouwd was. Een land als Bulgarije is arm en men kan meestal niets betalen. Maar het leggen van een persoonlijk contact hoeft niet veel te kosten: het gaat immers meestal maar om een paar honderd euro. Het zou mooi zijn wanneer er in Nederland voor iedere deelbranche in de kunsten gelden beschikbaar kwamen om over en weer een paar mensen een reisbeurs te geven, om contacten te leggen voor zon hele deelbranche. Die persoonlijke contacten blijven namelijk maatgevend.
Er zijn nog steeds maar weinig culturele instellingen die hun buitenlandse contacten en tournees in een strategisch marketing- of communicatietraject hebben ondergebracht.Heb jij tips?
Ik zeg in Bulgarije wanneer ze klagen dat ze uit het westen zo weinig belangstelling krijgen voor hun kunst en cultuur: dan moet je je beter uiten. Er is in Nederland nauwelijks coherente informatie te verkrijgen over de culturele situatie in Oost-Europa, zelfs niet op het internet.
Groepen of instellingen die naar Oost-Europa willen, zou ik allereerst aanraden contact te leggen met SICA: die doen veel goed werk. Via SICA vind je ook informatie over groepen of individuen die je vr zijn geweest. Maak gebruik van de ervaring van eventuele voorgangers. Ga wanneer het even kan een paar dagen eerder, en bekijk de situatie ter plekke. De cultuurverschillen zijn vaak groot en de taal is vaak een probleem. Maar ook als iemand goed Engels of Duits spreekt, is het handig om een tolk bij de hand te hebben. Controleer de gemaakte afspraken minstens twee keer en check of zij de zaak net zo interpreteren als jij. Het heeft mij bijvoorbeeld een tijd gekost voor ik doorkreeg dat het begrip touring company in Bulgarije volstrekt onbekend is. Neem als artistiek leider wanneer je naar Oost-Europa gaat bijvoorbeeld ook je hoofd techniek mee, die de situatie ter plekke naloopt met het plaatselijk hoofd techniek. Je kunt bijvoorbeeld wel uitgaan van een bepaalde hoeveelheid lampen, maar de vraag is of er wel voldoende stroom is om die te gebruiken. Kortom: doe wat je in Nederland ook zou doen, maar dubbelcheck alles.
Het allergrootste probleem in Oost-Europa is dat er op cultureel gebied veertig jaar lang geen sprake is geweest van persoonlijke initiatief. Cultuur werd van bovenaf opgelegd en theaterdirecteuren hoefden zich niet druk te maken om publiek te trekken: dat kwam vanzelf, of het werd van staatswege geregeld. Alles werd collectief aangepakt, wat verklaart waarom er nu zon grote vrees is voor samenwerking. Een gezamenlijke aanpak op internationaal gebied zou uiteraard beter zijn de branche daar zou natuurlijk al lang een gezamenlijke promotiecampagne in het Engels hebben moeten starten maar voorlopig zien veel instanties of organisaties daarin een bedreiging van een pas verworven vrijheid.

Wat zijn de trends?
In de beeldende kunst komt het nog vaak neer op het kopiren van wat wij in het Westen als status quo kennen. Maar maak niet de fout te denken dat ze in Oost-Europa de ontwikkelingen in het westen niet volgen, of dat ze achter liggen: op sommige gebieden liggen ze zelfs voor! De Vagina-monologen bijvoorbeeld gingen daar veel eerder in premire dan in Nederland.
Oost-Europa is trendy bij het bulktoerisme, maar men doet er veel aan om ook het cultureel toerisme te bevorderen. De voordelen zijn evident: Oost-Europa is (nog) relatief goedkoop, maar er is een groot en hoogwaardig aanbod aan cultuur. De promotie daarvan laat nog te wensen over, maar ook daar is sprake van gestage verbetering.

Freek Bloemers (1947) is afkomstig uit de Achterhoek. Na de middelbare school volgde hij de opleiding visuele communicatie aan de AKI in Enschede. Min of meer bij toeval kwam hij daarna in de wereld van de podiumkunsten terecht, eerst als publiciteitsmedewerker, daarna als bedrijfsleider en lid van het managements- en marketingteam. Van 1971 af was hij werkzaam als productieleider en zakelijk leider van onder meer de Internationale Nieuwe Scne in Antwerpen en van Mickery in Amsterdam. In 1984 vestigde hij zich als zelfstandig consulent op het gebied van beleid, marketing, financiering en management in de podiumkunstsector. Hij werkte als zodanig voor een breed scala aan organisaties, instellingen en theaters en was actief op het gebied van internationale marketing en promotie van de Nederlandse podiumkunsten, oa. voor Berlin Kulturstad 1988, de William and Mary Celebrations in 1989 en Glasgow European City of Culture 1990. De laatste jaren is hij vooral actief in Oost-Europa, vooral in Bulgarije, en dan met name op het gebied van management en communicatie.

Auteur: Pieter de Nijs
468

Reactie verzenden

Share This