Selecteer een pagina

Pleasure, seeking, pain avoiding

Algemeen
In MMNieuws heerst onder de verschillende auteurs normaliter een gezond competitief sfeertje. Tenminste zo ervaar ik dat. Zo van ‘wie is de slimste’ en ‘wie kan de meeste namen van belangwekkende mensen en nieuwe methodes laten vallen’. Maar dit keer is het anders. Ik weet niet hoe het komt. Misschien is het onderwerp innovatie te abstract om een heldere lijn te krijgen in de verschillende bijdragen. Toch werd ik er ook een beetje onzeker van, ik ging aan mezelf twijfelen.


Ik ben dan wel een ondernemer in de creatieve industrie, maar ben ik wel innovatief genoeg? Of – om in de terminologie van de Vlaming Pascal Cools te blijven – heb ik wel genoeg slimmigheid in mijn kop? Als me iets is duidelijk geworden uit al die artikelen dan is het dat je om innovatief te zijn veel moet nadenken. Dat kan volgens de verschillende auteurs op allerlei manieren. In boogjes, uit de doos, of zijwaarts. Maar zeker niet simpelweg vóóruit, de gebaande paden zijn niet interessant. Of leveren in elk geval niet de ideeën op basis waarvan innovatie mogelijk is. Ook al gaat dat tegen je natuur in. Want de doorsnee mens wil helemaal geen tocht door het onbekende.

Dat zou immers wel eens pijn kunnen doen. We houden van het ‘tuinpad van mijn vader’, we houden van nostalgie en verzetten ons tegen verandering. We zoeken het plezier en vermijden de pijn. Of op zijn Engels ‘we are all pleasure seeking, pain avoiding creatures’. Toch weten we allemaal dat we niet gelukkig zijn als alles blijft zoals het is. Tenminste, dat dacht ik. Als theaterdirecteur verbaas ik me er regelmatig over dat sommige gezelschappen en artiesten zichzelf nauwelijks lijken te vernieuwen. Ze worden ouder, maar doen nog steeds vrijwel hetzelfde kunstje als vijfentwintig jaar geleden. Vreemd genoeg trekken juist die artiesten al jaren uitverkochte zalen. We kennen allemaal de voorbeelden. En sommigen, zoals Bert Visscher of NUHR, hebben dan weer het voorrecht om tegen een regisseur als Matthijs Rümke aan te lopen. Die is innovatief.

Die heeft niet alleen mooie ideeën, maar voert ze nog eens uit ook. Die heeft het lef om kleine experimentele voorstellingen te maken naast grootse theaterstukken met grote namen uit het cabaret. Dat zijn interessante verbindingen die tot nieuwe dingen leiden, die ook nog eens door grote groepen worden gewaardeerd. Misschien is dat het wel wat me bij het lezen van dit magazine onzeker maakte. Het is heerlijk om te dromen, met een groep te brainstormen en de meest fantastische concepten uit te denken. Maar het gaat niet om denken alleen. Het is simpelweg hard en consequent doorwerken om dromen om te zetten in succesvolle projecten. Door de pijn heen, dat werkt. In De Efteling en het Openluchtmuseum ging het goed, met de conceptuele fusie tussen het theater en de dierentuin in Emmen moet het dan ook wel gaan lukken. Als ze maar hun best doen. Volgens mij is er wel genoeg slimmigheid en zijn er voldoende briljante ideëen in ons land. Maar wat nodig is, is lef. Lef en doorzettingsvermogen. Innovatie gaat niet vanzelf. ‘Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw’ geldt alleen voor kinderen en onnozelen. 

Auteur: Rob van Steen Rob van Steen studeerde bedrijfskunde en theater-wetenschappen. Hij werkt als directeur en programmeur van Theater en Congres-centrum Hanzehof in Zutphen en -combineert deze functie met advieswerk bij LAgroup, Leisure & Arts Consulting. (RobvanSteen@LAgroup.nl)
468

Reactie verzenden

Share This