Selecteer een pagina

Salonreis 2008 Leipzig: beleving van het recente verleden

Algemeen
De Salon de Muséologie is een informeel platform voor erfgoedprofessionals. Basis zijn de maandelijks Salonavonden in Amsterdam, waar vakgenoten en deskundigen elkaar ontmoeten en aan de hand van door vakreferenten gehouden inleidingen de museale toestand in de wereld bespreken. Kennisuitwisseling en meningsvorming vormen aldus een bron van inspiratie voor de dagelijkse werkzaamheden van betrokkenen die over het algemeen in en rond de museale sector werkzaam zijn. Als nieuwe loot aan de Salonactiviteiten wordt jaarlijks een ‘inspiratiereis’ georganiseerd met eenzelfde doel. In 2007 ging de reis naar York (zie voor het verslag MMNieuws 2007, 4/5) waar vooral musea en andere cultuurtoeristische instellingen werden bezocht. Dit jaar was Leipzig de bestemming.


Tijdens het bezoek aan Leipzig stond vooral de museale omgang met de recente geschiedenis centraal en meer in het bijzonder het daadwerkelijk laten herleven van die geschiedenis aan de hand van authentieke locaties, ervaringen en realia. De Duitse omgang met cultureel erfgoed was daarbij de insteek. Gevoel en beleving – daar gingen de 24 Salonreizigers in Leipzig naar op zoek. Want Leipzig heeft net als al die andere plaatsen in het voormalige Oost-Duitsland een bijzondere band met de geschiedenis. Daar leven immers nog generaties mensen die getuigen zijn geweest van een aantal historische, ideologische en sociaal-maatschappelijke aardverschuivingen. Hstorische begrippen die bijna canoniek in onze oren klinken, als het Duitse Rijk, de Weimarrepubliek, het Derde Rijk en de DDR, vormen de historische context van alle Leipzigers die ouder zijn dan een jaar of twintig. En het is uiterst boeiend om om zoek te gaan naar de persoonlijke ervaring van en omgang met die omwentelingen.

Zentren der sozialistischen Volkskultur
Om binnen een mensenleven onderdaan te zijn geweest van een keizer, een dictator, een socialistische eenheidsstaat en een parlementaire democratie, of het kind of kleinkind van zo’n eerstelijnsgetuige te zijn, dat moet toch op z’n minst een indringende, ontregelende en onontkoombare ervaring zijn. De DDR-periode nam, uiteraard vanwege de vele tastbare getuigenissen ervan, een belangrijke plaats in tijdens het bezoek. Maar ook omdat alle bezochte museale instellingen met dat verleden te maken hebben. Na de Wende moesten de staatsgeleide socialistische geschiedschrijving en bedrijfsvoering immers ingeruild worden voor een omgang met het culturele erfgoed die in het westen gangbaar was en is. De tijdens het DDR-regime gehanteerde definitie van het museum geeft de hermetische inbedding van toenmalige erfgoedinstellingen pregnant weer:

‘Museum: ursprünglich Gebäude bzw. Räume, die zur Aufnahme von Kunstgegenständen dienen. In der sozialistische Gesellschaft is das Museum eine öffentliche wissenschaftliche und kulturelle Einrichtung. (…) In der sozialistischen Gesellschaft entwickeln sich die Museen immer mehr zu Zentren der sozialistischen Volkskultur, zu Stätten der Bildung und Erholung für alle Werktätigen. Sie vermitteln ein Bild des Reichtums menschlicher Schöpferkraft und tragen durch die Darstellung der Geschichte des deutschen Volkes auf Marxistisch-leninistischer Gründlage dazu bei, den Stolz auf die Errungenschaften der DDR und ein sozialistisches Geschichtsbewustsein zu entwickeln’. (Kulturpolitisches Wörterbuch, Dietz Verlag, Berlin 1978)

Niet alleen de DDR-omgang met het verleden is er een van stevige definities. Onze oosterburen hanteren al sinds jaar en dag eigenzinnige opvattingen over de inbedding van het verleden in het heden. Zo vonden ze het begrip Heimat uit, en dus ook de Heimatskunde, en maken ze een interessant onderscheid tussen verschillende soorten van monumenten en historische plekken. Want een historische gemusealiseerde plek, een feitelijke lieu de mémoire dus, kan in Duitsland zowel Museum, Gedenkstätte, Dankmal of Mahnmal heten. Tijdens de reis werden verschillende vormen van dergelijke erfgoedinstellingen bezocht, waarbij de gehele tijdspanne tussen de Volkerschlacht uit 1813 en de dag van vandaag werd gedekt.

Völkerschlacht bei Leipzig
Bizar, imponerend en sinds de oprichting in 1913 door alle politiek verantwoordelijken ge- en misbruikt ligt het monument en museum van de Völkerschlacht bei Leipzig vlak buiten het centrum van de stad. Het herinnert aan drie dagen strijd tussen enerzijds een leger van anti-Franse mogendheden (met o.a.  Oostenrijkse, Pruisische, Russische en Zweedse troepen) die het in deze beslissende slag van de zogenaamde bevrijdingsoorlog opnamen tegen het leger van Keizer Napoleon. In totaal namen meer dan 500.000 soldaten deel, waarmee het tot aan de Eerste Wereldoorlog de grootste veldslag uit de geschiedenis zou blijven. Circa 115.000 mensen lieten tijdens de Volkerschacht het leven: 40.000 Fransen en 55.000 geallieerden. Het verlies van deze slag bij Leipzig verdreef Napoleon uit Duitsland en bleek later een opmaat tot zijn Waterloo. Het monument is thans onderdeel van het Stadsgeschichtliches Museum Leipzig, dat bezig is aan een ingrijpende restauratie en recent het genoemde museum aan de voet van het monument opende. De stenen kolos bleek zich in nog geen honderd jaar te hebben ontwikkeld van symbool van het Duits patriottisme van voor de oorlog, via het nationaalsocialisme en het DDR-socialisme tot een ‘Nationaldenkmal und Zeichen europaïscher Geschichte’. Het is boeiend dat het Stadsgeschichtliches Museum in en bij het monument uitgebreid aandacht besteedt aan deze nogal vrije interpretatie van deze plek. Met respect voor de oorspronkelijke bedoeling (het herdenken van de gevallenen) heeft men via het verhaal van ge- en misbruik een nieuwe actuele betekenis aan het Volkerschlachtdenkmal verleend, met de eigen geschiedenis en receptie als indrukwekkend verhaal.

Stasimuseum
Even bizar in Nederlandse ogen is de oorsprong van het Stasimuseum in der Runde Ecke. Het decor van het voormalige Stasi-hoofdkwartier én het feit dat dit museum door het ‘Bürgerkomitee für die Auflösung der ehenmaligen Staatssicherheit’ opgericht is en nog steeds beheerd wordt, leidde tot een historische sensatie pur sang. Op de begane grond van het gebouw, waarin overigens ook de Stasiarchieven van Leipzig zijn te vinden, heeft het Bürgerkomitee in de originele burelen een huiveringwekkende presentatie gerealiseerd. Betrokkenheid en nauwelijks verwerkte woede en angst lopen als zuurdesem door de presentaties. In dit museum kruipt de bezoeker dicht op de realiteit van de DDR-samenleving. De presentaties bestaan uit eindeloze reeksen voorwerpen die de Stasi ten dienste stond bij haar controlerende en repressieve taken. Zonder opsmuk, in een geïmproviseerde vormgeving die nog dateert van het moment dat de Leipziger bevolking het gebouw in bezit nam. De betrokkenheid van het Bürgerkomitee is kracht én zwakte van het concept. Want nog steeds is dit museum een plek die door emotie beheerst en gevoed wordt. Van feitelijke geobjectiveerde musealisering van het Stasi-erfgoed is geen sprake. Er is geen ruimte voor nuance. Het Bürgerkomitee voert een strakke, slachtoffer-gedreven regie over inhoud en vorm. Voor de stem van ex-Stasileden bijvoorbeeld is in het museum geen ruimte. Nuanceringen worden zorgvuldig buiten de deur gehouden.

Zeitgeschichtliges Forum Leipzig
Dat is niet het geval bij het Zeitgeschichtliges Forum Leipzig, een aan de Wende en de daaraan voorafgaande Stille Revolution gewijde dependance van het Haus der Geschichte (hoofdvestiging in Bonn). De ligging is markant: een nieuw gebouw met het uiterlijk van een warenhuis, gelegen aan een van de drukste winkelstraten in het centrum. Diktatur und Widerstand in der DDR is hier het centrale thema dat met een macht aan objecten, teksten en AV-middelen gestalte kreeg. Het museum beslaat de tijdsperiode van het ontstaan van de beide Duitslanden in 1949 tot en met de Ostalgie (het verlangen van sommigen naar die overzichtelijke verzorgingsstaat) van de laten jaren negentig. Het is allemaal goed doordacht, naar moderne didactische maatstaven vormgegeven, maar toch liet het Zeitgeschichtliches Forum niet die verpletterende indruk achter van het Haus in der Runden Ecke. Soms was er een filmfragment te zien dat hevig ontroerde, zoals van massa’s Oostduitsers die dol van vreugde de voormalige zonegrens overstaken. Maar het gevoel bleef dat de gelikte en gedoceerde wijze waarop hier de geschiedenis vorm kreeg niet werkelijk boeide. Een rondgang door de stad met zijn kapitalistische nieuwbouw en de verpieterde DDR-architectuur of langs de Nikolaikirche, waar het einde van de DDR begon, brengt een geschiedenis tot leven die binnen in het forum museaal is doodgeknuffeld.

Gedenkstätte Deutsche Teilung Marienborn

Het Zeitgeschichtliges Forum faalde daar waar dat andere museum, dat op de heenreis naar Leipzig werd bezocht, zo overtuigde. De kracht van een plek, van een voelbare geschiedenis, van de Duitse deling is vermoedelijk nergens zo sterk aanwezig als bij de Gedenkstätte Deutsche Teilung Marienborn. Deze voormalige zonegrensovergang aan de A2 bestaat uit de oorspronkelijke grensovergang zoals die tot 1989 functioneerde. Verlaten en verstild, hier en daar overwoekerd door onkruid, vormt het een stille en adequate herinneringsplek. De museale toevoegingen, teksten, fotomateriaal en objecten voegen zich er sober en effectief in de bestaande situatie en brengen de bezoeker het onontkoombare besef bij dat grenzen slechts ideologisch bepaald zijn.

Andere musea die tijdens de Salonreis bezocht werden waren de Neubau van het Stadsgeschichtliches Museum en het Grassimuseum, terwijl op de terugreis de Gedenkstätte Buchenwald, het terrein van het voormalige concentratiekamp nabij Weimar,werd aangedaan. Een krachtiger beleving van wat de dictatoriale waanzin van het naziregime bewerkstelligde, is naast de overige KZ-Gedenkstätten niet te vinden. De evocatie van de presentaties in het voormalige kamp, de herinneringsplekken, die enkele krans en de entreepoort met het opschrift ‘Jedem das Seine’ bleek onontkoombaar. Geschiedenis, met de dood als centraal thema, kwam er tot leven.

Opgelucht het terrein te kunnen verlaten keerden de Salonreizigers terug naar huis. Mijmerend over historische gebeurtenissen die door buitenstaanders nooit echt begrepen kunnen worden, maar zo bleek tijdens deze reis, wel op een krachtige manier kunnen worden beleefd.

Auteur: Max Meijer (max@timeamsterdam.com) werkte o.a. bij de Museumvereniging, Gemeentemuseum Den Haag, het Stedelijk Museum en Gemeentemusea Arnhem. Hij heeft een eigen adviesbureau, en werkt amee aan de inspiratiereizen van de Salon de Muséologie.
Referenties: 
468

Reactie verzenden

Share This