Selecteer een pagina

Publiek kan weg naar film, theater en caf weer vinden

Vooral optimisme over bezoekcijfers

Algemeen
Het duurt nog twee jaar voordat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) met een nieuwe versie komt van zijn vijfjaarlijkse dagrecreatie-onderzoek. Ook een update van het Sociaal en Cultureel Planbureau is nog niet uit. Toch kan al voorzichtig worden teruggekeken op het recreatiegedrag van Nederlanders in het afgelopen decennium. Wie de constateringen van het CBS en het SCP combineert met actuele bezoekcijfers ziet dat veel stedelijke recreatievormen flink zijn gegroeid.


Het laatste CBS-dagrecreatie-onderzoek (1996) maakte al duidelijk, dat tussen 1990 en 1995 het bezoek aan evenementen,
dierentuinen, caf, film en theater bovengemiddeld waren toegenomen. Bij een gemiddelde groei van acht procent voor alle ondernomen uitstapjes stegen typisch stedelijke activiteiten als podiumkunsten met 14% en cafbezoek met liefst 51%.

In het laatste Sociaal en Cultureel Rapport (1998) wordt deze positieve trend bevestigd. Zo bleek het kwartaalbezoek aan diverse horecavoorzieningen vooral tussen 1985 en 1995 flink gestegen. Voor de podiumkunsten en de film was in deze periode ook nog
sprake van (enige) groei. Vooral lichte muziekuitvoeringen (pop/jazz/musical) deden het volgens het SCP erg goed.

Filmbezoek

Cijfers van culturele koepelorganisaties laten zien dat de positieve trend in veel stedelijke vrijetijdssectoren in de tweede helft van het decennium heeft doorgezet. Bij theaters en schouwburgen was de groei van het aantal bezoekers tussen 1994 en 1998 zelfs tweemaal zo groot als tussen 1990 en 1994. Vooral de belangstelling voor muziektheater en populaire muziek groeide explosief met percentages rond 180%. Ook het filmbezoek pakte na de dramatische val in de jaren tachtig de stijgende lijn weer op. Volgens de Nederlandse Federatie voor de Cinematografie steeg het aantal bezoeken tussen 1995 en 1998 constant met twaalf procent tot een slordige twintig miljoen per jaar. Het bezoek aan dierentuinen bleef eveneens gestaag doorstijgen tot een kleine tien miljoen.

Gedetailleerde bezoekcijfers van cafs, evenementen, musea en monumenten zijn (nog) niet beschikbaar. Wel bestaat de indruk, dat het bezoek aan musea in het afgelopen decennium licht is gedaald na de explosieve stijging van de jaren tachtig.
Voor het bezoek aan monumenten geldt een tegenovergesteld beeld. De groeiende populariteit van de Open Monumenten Dag zou kunnen duiden op een toenemende belangstelling voor het (vaak stedelijke) historisch erfgoed.

Profiteren

Hoe kunnen accommodaties inspelen op deze landelijke trends en gebeurt dat al? Thomas Smit van de Stichting Promotie Theater- en Concertbezoek is ervan overtuigd, dat theaters via een uitgekiend
publiciteitsbeleid kunnen profiteren van de groeiende populariteit van de podiumkunsten. In de afgelopen jaren is dat ook al op grote schaal gebeurd. Waar drie jaar geleden de meeste podia amper marketingmedewerkers in dienst hadden, is nu zelfs de kleinste schouwburg op dit gebied actief geworden. Natuurlijk blijven er grote verschillen tussen de instellingen bestaan. Maar over de hele linie verschijnen betere seizoensbrochures en wordt meer gebruik gemaakt van direct marketing.

Frank van de Putten van de Nederlandse Federatie voor de Cinematografie wijst eveneens op de mogelijkheden van intensievere promotie. In de afgelopen jaren zijn individuele bedrijven actiever geworden met joint-promotion acties en public relations campagnes. Dat heeft veel extra bezoek opgeleverd. Ook hebben enkele bedrijven veel geld genvesteerd in comfortabelere zalen en een betere dienstverlening, zoals de introductie van geautomatiseerde reserveringssystemen. In het algemeen is de klantgerichtheid van de bioscopen er in de laatste jaren flink op vooruit gegaan.

Vaste prijs

Nancy Wiltink, beleidsadviseur en betrokken bij collectieve marketing van cultuur in Amsterdam, is sceptischer over de mogelijkheden van met name musea en theaters om op landelijke trends in te spelen. In de culturele wereld liggen het aanbod en de prijs meestal vast. Meer promotie maken is vaak het enige dat een instelling kan doen. Theaters houden het probleem dat veel producties ook in andere plaatsen te zien zijn. Grootscheeps adverteren heeft dan weinig zin.

Toch vindt Wiltink het belangrijk dat musea en theaters vaker over de eigen schutting naar buiten kijken om op de hoogte te blijven van trends en ontwikkelingen. Op dit moment maken theaters en in mindere mate musea alleen analyses op basis van hun eigen cijfers. Kennis over landelijke ontwikkelingen is vaak afwezig.

In Amsterdam wordt het belang van een bredere blik inmiddels erkend. Verschillende partijen proberen daar met elkaar een collectief marketingapparaat voor de culturele sector op te zetten. Trendmatig onderzoek en monitoring van bezoekersaantallen zijn daarin belangrijke activiteiten. Uiteindelijk kan zon platform leiden tot nieuwe producten en diensten, waarmee je de consument verleidt om naar Amsterdam te gaan.

Auteur: Jaco Boer
468

Reactie verzenden

Share This