Selecteer een pagina

Samen met de creatieve industrie

naar een duurzamer bestaan

Algemeen

Door haar grote verbeeldingskracht en haar ervaring met het ontwikkelen van nieuwe methoden, instrumenten of voorwerpen is de creatieve sector bij uitstek geschikt om bij te dragen aan de transitie naar een duurzamer maatschappij, betoogt John Huige. Hij pleit voor een slow creativity movement en schetst voorstellen voor nader onderzoek rond dit thema.

Creativiteit is een breed begrip. Het verwijst naar het vinden van originele oplossingen voor problemen, naar andere manieren van kijken die tot nieuwe interpretaties leiden of naar het ontwikkelen van artistieke of esthetische visies. Het kan ook kunst om de kunst zelf zijn, de zogenaamde l’art pour l’art. Dos Santos-Duisenberg (2010) maakt onderscheid tussen traditionele, ‘stroomopwaartse’ creatieve activiteiten – theater, beeldende kunst – en ‘stroomafwaartse’ creatieve activiteiten die dichter bij de markt liggen; adverteren, uitgeven of media-gerelateerde activiteiten.Het belang van creativiteit in de moderne maatschappij komt tot uiting in vele publicaties en overheidsrapporten. Start voor deze aandacht vormde het werk van Richard Florida’s Rise of the creative class (2002). We gaan bij de culturele en creatieve industrie uit van producten of diensten die een substantieel element bevatten met artistieke of verbeeldende waarde. Hieraan zijn veelal copyrights of andere intellectuele rechten verbonden. Enkele opmerkingen hierbij: de aandacht van overheden, van de EU tot aan individuele steden, voor creativiteit vloeit vooral voort uit hun focus op groeigerichte innovaties. Vooral steden zijn geïnteresseerd in een creatieve sector omdat deze bijdraagt aan ondernemerschap, innovatie en werkgelegenheid. Amsterdam participeert in een EU-project hierover. Bij toenemende welvaart neemt het aandeel van luxe goederen in de totale bestedingen toe en wordt meer uitgegeven aan mode, design, uitgaan en andere cultuur gerelateerde zaken.

Urgentie
In de afgelopen jaren verscheen een groeiende stroom boeken en artikelen over duurzaamheid. In sommige ligt meer nadruk op het verlies van natuur en biodiversiteit, zoals in Growing within Limits (2009); anderen geven een meer algemeen overzicht over de economie van onduurzaam gedrag, zoals Tim Jackson (2009) of Alejandro Nadal, of ze richten zich op strategie, zoals Lester Brown (2009). Weer anderen zijn gericht op inkomensongelijkheid als aspect van duurzaamheid, zoals Tony Judt, Stewart Lansley of Zygmunt Bauman (2011). Met een focus op Nederland schreef ik met Lou Keune Plan voor Duurzame en Solidaire Economie (2011).Ik beperk me in dit artikel tot een kort overzicht van tien relevant geachte factoren met betrekking tot duurzaamheid:

1) Overshoot en voetafdruk: op 21 augustus 2010 was het overshoot day. De ecologische diensten die de aarde ons elk jaar levert hadden we per die datum opgesoupeerd. We verbruiken op dit moment ongeveer anderhalve aarde. Per mens is ongeveer 1,8 hectare beschikbaar, terwijl we alleen al in Nederland ruim zes hectare per persoon gebruiken.
2) Klimaatverandering: We moeten echt proberen onze CO2-emissies terug te brengen tot 350 ppm (parts per million). De opwarming van de aarde maakt het klimaatsysteem instabiel, met als gevolg voedseltekorten, woestijnvorming, tekorten aan zoet water, internationale conflicten etcetera.
3) Energie en grondstoffen raken op. Het begrip peakoil staat voor het feit dat het vanaf nu alleen maar minder wordt met fossiele energie en andere grondstoffen.
4) Het verlies aan biodiversiteit op wereldschaal bedraagt nu 30 procent. In Europa is het verlies 50 procent en in Nederland is dit verlies niet minder dan 70 procent.
5) Het neoliberalisme als dominante ideologie heeft vergaande effecten. Als we alles overlaten aan de markt verkleint immers de invloed van de overheid op de economie (terwijl het aandeel van de overheid in repressie toeneemt). Hiermee verdwijnt ook solidariteit, een belangrijke voorwaarde (nationaal en internationaal) voor de weg naar duurzaamheid.
6) De groeiverslaving. Groei van het bruto binnenlands product (BBP) is voor alle landen een van de belangrijkste politieke doelen. We zagen al dat dit ook een factor is in de bevordering van de creatieve industrie. Maar meer groei leidt ook tot steeds meer producten met meer afval en meer grondstoffenverbruik. Zonder die groeidwang zal er meer tijd zijn voor cultuur, zorg voor elkaar en dergelijke.
7) De wereldbevolking groeit hard naar de negen miljard mensen. Al die mensen zullen dezelfde consumptie willen als de mensen in de rijke landen nu. Het minste wat op dit terrein kan gebeuren is zorgen voor opleidingen voor meisjes en economische activiteiten voor vrouwen.
8) De huidige economische crisis is begonnen als een crisis van de banken. Nog steeds vormen deze een instabiel element en is er te veel speculatie met financiële producten. We hebben weer gewone spaarbanken nodig.
9) Oorlog wordt steeds vaker burgeroorlog, waarbij steeds meer burgers zijn betrokken. Alle euro’s, dollars en andere munten besteed aan duurzaamheid en armoedebestrijding zouden een compleet andere wereld opleveren.
10) Overheden moeten beter controleerbaar worden. Er is verder een gebrek aan leiderschap, en aan politici die niet bang zijn om de volgende verkiezing te verliezen omdat ze te veel zouden doen aan een duurzame wereld. Daarnaast moeten we meer ruimte nemen voor onze eigen democratie en inspanningen van onderop.

Transitietheorie
Er zijn diverse historische voorbeelden van het gebruik van creativiteit bij maatschappelijke transities. In Groot-Brittannië bijvoorbeeld tijdens de Tweede Wereldoorlog en in de Verenigde Staten als onderdeel van de New Deal-projecten van Roosevelt. Ook nu zijn er kansen. Dit valt te duiden door gebruik te maken van de transitietheorie. De transitie naar een duurzame samenleving is lang en complex. Een algemeen transitiemodel wordt meestal voorgesteld als een cyclus met verscheidene fasen. In de praktijk zullen transities op allerlei niveaus en met een veelheid aan actoren plaatsvinden (Loorbach 2007). Ook verbreden, verdiepen en opschalen is belangrijk. Kunstenaars, creatieve en culturele werkers hebben de kwalificaties voor een belangrijke bijdrage aan een dergelijke transitie. Hun verbeeldende kracht bepaalt immers hun kernactiviteit. Zij hebben de ervaring en training om nieuwe methoden, instrumenten, voorwerpen en vormen te scheppen. Mogelijke rollen van deze groepen in het cyclische transitieproces zijn:

1. Het (mede-)ontwikkelen van nieuwe beelden voor een duurzame samenleving vergt de ontwikkeling van nieuwe verhalen. In dit gebied kunnen onder andere de juiste video’s, films of architecten helpen het verschil te maken.
1. Het ontwikkelen van transitieagenda’s en transitiepaden is interessant voor de informatiesector en de mogelijkheden om paden uit te werken past bij het theater.
1. Voor duurzame experimenten hebben we conceptontwikkeling nodig, nieuwe designontwerpen en nieuwe productieprocessen, zoals cradle to cradle (C2C).
1. Nieuwe media zijn bij uitstek geschikt voor de monitoring en signalering van nieuwe duurzame ontwikkelingen.
1. 5. In de culturele en creatieve sector wordt al veel gewerkt met nieuwe organisatiemodellen, marktvormen en financieringsvormen die aansluiten bij de behoefte aan duurzaamheid.
1. 6. Herstel en behoud van veerkracht (van mensen en van de aarde), ter voorkoming dat functies verloren gaan, zijn gebaat bij andere manieren van kijken; door de ogen van ontwerpers, theatermakers, filmers en noem maar op.
1. 7. Een nieuwe esthetiek van duurzaamheid is broodnodig.

Slow creativity
De culturele en creatieve klasse die de duurzame maatschappij als oriëntatiepunt heeft lijkt in hoge mate op de definitie van Ray & Anderson (2000). De betrokkenheid van cultureel creatieven is ‘deeply about ecology and saving the planet, about relationships, peace, and social justice, about self-actualization, spirituality, and self-expression.’ Omdat een van de kernopgaven voor een duurzame samenleving gericht is op langzamer economische groei heeft de zogenaamde slow movement een belangrijke symbolische, maar ook feitelijke betekenis. Deze beweging begon met slow food als protest tegen ongezond fabrieksvoedsel. Als alternatieven worden lokale voeding, seizoensproducten, lokale markten en economieën gepropageerd, meer gericht op de (lokale) gemeenschap en leidend tot meer diversiteit (van mens en natuur), rijkere smaken en minder smaakstandaardisering. Gelijksoortige ideeën hebben inmiddels ook geleid tot slow cities. Deze denklijn volgend meen ik dat er ruimte is voor een slow creativity movement, een beweging die staat voor een beter en creatiever leven en zich richt tegen massa- en overconsumptie en tegen vermarkting van waarden. Ze ondersteunt en bevordert het slow denken en handelen. Kunstenaars en creatieven en grote delen van de creatieve sector kunnen op deze wijze een grote rol spelen in de bevordering van de duurzame samenleving.

Veel thema’s die ik in dit artikel heb aangestipt zouden kunnen dienen als aanknopingspunten voor verder onderzoek op dit terrein. Op dit moment is er naar mijn waarneming geen researchagenda op dit gebied. Het is van belang informatie te verzamelen over creatieve praktijken rond duurzaamheid. Ook de rol van culturele instituties, van duurzame city marketing en van onderwijsinstellingen verdient onderzoek. De pioniers in dit experimentele veld, de groene ontwerpers, de directeuren van groene festivals, de kunstenaars met groene focus, verdienen onze aandacht. De oprichting, als uitkomst van de internationale onderzoeksconferentie over duurzaamheid en cultureel ondernemerschap van 21 tot en met 23 maart in Utrecht, van het eerste Internationale Onderzoekscentrum voor Duurzaamheidsstudies en Cultureel Ondernemerschap vormt een goede basis om hieraan verder inhoud te geven. Dat vormt een keerpunt en geeft hoop, want in de woorden van een van de keynote speakers van de conferentie, Edna dos Santos-Duisenberg van UNCTAD, vormt een creatieve en duurzame samenleving een humaner maatschappij.

Auteur: Tekst: John Huige, is politiek econoom. Hij onderzoekt, doceert, adviseert en publiceert over diverse aspecten van veerkracht en duurzaamheid. Hij is onder meer nauw verbonden aan het Platform voor een duurzame en solidaire economie (johnhuige@planet.nl).

468

Reactie verzenden

Share This