Selecteer een pagina

Pop en de creatieve industrie

Algemeen
LAgroup en MMNieuws kiezen enkele keren per jaar een in hun ogen belangrijk actueel thema voor de culturele sector als onderwerp voor een Ronde Tafel gesprek. De Ronde Tafel is een kruising tussen een debat en een brainstorm, waarvoor professionals uit een of meer sectoren worden uitgenodigd. In het kader van dit themanummer over de creatieve industrie kozen we deze keer voor een gesprek over de pop. Uitgangspunt voor deze Ronde Tafel discussie, die op 18 augustus j.l. plaats vond, was de benadering van de creatieve industrie zoals gehanteerd door het Innovatieplatform, waarin de verbinding tussen creatieve, technologische en commercile vernieuwing als wezenskenmerk van de creatieve industrie wordt aangemerkt.


Aan het gesprek namen deel:
– Peter Smidt, projectmanager en beleidsmedewerker van Buma Cultuur, Hilversum en creative director van Noorderslag
– John Olivieira, channel director van The Box
– Dagmar Heijmans, music director van SellaBand
– Arjen Davidse, adjunct-directeur van het Nationaal Pop Instituut
– Jan Pier Brands, teamleider bij de Academie voor Popcultuur in Leeuwarden
– Marcel Albers, algemeen directeur van White Mountain Holding (oa. de labels Idol Media, Brigadoon Vocal, Flow Records en 24 Records)
– Wouter Rutten, hoofd communicatie en pr van de NVPI, de branchevereniging van de entertainmentindustrie

Namens de organisatie namen deel Pieter de Nijs en Esther van den Elzen (beiden redacteur van MMNieuws) en Niels van Gorp (stagiair bij LAgroup).
De gespreksleiding was in handen van Thomas van Dalen (adviseur bij LAgroup).
Het gesprek verliep in drie ronden, waarin steeds enkele algemene vragen als uitgangspunt voor de discussie werden gesteld.

Pop een onderdeel van de creatieve industrie?
Allereerst komt de vraag aan de orde naar de rol van de pop als onderdeel van de creatieve industrie, met name in hoeverre de pop mr dan andere sectoren kan worden beschouwd als een creatieve en innoverende sector binnen de creatieve industrie.
Welke sterke voorbeelden zijn er te noemen van het samengaan van technologische, artistieke en commercile vernieuwing in de pop?

Het antwoord op de vraag waarom de popindustrie steevast als dt onderdeel van de culturele industrie wordt gezien dat meer impact heeft dan andere industrien binnen de sector ligt in de wijde verspreiding van de pop. Muziek is een kunstvorm die iedereen direct aanspreekt en dat geldt zeker voor de populaire muziek. Er is wereldwijd geen doelgroep te noemen die niet op enige manier in aanraking komt met populaire muziek. Daarnaast is de productdifferentiatie enorm en die differentiatie is met het ontstaan van nieuwe producten (cds, muziekdvds en -clips) en distributiemogelijkheden (internet, mobiele telefoons, festivals en clubcircuits met djs en vjs) alleen maar gegroeid. Daarmee heeft de pop een enorme impact op ieders leven en gedrag, meer dan andere kunstvormen als de film en het theater. De consumptie van populaire muziek neemt dan ook nog steeds toe en heeft een duidelijke invloed op de levensstijl van mensen.
Desondanks is het de vraag wat er nu daadwerkelijk aan innoverends heeft plaatsgevonden in de popindustrie in de afgelopen jaren. Nieuw zijn vooral de ontwikkelingen op technologisch gebied: met internet en mobiele telefoons zijn nieuwe distributiemogelijkheden ontstaan en met de groei van de techniek zijn ook de mogelijkheden voor de consument om toegang te krijgen tot de muziek van zijn individuele keuze enorm toegenomen.
Moeilijker ligt het met de artistieke innovatie. Sommige van de gespreksdeelnemers zien in de voortgang van de techniek ook een artistieke vernieuwing. Tot een paar jaar geleden moest je om muziek te kunnen maken tenminste noten kunnen lezen of gitaar kunnen spelen. Tegenwoordig kan iedereen die een beetje met een computer kan omgaan muziek maken muziek die ook daadwerkelijk nders klinkt dan de muziek van voorheen, zoals dance of hiphop, aldus de reactie van Peter Smidt.
Desondanks zijn er binnen de pop niet veel voorbeelden te noemen van initiatieven waarin technische, artistieke en commercile vernieuwing werkelijk samengaan. Sterker nog, zo stelt Marcel Albers: wanneer je de ontwikkelingen vanuit de industriekant bekijkt, loopt de muziekindustrie soms toch op de zaken achter. Het is toch van de gekke dat een bedrijf als Sony niet zelf zoiets als de iPod heeft bedacht. Dat zijn de specialisten en zij hebben de content. Juist deze specialisten zouden bij de ontwikkeling van nieuwe technieken voorop moeten lopen.
Voorbeelden van vernieuwing zijn te vinden bij bedrijven als de Entertainment Group. Daar zoekt men het nadrukkelijk in een koppeling van management, merchandising, het organiseren van concerten en opzetten van evenementen en het produceren van tv-programmas. In het klein doen individuele artiesten iets vergelijkbaars. Een rapper als Ali B. treedt niet alleen op bij concerten, maar werkt ook samen met andere artiesten in het theater. Ook een evenement als Sensation is, aldus Jan Pier Brands, vernieuwend. Peter Smidt beaamt dat: Het is toch een innovatie dat je tegenwoordig niet meer een orkest of een band nodig hebt om een voetbalstadion vol mensen te entertainen, maar kunt volstaan met twee draaitafels en een discjockey? En wat te zeggen van een bedrijf als ID&T, zo suggereert John Oliviera. ID&T begon als organisator van feestjes, maar heeft zich ontwikkeld tot een ware multinational. Dat succes wijst er onder meer op dat Nederlandse producten anders dan voorheen op dit moment in toenemende mate internationaal worden gewaardeerd. Met djs als Tisto en producten als dance en urban loopt Nederland op dit moment zelfs voorop, aldus Oliveira. En vergeet niet dat het Nederlandse clubcircuit uniek is in de wereld, vult Arjen Davidse aan. Geen land ter wereld kent wat dat betreft zon goede infrastructuur. Elke grote stad heeft tegenwoordig een splinternieuw poppodium, dat werkt als prestigeobject, zoals vroeger de schouwburg.

Ontwikkelingen
In de tweede ronde concentreert het gesprek zich op de vraag naar de zwakke schakels in de popindustrie en de mogelijkheden die er zijn aan te geven voor verbetering. Daarbij komt met name het gebrek aan professionaliteit binnen de sector als zwak punt naar voren. Heel lang gold in de muziekindustrie het principe dat je binnen kunt komen als persjongen en bij gebrek aan gewicht als platenbaas kunt eindigen, stelt Marcel Albers nogal provocerend. Met zon onderliggend principe kun je in de huidige markt geen bedrijf van twintig of dertig of vijftig man personeel meer draaiend houden. En wat geldt voor de industrie, geldt in zekere mate ook voor de popopleidingen. Nederland is een klein land, maar we zien nu een enorme groei in het aantal popscholen. Wat moeten de mensen die van die opleidingen komen binnen de industrie allemaal gaan doen? We zouden er beter aan doen te kiezen voor n of twee hele goede scholen, met topdocenten die topartiesten afleveren.
Duidelijk is dat veel artiesten niet beschikken over de nodige kennis op het gebied van ondernemerschap iets waar binnen de kunstopleidingen, inclusief de verschillende popopleidingen, op dit moment (nog) te weinig aandacht voor is. Ik kom verbazingwekkend veel artiesten tegen die het verschil niet weten tussen een auteursrecht en een naburig recht, die niet weten hoe lang hun werk beschermd is, niet weten hoe ze het moeten exploiteren en niet hoe ze een contract met een platenbaas moeten lezen, zo stelt Wouter Rutten. Brands sluit daar op aan: Veel studenten melden zich aan bij een popopleiding om verder te gaan met een hobby. De belangrijke functie van de opleiding is dan ook om de student te ondersteunen in zijn ontwikkeling tot ondernemende professional.
Wat mentaliteit, professionaliteit en internationale focus betreft zou de popindustrie een voorbeeld kunnen nemen aan de Nederlandse mode-industrie, de design en de architectuur, waar het potentieel aanwezige talent wel wordt ontwikkeld door de verschillende opleidingen. Nederland heeft op deze gebieden een zekere faam verworven.
Wellicht is deze achterstand ontstaan doordat de muziek in Nederland altijd een verkoopsector is geweest. Er is in Nederland altijd veel meer muziek gemporteerd. Nederlandse muziek werd veel minder gedraaid en verkocht. Nederland heeft dus, anders dan Engeland en Amerika, waar al veertig jaar ervaring is opgebouwd met het ontwikkelen en wereldwijd verkopen van een product, weinig aandacht gehad voor productontwikkeling. De uitdagingen en de kansen voor de Nederlandse industrie liggen dan ook in het maken van de omslag naar het, smen met een artiest, ontwikkelen en in de markt zetten van artistieke producten.
Een tweede zwakke schakel is het ontbreken van een serieuze muziekcultuur in Nederland. Dat is voor een deel te wijten aan een gebrek aan aandacht voor de pop in de media en in het onderwijs. In veel Europese landen besteden de media serieuze aandacht aan festivals en popevenementen. Dat stimuleert de verkoop van muziek en lokt investeerders. Er is onder de jongere generaties weinig tot geen werkelijke interesse en betrokkenheid bij wat
artiesten produceren, zo reageert Dagmar Heijmans, Voor hem en enkele andere muziekliefhebbers was dat de reden om te komen met een nieuw initiatief: SellaBand. SellaBand biedt artiesten een nieuwe manier om hun werk te financieren, te produceren en te exploiteren en muziekliefhebbers een kans om daadwerkelijk te promoten dat ze via de media te horen krijgen wat ze willen horen.
Het SellaBand-initiatief is een goed voorbeeld van het uitnutten van de nieuwe mogelijkheden die internet en nieuwe media bieden en tevens een kans voor jonge, ondernemende artiesten om zelf hun werk aan de man te brengen. (Zie ook pagina 33.)

Agenda voor de toekomst
Tot slot van het gesprek kwam de vraag aan de orde hoe marktpartijen, artiesten, overheden en onderwijsinstellingen kunnen bijdragen aan een sterkere Nederlandse popsector.
Volgens de meeste aanwezigen kunnen overheid en onderwijs een belangrijke rol spelen bij het bevorderen van een serieuze muziekcultuur. Zo zou er in het onderwijs meer aandacht besteed kunnen worden aan muziekeducatie. In de verschillende CKV-programmas gebeurt dat al, vanuit een ruime definitie van het begrip cultuur, waarbinnen ook de pop valt.
Ook voor de overheid liggen er taken. Volgens Arjen Davidse zou het helpen wanneer de overheid zich beperkt waar het gaat om regelgeving, bijvoorbeeld met betrekking tot de live-optredens van bands. Positief is dat er sprake is van een zekere verschuiving in het beeld dat de overheid geeft van de popsector. Zo merkt het ministerie van Buitenlandse Zaken pop naast mode en design aan als een belangrijk Nederlands cultuurproduct. Daar staat tegenover dat popcultuur en popmuziek als het gaat om subsidies nog steeds stiefmoederlijk worden bedeeld, zo antwoordt Rutten. Maar het zou een fout zijn teveel te leunen op de overheid, waarschuwen Albers en Smidt. De industrie doet er goed aan ook de hand in eigen boezem te steken, want ze laat op dit moment nog te veel kansen en mogelijkheden liggen.
Blijft over de vraag waar het geld vandaan moet komen om popartiesten de kans te geven zich verder te ontwikkelen. De groeimogelijkheden zitten volgens Davidse en Oliveira niet in de verkoop van platen of cds, maar in de live-optredens: daar wordt op dit moment het meeste geld verdiend. De overheid zou ook daar een rol kunnen spelen door de podium- en festivalcultuur te bevorderen.
Hot item tenslotte is de kwestie van het copyright. Dat platenmaatschappijen het zwaar hebben, komt mede door de groei van het gratis downloaden van muziek op het internet. Het is van wezenlijk belang dat de overheid iets doet aan het beschermen van het intellectueel eigendom van auteurs van teksten en muziek, zo suggereren Smidt en Rutten. Het is bizar dat Nederland als enig Europees land het downloaden van muziek vanuit illegale bronnen tolereert, stelt Rutten. De overheid zou hier een actievere rol kunnen spelen. Ze zou die online distributie beter kunnen stimuleren door investeringen in de daarvoor nodige kennis bij artiesten en labels, bijvoorbeeld door innovatiesubsidies.
Davidse en Brands uiten gezien de oneindigheid en in feite de oncontroleerbaarheid van online digitale verspreiding van muziek hun twijfels over de feitelijke haalbaarheid van een nieuwe, afdoende auteursrechtwetgeving. En vergeet niet dat de kracht van de pop op het gebied van innovatie voor een belangrijk deel op het internet is te vinden, zo vult Brands aan. Een band die zijn muziek gratis op het internet ter beschikking stelt, doet aan uitstekende zelfpromotie. Innovatie gaat buiten regelgeving om en er ontstaat iets nieuws wanneer mensen schijt hebben aan regels, aldus Brands. De nieuwe techniek stelt bands ook in staat om naar nieuwe wegen te zoeken, zelf muziek te produceren en distribueren en een wezenlijke relatie op te bouwen met hun publiek. Zo vervult de pop een voorbeeldfunctie voor de hele creatieve industrie.

Uit de meningsuitwisseling tijdens deze Ronde Tafel komt naar voren dat pop in Nederland een creatieve industrie in ontwikkeling is. Nederland moet de omslag maken van verkoopland naar productieland. Er zijn volop kansen om deze creatieve industrie op een hoger plan te brengen.
Daarnaast genereert deze Ronde Tafel een brede agenda voor de toekomst. Zo is allereerst van belang dat jonge artiesten via het kunstonderwijs een brede visie krijgen aangereikt op het vak, met daarin ruimschoots aandacht voor bevordering van het ondernemerschap. Verder liggen er taken voor de overheid en voor de sector zelf, bijvoorbeeld op het gebied van klimaatverbetering door het bevorderen van de festival- en podiumcultuur en van internationale uitwisselingsprogrammas en door het instellen van awards. Ook is het evident dat er iets gedaan moet worden aan de regelgeving met betrekking tot het downloaden van muziek. En tenslotte zou de overheid samen met de sector kunnen zoeken naar wegen om de producten van de Nederlandse muziekindustrie internationaal op de kaart te zetten. Misschien zijn de plannen van OCW en Economische Zaken wat dat betreft een aanwijzing voor een omslag in denken, die aangeeft dat men het belang van kunst en cultuur voor handel en industrie begint te onderkennen, aldus
Peter Smidt. Waarvan acte.

Auteur: Pieter de Nijs redactie@mmnieuws.nl
Referenties: SellaBand SellaBand biedt artiesten de faciliteiten om eigen werk te produceren en (online) te presenteren aan potentile fans. Fans kunnen op hun beurt aandelen kopen van de band waar ze in geloven. Het geld dat zo binnenkomt wordt gebruikt voor het produceren van een cd, waarvan de muziek beschikbaar wordt als free download. Reclame-inkomsten worden gedeeld door de artiesten, de believers en SellaBand terwijl de cd kan worden verkocht door de bands en SellaBand zelf. Ondertussen kunnen de bands op zoek naar een platencontract of een eigen label starten. Na een jaar stelt SellaBand de master van de cd aan de bands beschikbaar. Elke believer wordt zo dus promotor van de muziek die hij graag hoort.
468

Reactie verzenden

Share This