Selecteer een pagina

Stad en land: Stedelijke netwerken

Algemeen
In de Vijfde Nota op de Ruimtelijke Ordening staat het behouden en verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van stad en land centraal. Het concept stedelijk netwerk wordt in de nota gepresenteerd als een leidend uitgangspunt voor de ruimtelijke organisatie van verstedelijkte gebieden. Het beleid speelt daarmee in op de technologische trends.


De uitwisseling van goederen, mensen en informatie gaat steeds sneller en eenvoudiger. De te overbruggen afstanden worden daarbij steeds groter. Ruimtelijke relaties beperken zich steeds minder tot een stad, stadsgewest, regio of land en persoonlijke, sociale en culturele netwerken ontstijgen steeds meer de eigen leefomgeving.

In de Vijfde Nota op de Ruimtelijke Ordening wordt dan ook vastgesteld dat de afstemming van ruimtelijk beleid op een hoger schaalniveau dan het stadsgewest plaats dient te vinden. Deelnemers aan stedelijke netwerken moeten gezamenlijk een compleet spectrum organiseren. Het gaat om de variatie in woon- en werkmilieus, en waar het de leefomgeving betreft de
culturele uitstraling en de mogelijkheden voor sport en recreatie. Het geheel speelt in op de gevarieerde wensen van consumenten en vormt een aantrekkelijke factor bij de vestigingsplaatskeuze van bedrijven.

Niet de afzonderlijke steden, maar het stedelijk netwerk biedt een compleet programma aan woon/werkmilieus, voorzieningen, parken en vervoersmogelijkheden. De leden van een stedelijk netwerk bepalen samen op welke plek specifieke functies en milieus terecht komen en zorgen voor een gentegreerd (openbaar) vervoerssysteem voor personen- en goederenvervoer. Het gezamenlijk opstellen van ruimtelijke programmas en planvorming is hierbij van essentieel belang. De verstedelijkingsopgave krijgt dus vorm door samenwerking binnen de stedelijke netwerken.

In de nota wordt hierbij de volgende definitie gehanteerd:

Stedelijke netwerken zijn sterk verstedelijkte zones die de vorm aannemen van een netwerk van grotere en kleinere compacte steden, elk met een eigen karakter en profiel binnen het netwerk.
In de nota wordt een onderscheid gemaakt tussen stedelijke netwerken van (inter)nationale betekenis en van netwerken op regionaal niveau. Op basis van omvang, dynamiek en positie in de Europese hoofdinfrastructuur zijn er zes stedelijk netwerken van (inter)nationale betekenis (zie figuur).

De nationale stedelijke netwerken dienen expliciet de verbindingen met de regionale stedelijke netwerken in hun ontwikkelingsvisies te betrekken.
De mogelijkheid bestaat dat er nog andere regionale stedelijke netwerken worden gevormd.

Zorgknooppunten
Investeringen in de culturele infrastructuur dienen eveneens een plaats te krijgen binnen het concept van het stedelijk netwerk. In de
nota wordt onder meer gesteld dat stedelijke netwerken dienen te voorzien in zogenaamde zorgknooppunten met een aanbod van onderwijs, (kinder)opvang, zorg en vrijetijdsvoorzieningen, sociaal-culturele voorzieningen, bibliotheken, winkels en telewerkcentra.

Cultuurprofiel Arnhem Nijmegen
In het CAN schetsen culturele instanties een beeld van het gezamenlijk cultuurbeleid voor 2015. Arnhem profileert zich als
centrum voor de beeldende kunst, waarbij aansluiting wordt gezocht bij de Hogeschool voor de Kunsten. Nijmegen kiest voor de multimediale kunsten en voor een groot archeologisch centrum. Het Cultuurprofiel is een aanzet voor een verregaande samenwerking tussen de culturele instellingen en de gemeenten binnen het stedelijk netwerk. Aan dit opmerkelijke initiatief zullen we in het komende nummer uitgebreid aandacht besteden. Culturele instellingen in andere stedelijke netwerken wordt aangeraden om cultuur op de agenda van de beleidsmakers te plaatsen.

Auteur: Robert Marijnissen – Marijnissen@kolpron.nl
468

Reactie verzenden

Share This