Volgens Peter Koppen mogen sommige instellingen van geluk spreken dat ze niet in gebieden zoals Strijp S terecht zijn gekomen. Dit vanwege de lange afstand tot de binnenstad en het nieuwe karakter van het gebied. Koppen meent dat het bijna onmogelijk is om vanuit het niets een culturele instelling op te bouwen. Zon project kan natuurlijk aandacht krijgen op de korte termijn, maar een goede basis op cultuurgebied kost decennia. Het gaat dus niet zo gemakkelijk als Richard Florida in zijn Rise of the Creative Class beweert. Hoewel Floridas boek al in 2002 is uitgekomen is de impact ervan nog steeds zichtbaar. Het zegt al genoeg dat het woord hype in deze context wordt gebruikt. Veel belanghebbenden praten echter te makkelijk en te oppervlakkig over de economische waarde van een creatieve stad. Florida was in ieder geval niet de eerste die het belang van cultuur in de binnenstad inzag. Wel zijn er een paar punten waarop zijn boek een nieuw licht deed schijnen. In de huidige samenleving wordt niet alleen de historische kunst van een stad tot cultuur gerekend. De technologie en daarmee de moderne kunst zijn steeds meer in opkomst. Voor een stad die niet kan bogen op een rijke historische cultuur kan dit een oplossing bieden om toch nog mee te dingen naar de titel Creatieve Stad.
n ding is zeker, de wereld veranderd. Mede door alle technologische ontwikkelingen lijkt de aarde steeds kleiner te worden. Het wordt steeds gemakkelijker om van de ene kant van de bol naar de andere kant te komen. Merijn van der Werff (onderzoeker Research Group Space & economy, Universiteit van Amsterdam) stelt zich dan ook de vraag: is cultuur het laatste instrument waarmee een land zich kan onderscheiden van andere landen? Wellicht. Moderne kunst kan dan wel in opkomst zijn, de historische kunst kan niet zo gemakkelijk weer worden vervangen. In dat geval is en blijft de eigen identiteit van een land het belangrijkste handelsmerk.
Een andere ontwikkeling die de culturele markt zal benvloeden is de verschuiving van het sociale belang naar het economische belang. Cultuur wordt steeds vaker gezien als een product dat kan worden verkocht.
Cultuur in de binnenstad heeft volgens Merijn van der Werff vele voordelen. In de eerste plaats zijn er door de automatisering veel panden leeg komen te staan, die nu voor een redelijke prijs kunnen worden verkregen. Vooral culturele instellingen die gaan samenwerken of clusteren kunnen hier voordeel uit halen. Daarnaast is een culturele instelling een gewilde buur. Door het aantrekken van culturele instellingen in een bepaalde buurt wordt het niveau van wonen verhoogd. Culturele instellingen stralen gezelligheid uit en maken de buurt bekender en populairder. Omdat er in de binnenstad vaak al andere creatieve bedrijven zijn gevestigd hangt er een culturele atmosfeer die samen met de lokale identiteit veel aantrekkingskracht uitoefent op toeristen en andere cultuurliefhebbers.
Volgens Van der Werff is clustering van groot belang voor een stad. Ten eerste vermindert op deze manier de concurrentie. In plaats daarvan kunnen de bedrijven gaan samen werken. Zo kunnen ze de kwetsbaarheid van kleine bedrijfjes verkleinen n schaalvoordelen creren.
De conclusie is algemeen: de stad kan niet zonder cultuur en cultuur kan niet buiten de stad. De moeilijkste taak moet nu nog worden volbracht: samenwerken. Uit de vele argumenten van de verschillende partijen en de daaruit voortkomende discussies valt op te maken dat dit minder snel gaat gebeuren dan dat een buitenstaander zijn of haar conclusies kan trekken.
