Lode Schaeffer is net terug van een weekje New York, waar hij in een jury zat voor de prijzen van de Amerikaanse art directors club. Zijn internationale bril is hierdoor weer glashelder opgepoetst en door die bril kijkt hij nu naar Amsterdam. Wat hij ziet, bevalt hem wel. In New Yorkse reclamekringen betekent Amsterdam echt wat. De stad heeft een sterk en internationaal imago dat het Hollandse ver overstijgt. Frankrijk is daar France en Duitsland is Germany, maar Nederland is Amsterdam en die status heeft verder alleen Londen.
Schaeffers bureau S-W-H heeft het goed gedaan bij de nominaties voor de ADCN-prijzen en hij merkt dat dat behoorlijk serieus wordt genomen door zijn Amerikaanse collegas. Een ander teken dat Amsterdam internationaal goed in de markt ligt, is de aantrekking die de stad heeft op creatieven uit alle windstreken. Omdat S-W-H met Amerikaanse creatieven heeft gewerkt, draait het nu mee in een interessante Amerikaanse competitie. Dat verstevigt weer de internationale positie van zowel S-W-H als de stad Amsterdam en zo wisselwerkt de boel zich omhoog.
De stad en zijn reclamesector zitten dus samen in de lift. De ontwikkeling in 2006 die de Monitor creatieve industrie 2007 laat zien, zet door.
In de jaren negentig piekte de Nederlandse reclame op internationaal niveau, waarna een terugval volgde. De wet van de remmende voorsprong, verklaart Schaeffer. Maar nu zijn de sfeer en de ambitie terug. Nog even, en dan gaat dat op grote schaal tot het buitenland doordringen. De drive is er.
Wethouder Carolien Gehrels is blij met de mooie cijfers in de Monitor die ze toeschrijft aan de economische groei, maar ook ziet als successen van het Amsterdamse vestigings- en broedplaatsenbeleid. Voor de reclamesector speelt dat beleid nauwelijks een rol. Schaeffer kan er in ieder geval niet opgewonden van raken. Ach, die broedplaatsen. Is dat spannend? Kijk je naar nieuwe plekken: o, daar zit MTV al. In het algemeen moet je het de creatieve ondernemer zo makkelijk mogelijk maken. Dat is een open deur. En dat het nog beter kan, met minder bureaucratische obstakels, dat kan de gemeente zelf ook wel bedenken. De Amsterdamse ambities voor de creatieve industrie vindt Schaeffer geweldig. Maar succes hangt vooral af van het internationale imago van de stad. Dat imago is al goed, wordt alleen maar beter en krijgt nu extra steun door de pr-inspanningen van de gemeente. Er heerst in Amsterdam een sfeer van creatieve frisheid, bij bureaus n opdrachtgevers, die ervoor zorgt dat internationale creatieven hier willen werken. Die kijken eerst naar de stad en zoeken daarna pas een bureau waar ze terecht kunnen. En het Amsterdamse imago draait allang niet meer om de Wallen of de weed.
Waar het wel om gaat, is een vorm van stadspromotie die trots en groots durft te zijn. Lode Schaeffer geeft het goede voorbeeld: Ik ben wel trots op Amsterdam, hoor echt wel. Voor de stad heeft het thema I Amsterdam de potentie om zon gevoel van trots internationaal uit te dragen. Maar Schaeffer constateert dat het zo ver nog niet is. Zon thema moet je veren! Ik was in New York tijdens St. Patricks day, een grote Ierse feestdag, en dan verkopen lle souvenirwinkels alln die ene week groene T-shirts met I Love NY erop, met in het hart een Iers klavertjevier. Dan is I Amsterdam een mooie missie, maar daar mag veel meer trots ingestopt worden n meer effect uitgehaald door er echt voor te kiezen. Mooie affiches, van het Havenbedrijf met die getatoeerde mensen, maar maak dat k I Amsterdam. Dat moet Amsterdams enige, krachtige thema zijn en niet n van de vier of vijf. Als ze daarvoor kiezen, gaat het zeker werken.
Amsterdam promotion mag en moet met een groot gebaar. Het gemeentebestuur doet dat niet slecht, maar aan de onderkant van het beleid bungelt nog een wirwar van kleine regeltjes, politieke besluiteloosheid en kruideniersmentaliteit waar de I Amsterdam-bezem doorheen mag. Tekenend is Schaeffers recente ervaring met het maken van een filmpje voor de Belastingdienst. We wilden in de P.C. Hooftstraat filmen. Dat kostte ongelofelijk veel moeite. Er mag daar maar eens in de twee maanden worden gefilmd, anders hebben de winkeliers er te veel last van. Prima, snap ik. Maar noem jezelf dan Amsterdam, Stad van de Middenstand en geen hoofdstad van creatieve activiteit. In New York kun je overal filmen, waar en wanneer dan ook. Want ze weten: dr zijn we bekend van. Dus, Amsterdam, als een creatief iemand in jouw straten een filmpje maakt dat misschien wel de hele wereld over gaat: hang de vlag uit!
——————————————————————————————–
LODE SCHAEFFER
Lode Schaeffer is partner/oprichter van het zelfstandige Amsterdamse reclamebureau S-W-H (Schaeffer, Wunsch en Has). Daarvoor werkte hij als creative director bij DBB Needham Worldwide, Amsterdam.
S-W-H werkt o.a. voor de Belastingdienst, Alex, Frico, Bolletje Radio 538 en Dominos en heeft tal van prijzen gewonnen, waaronder 7 Effies en 43 ADCN Lampen.
———————————————————————————————
UIT DE MONITOR CREATIEVE INDUSTRIE AMSTERDAM 2007
Binnen de creatieve industrie worden drie sectoren onderscheiden:
kunsten (podiumkunsten, musea en galeries),
media en entertainment (uitgeverijen, radio en tv)
creatieve zakelijke dienstverlening (reclame, vormgeving, mode).
In 2006 is het aantal bedrijven in de creatieve industrie gestegen met 4,2%. De werkgelegenheid in de sector nam met hetzelfde percentage toe.
Op 1 januari 2007 werkten er 32.813 mensen in de
creatieve industrie in Amsterdam, verdeeld over 9.558 vestigingen.
Ten opzichte van 2006 kwamen er 1.322 banen bij. Daarmee nam de werkgelegenheid in de creatieve industrie in 2006 met 4,2% toe en kwam daarmee uit op 6,8% van de totale Amsterdamse werkgelegenheid.
Het aantal banen in de creatieve zakelijke dienstverlening nam in 2006 met 923 banen toe. De werkgelegenheid steeg zowel in de reclamesector als in interieur- en modevormgeving. De reclamesector beslaat 50% van de omvang van het deelsegment creatieve zakelijke diensverlening.
De kunstensector nam toe met 267 banen; alleen de media- en entertainmentsector groeide niet noemenswaardig. De snelst groeiende sectoren (qua werkgelegenheid) in media en entertainment waren de radio- en televisiesector.
De werkgelegenheid bij uitgeverijen bleef dalen.
Het aantal vestigingen in de creatieve industrie steeg tussen 2006 en 2007 met 4,2%.
Van alle Amsterdamse vestigingen behoort 14,1% tot de creatieve industrie, 0,6% meer dan het jaar ervoor. De gemiddelde omvang ligt met drie werkzame personen onder het Amsterdamse gemiddelde van zeven werkzame personen.
Het aantal starters dat een creatief bedrijf begon is ten opzichte van 2005 toegenomen met 12,2%.
In 2006 is 15,5% van de Amsterdamse starters in de creatieve industrie te vinden. Het jaar ervoor was dit aandeel 13,1%.
Opkomende startlocaties zijn Zeeburg, Westerpark en Amsterdam-Noord.
In Amsterdam zorgde de creatieve industrie in 2006 met 1,2 miljard euro voor 3,9% van de totale toegevoegde waarde. Ten opzichte van 2004 en 2005 bleef dit aandeel gelijk. Opgesplitst naar deelsegement:
kunsten 1,1%
media en entertainment 1,8%
creatieve zakelijke dienstverlening 1%
