Selecteer een pagina

Reactie van Letty Ranshuysen

Algemeen
Het is jammer dat mijn kritische reflectie op dit onderzoek in het verkeerde keelgat is geschoten. Wederhoor vooraf had de onbevangenheid van mijn beschouwing geen goed gedaan, maar ik heb het wel voorafgaand aan de publicatie verstuurd naar de Nederlandse Museumvereniging, de opdrachtgever van dit onderzoek. Met de titel ‘Op zoek naar nieuwe wondermiddelen’ heb ik overigens niet willen suggereren dat dit onderzoek iets onhaalbaars behandelt. Integendeel, ik ben ervan overtuigd dat musea meer kinderen kunnen bereiken. De titel gaf aan dat de oplossingen die uit het onderzoek naar voren komen niet altijd recht doen aan de complexe werkelijkheid.


Museummenu’s
Uit figuur 8.2 op pagina 107 blijkt dat Museumschatjes Noord-Brabant ondanks de lage kosten een redelijk goed bereik heeft. Vervolgens wordt gemeld dat er geen verband bestaat tussen kosten en waardering. Hieruit concludeer ik dat het Brabantse menu dus efficiënter is dan de andere menu’s. De constatering dat de huidige infrastructuur gewoon kan blijven voortbestaan doet geen recht aan deze impliciete uitkomst dat het ene menu veel efficiënter is dan het andere. Die conclusie wordt inderdaad niet getrokken en daar heb ik juist kritiek op. Aansporing tot een doelmatiger invulling van de museummenu’s kan immers een impuls geven aan museumbezoek van basisschoolkinderen. Ik heb overigens nog eens naar de conclusies gekeken die wel zijn getrokken: vreemd dat de acht succesfactoren op pagina 109 letterlijk worden herhaald op pagina 110.

Gaming
Goed dat het onderzoek heeft vastgesteld dat games vooral aan-slaan bij kinderen van acht tot en met twaalf jaar en minder bij jongere kinderen. Dat soort concrete uitkomsten is bruikbaar. Kennelijk staat dit in een derde rapport, waarvan ik niet op de hoogte was.Dat een bezoek aan een museumsite net zo waardevol is als een museumbezoek is geen door mij verzonnen stelling. Gerapporteerd wordt dat slechts 1.298 van 210.510 unieke bezoekers van de experimentsite www.mijnTIKKIT.nl (dat is 0,006 procent) een schatkaart of stickervel ophaalde in een museum. Deze kregen ze veelal mee bij de kassa, zonder het museum echt te hebben bezocht. Daadwerkelijk museumbezoek is dus nauwelijks gerealiseerd. Toch wordt gesteld dat dit een ‘levensvatbaar concept’ is en dat ‘interesse opwekken voor musea en cultureel erfgoed via de media waar kinderen veel te vinden zijn’ goed mogelijk is. Daaruit begrijp ik dat een virtueel bezoek net zo zwaar telt als een echt bezoek. In de illustratie is virtueel bezoek overigens ook gelijkgeschakeld aan fysiek bezoek. 

Aangezien ik een voorstander ben van het accumuleren en delen van beschikbare kennis vind ik het een prima voorstel dat de lezers van MMNieuws de rapportages zelf nalopen om te bezien wat ze ermee kunnen. Als deze discussie tot benutting van de onderzoeksuitkomsten leidt, levert dit een bijdrage aan het stimuleren van museumbezoek door kinderen. En daar gaat het uiteindelijk toch om!

Auteur: Tekst door Letty Ranshuysen
Referenties: 
468

Reactie verzenden

Share This