Selecteer een pagina

stedelijk museum: 107 miljoen

Algemeen
De nieuwbouw en de renovatie van het Stedelijk gaan volgens de laatste ramingen ongeveer 75 miljoen euro kosten. Daarvan is een derde deel opgebracht door externe sponsors. De totale kosten van het hele traject, inclusief de huur van het Post CS-gebouw en de bouw van een nieuw depot komen op zon 107 miljoen euro.


Nieuwe theaters als troef in race om titel Culturele hoofdstad
Den Haag werkt hard aan een plan om het Lucent Danstheater en de Dr.Anton Philipszaal aan het Spui de vervangen door nieuwbouw. De huidige zalen, zon twintig jaar geleden voor een ook toen luttel bedrag van 28 miljoen gebouwd door Rem Koolhaas (Lucentzaal) en Dick van Mourik (Philipszaal), voldoen niet meer aan de eisen van deze tijd. De bedoeling is dat, naast het Residentie Orkest en het Nederlands Danstheater, ook het Koninklijk Conservatorium in het nieuwe gebouw onderdak vindt.
De zaal van Koolhaas, die wat akoestiek en zichtlijnen tot de beste van Nederland behoort, kan wellicht worden gered en worden opgenomen in het nieuwe complex. Naast dans en klassieke muziek moet dat ruimte bieden aan een gevarieerd aanbod van opera, pop en jazz. Het plan voor een nieuw gebouwencomplex hangt samen met wat is uitgegroeid tot een heuse competitie om de titel Culturele hoofdstad van Europa 2018. Den Haag heeft daar concurrentie van Almere, Utrecht, Maastricht, en ook van enkele Friese en Brabantse steden die zich gezamenlijk kandidaat stellen.

De plannen voor het nieuwe zalencomplex werden begin april gepresenteerd door de Haagse wethouders Jetta Klijnsma (cultuur, PvdA) en Frits Huffnagel (citymartketing, VVD). Ook als de regering Den Haag in 2012 niet voordraagt als Culturele hoofdstad is het de bedoeling om de renovatie en uitbreiding van het Spuicomplex door te zetten. De wethouders konden nog niets meedelen over de kosten van het nieuwe gebouw. Den Haag stelt echter wel te leren van de moeilijkheden die Utrecht heeft met vervangende podiumruimte.

Naast de ambitie om tot Culturele hoofdstad te worden uitgeroepen zijn er meer overeenkomsten tussen de plannen van de Domstad en de Hofstad. Utrecht bouwt immers ook aan een nieuw zalencomplex, het Muziekpaleis, dat in de plaats moet komen van Muziekcentrum Vredenburg. En net als Den Haag met de Lucentzaal wil Utrecht de concertzaal van Vredenburg van Herman Hertzberger behouden. De rest van de gebouwen worden gesloopt. Het nieuwe Muziekpaleis moet vijf zalen gaan tellen, voor pop, jazz en klassieke muziek. Er moeten drie instellingen gezamenlijk onderdak vinden: poppodium Tivoli, jazzstichting SJU en Muziekcentrum Vredenburg moeten daartoe fuseren.
De problemen in Utrecht, waar Den Haag van zegt te willen leren, zijn aanzienlijk. De opening van het Muziekpaleis was oorspronkelijk voorzien voor 2009, maar staat nu gepland voor eind 2012. De nieuwbouw gaat minstens 100 miljoen kosten, maar dat bedrag zou ook gemakkelijk hoger kunnen uitvallen. De gemeente Utrecht vindt dat de (toekomstige) gebruikers en fusiepartners zelf voor een groot deel moeten opdraaien voor de kosten van ver- en nieuwbouw en ook de exploitatie van het nieuwe centrum voor hun rekening moeten nemen. De gemeente draagt 30 miljoen bij en sponsors moeten 10 miljoen euro leveren; het resterende bedrag betalen de partners in de vorm van huur.
De vraag is of dat allemaal gaat lukken. De drie beoogde fusiepartners ruzin onderling en er zijn ook problemen met de sloop van het oude gebouw. Tot overmaat van ramp werd onlangs de gezamenlijke exploitatiebegroting van de drie partners als veel te optimistisch beoordeeld. In die begroting wordt uitgegaan van een forse groei van het aantal bezoekers en van een fikse stijging van de inkomsten uit kaartverkoop en horeca van een te forse groei en stijging, aldus adviesbureau LAgroup. De gemeente gaat voorlopig uit van een bijgestelde begroting die quasi-schertsend de nulbegroting is gedoopt en zet daarmee het toekomstig Muziekpaleis voor het blok: als de inkomsten tegenvallen hoeft het niet te rekenen op meer subsidie.
De vraag is of de gemeente, waar het de kosten van nieuwbouw en exploitatie aangaat, een realistisch standpunt inneemt. De kosten van de anderhalf jaar vertraging bij de sloop werden al op 10 miljoen geschat en het tijdelijk onderdak van Muziekcentrum Vredenburg in Leidsche Rijn kostte ook al acht miljoen. Vergelijkbare muziekcentra, zoals het Amsterdamse Muziekgebouw aan ’t IJ draaien niet op voor de kosten van het gebouw, want die worden betaald door de gemeente. Verder ontvangt het Muziekgebouw aan
t IJ ook huur uit andere dan muzikale evenementen, wat extra inkomsten oplevert, en ontvangt het een half miljoen om sponsors te werven voor de te programmeren muziek van de twintigste eeuw.

Auteur: redactie@mmnieuws.nl
468

Reactie verzenden

Share This