De kunstwereld is sinds mei dit jaar voor de zesde keer op rij druk in de weer met het schudden van de kaarten voor een nieuwe vier jaar durende kunstenplanperiode. Het Rijk, de gemeenten en provincies schrijven kaderbrieven en cultuurnotities en starten discussies over de spelregels voor de nieuwe periode. Belangrijke kaders zijn, naast ‘kwaliteit’, onder andere het publieksbereik, de eigen inkomsten, spreiding van het werk over het land, en hoe de educatie is geregeld. De overheden hebben in hun eigen werkingsgebied vaak een basisinfrastructuur (BIS) bedacht van kunstinstellingen die ze zeker willen financieren. Deze BIS wordt soms groter en soms kleiner na enige politieke druk en daarnaast worden overal cultuurfondsen in gereedheid gebracht om alles wat niet BIS is, toch nog een kans te geven.
Het is een drukte van belang met conferenties, hersenstormen en inspraakavonden. Het is een serieus spel dat gespeeld wordt door kenners, de professionals in het veld en de liefhebbers die meestal een eervolle bestuursfunctie hebben bij een van de betrokken instellingen. Deze discussiërende en onderhandelende populatie van betrokkenen zou je kunnen kenschetsen als een voorhoede, een hoogopgeleide elite. Het zijn intellectuele smaakmakers voor wie een boeiend kunstleven een belangrijke kwaliteit betekent voor hun persoonlijk welbevinden. Ze hebben een meer dan gemiddelde culturele competentie en zijn dan ook, zeer geïnteresseerd in onbetreden paden en vernieuwing.
Stevige ruggengraat
Twintig jaar geleden constateerde de toenmalige Staatssecretaris van Cultuur, Aad Nuis in zijn uitgangspuntennotitie Pantser of Ruggengraat (1995) dat cultuur niet “een pantser tegen de buitenwacht is, maar een steun in de rug die in staat stelt tot welwillende omgang met andersdenkenden zonder angst voor identiteitsverlies. Verandering en ontwikkeling wordt mogelijk, een interculturele maatschappij kan worden opgebouwd. Is er geen ruggengraat, dan bloeit de bekrompenheid en de xenofobie. Het inwijden van zoveel mogelijk mensen in de culturele verworvenheden van autochtonen en allochtonen is derhalve een culturele en politieke noodzaak in een land waarin dankzij de migratie zoveel andersdenkenden leven.” Hoe vooruitziend, hoe maatschappelijk relevant en hoe weinig is er van terecht gekomen.
Het beleidsadvies Innoveren, participeren (2007) van de Raad voor Cultuur, deed een nieuwe poging. Daarin werd aangedrongen op het opzoeken van nieuwe grenzen. Samenwerking en participatie waren daarbij belangrijk, maar het advies heeft geen vervolg gekregen; sterker nog: deze onderwerpen zijn vrijwel direct daarna van de agenda van de Raad voor Cultuur verdwenen. De kunstwereld werd geraakt door heftige bezuinigingen, mede omdat de kunstwereld in die afgelopen twintig jaar nog meer naar binnen gekeerd is geraakt, ondanks of misschien wel dankzij oproepen tot cultureel ondernemerschap, cultural governance en de strakke afrekencultuur op cijfers en doelstellingen.
Open armen
Het wordt tijd dat de kunstwereld zich van zijn vooruitstrevende kant laat zien. Na de huidige inspraakronde is het spel wel gespeeld. Iedere goed ingewijde kan nu al vrij precies voorspellen welke instellingen gewoon weer vier jaar met een subsidie zullen worden ondersteund. Soms met een vierjarige BIS subsidie en soms met een meerjarige Fondssubsidie. Slechts aan de uiterste grenzen van het bestel zal er enige beweging zijn van afvallers en instromers. Vrijwel iedereen die nu een plek heeft is voorbij Af en hoeft niet naar de Gevangenis.
Houdt maar op met het verdedigen van het eigen belang. Laat het spel het spel en neem nu als culturele voorhoede je verantwoordelijkheid. Ga op zoek naar kunst en cultuurinitiatieven buiten het eigen domein. En dan niet per se theater zoekt theater en dans zoekt dans. Maar zoek naar creatieve (vaak jonge) mensen die werken op een manier en op plekken waar de culturele elite geen automatische verbinding mee heeft. Zoek naar activiteiten die zich buiten je eigen gezichtsveld bevinden. En dat zijn vaak activiteiten die mogelijk niet voldoen aan de kwaliteitseisen van de fondsen of de overheden, en dus ook niet van je eigen instelling. Het zijn projecten waar de context waarin ze plaatsvinden kwaliteitsnormen kent, die niet aansluiten op de normen van de gesloten kunstwereld. Ga die brug eens over. Niet om ze te annexeren of te gebruiken voor je eigen werk, maar om kennis te maken en uit te wisselen.
Dat contact kan er toe leiden dat je ze gaat ondersteunen met jouw kennis en ervaring. Open je netwerk voor ze, help ze fondsen te werven als dat nodig is, zoek ruimtes voor ze, introduceer ze bij de lokale ambtenarij. Help ze als maatschappelijk ondernemer om de financiële mogelijkheden te krijgen waarmee ze hun ideeën kunnen verwezenlijken. Er zijn er goede voorbeelden van initiatieven en instellingen die in de context waarin ze werken, cultureel en creatief interessant werk maken. Probeer deze initiatieven niet in je eigen kunstwereld te proppen, als een kolonisator, maar help zorgen dat hun eigen wereld draagkrachtig en ondernemend wordt, binnen hun eigen voorwaarden. En verbind als je dat wilt die wereld met je eigen wereld. Dit alles in het verlengde van de beelden die Nuis en de zijnen schetsten. Maatschappelijke relevantie hoeft niet direct gevonden te worden in het eigen werk, maar in de verbinding met andere onbekende werelden kan een kunstinstelling een belangrijke rol vinden
Nieuwe cultuur in de maak
Waar kun je zoeken? Theater Zuidplein Rotterdam is een inspirerend voorbeeld van hoe het een van oorsprong klassiek theater gelukt is om een publiek dat vrijwel nooit te vinden is in de theaters aan zich te binden. Het is de directeur Doro Siepel gelukt om met haar staf contact te leggen met deze doelgroep en ze heeft makers gevonden die voor en soms met deze groep producties willen maken. Het resultaat is een zeer veelzijdige, succesvolle programmering. In het artikel, Out of the box. Impact van referentiekaders op het theaterbezoek, licht ze toe hoe ze te werk is gegaan. Zij heeft in Rotterdam Zuid de weg gevonden naar deze nieuwe groep bezoekers en bovenal nieuwe makers.
Het E-Moves Festival is een jaarlijks zomerfestival in Eindhoven waar een breed palet van Urban Culture & Sports getoond wordt. Het festival wordt gedragen door vijf kleine instellingen die zich bezig houden met allerlei vormen van Urban Culture & Sports. Deze vijf instellingen (Dynamo, Madskils, Gebouw52, Area en 040BMXpark)bereiken door het jaar heen zowat 120.000 jonge mensen bij presentaties, workshops en evenementen. Ze faciliteren de meest uiteenlopende urban activiteiten, music, dance, street-art en sport. Hun publiek zal je niet aantreffen bij de klassieke culturele en educatieve instellingen, maar ze dragen bijzonder bij aan een ook internationaal krachtige jonge cultuur.
Het Street Art Museum Amsterdam (SAMA) is in een paar jaar tijd ontstaan in Amsterdam Nieuw West. De collectie bestaat uit meer dan veertig, vaak grote muurschilderingen op lege flatmuren. De collectie breidt jaarlijks nog uit met vijf tot tien muurschilderingen. Het museum maakt gebruik van internationaal gerenommeerde street-art kunstenaars. Het museum werkt nu vooral op basis van opdrachten van corporaties of stadsdeel (als eigenaren van de muren) en veel vrijwillige uren. Rond het museum is een buurteconomie aan het ontstaan van rondleiders en cateraars die toeristen een urban tour geven langs de collectie. Online is de collectie te zien op het gerenommeerde Google Culture Institute. Alle werken zijn ontstaan in de context van de bewoners die op het werk uitkijken of die in de beschilderde flat wonen. Dit bijzondere museum haakt aan op een internationale trend, waarbij street-art ingezet wordt op die plekken waar creativiteit en kunstzin niet direct aan de oppervlakte zit, maar waarvan blijkt dat er een enorm sociaal verbindende en ondernemende kracht en vitaliteit vanuit gaat.
Er zijn natuurlijk nog vele andere voorbeelden te vinden, voorbeelden die inspirerend zijn en waarvan de klassieke gesubsidieerde wereld ook nog het nodige kan leren. Leer van die jonge ondernemers die met vrijwel geen budget, fantastische dingen doen. In zichzelf kent iedere culturele context zijn eigen waarde. De dialoog tussen culturen en mensen, dat maakt Kunst en Cultuur maatschappelijk relevant. Het zou van avontuurlijkheid en vernieuwingszin getuigen als het kunstbastion zichzelf de taak zou op leggen om contact te zoeken met die andere werelden. Voorbij het eigenbelang, voorbij hetgeen je kent en waarvan je houdt, en die voor eigen welbevinden noodzakelijk geacht wordt. Op zoek naar onbekende initiatieven en situaties die culturele waarde hebben, maar niet gezien worden binnen de belangenafweging die Kunstenplan heet.
—–
Mededeling van de uitgever: Dit artikel verschijnt in het themanummer over Burgerschap en Maatschappelijk Rendement. Dit nummer werd speciaal samengesteld in aanloop naar de start van de opleiding MBA Cultuur, Erfgoed en Burgerschap. MMNieuws is mediapartner en publiceert over deze top-opleiding. Download de folder hier!