Marita Mathijsen, emeritus-hoogleraar Nederlandse Letterkunde, houdt in een interview in De Volkskrant (11 december 2009) een pleidooi voor het persoonlijker maken van geschiedenis op school: “als je, doordat je familieverhalen hoort, meer hecht aan die oude kast van opa, prachtig. Persoonlijke geschiedenis is echte geschiedenis.” In datzelfde gesprek verwerpt ze het Dickensfestijn in Deventer: “Dickens is nooit in Deventer geweest, zijn boeken zijn er niet uitgegeven, het slaat nergens op, zo’n verkleedpartij. Maar soms is het wel echt, zoals een initiatief in Oosterbeek om het graf van Jacob van Lennep te restaureren.”
Indirect refereert Mathijsen aan het DNA van een regio: dat wat een regio kenmerkt en waar het zich onderscheidt van andere regio’s: de geschiedenis van de streek die verbonden is met erfgoed, dialect, tradities en rituelen, die samen de identiteit van de regio vormen. Op het moment dat deze identiteit de bevolking verbindt en ook breed gedragen wordt, wordt het een narratief. Storytelling zijn de emotionele verhalen die dit narratief vormgeven. In Verbindend Verleden, een onderzoek naar erfgoed, vrije tijd en regionale identiteit verwijst Michiel Flooren (2015) naar deze verhalen als “persoonlijke en collectieve biografieën die inzicht geven in de betekenis van erfgoed.” Het is het waarachtige verhaal van de regio.
Storytelling: verschuivend perspectief van elite naar local
Vroeger werd het narratief voornamelijk opgeëist door de elite die belang had bij het overdragen van erfgoed, bezit en de geschiedenis daarvan aan de opeenvolgende generaties. De bevolking overleefde voornamelijk en had geen tijd om te overleveren. Dat is de zegen van democratisering: zij gaf een stem aan de onderdrukten en aan de gewone burgers, die hun eigen narratief met verhalen konden vormgeven. Gevolg was een verschuiving in de erfgoedcanons en ook een verschuiving in perspectief: was eerder de elite de held, de focus ligt nu op de verhalen van de local. Zowel in de cultuursector als in de toerismebranche is contact met de lokale bevolking van evident belang geworden: “A growing range of cultural phenomena have become the object of tourism, expanding the previously closed system of visiting specific cultural institutions and ‘must see sights’ into an open system that includes tangible and intangible, built and mobile assets, and ultimately the daily life of the destination. The ‘local’ is no longer just the taxpayer supporting local cultural provision, but also the target of tourism consumption and the producer of the local culture sought by tourists” (Richards & Marques 2018).
Immersive storytelling: verbinding en draagvlak
Verbinding en een breed draagvlak zijn essentieel voor het narratief van een regio. De huidige technologie maakt het mogelijk ook te participeren in het verhaal van de regio en zijn bevolking. Bij transmediale storytelling kunnen interactie en co-creatie van het publiek nieuwe verhalen toevoegen aan bestaande. Zo kan er een brug worden geslagen: een terugblik vanuit het heden naar het verleden ter inspiratie voor de toekomst. Immersive storytelling gaat nog een stap verder. De inzet van augmented reality, virtual reality en mixed reality verhevigt de beleving van de zintuigen en versterkt het verhaal. Nieuwe technologieën hebben de traditionele verhaalstructuren (begin-midden-eind in chronologische volgorde) enerzijds verrijkt, anderzijds omgebogen. De verhaalstructuren zijn grilliger, slaan zijpaden in en creëren soms een wereld of een omgeving in ruimte of in tijd. Elk medium heeft weliswaar unieke eigenschappen maar er is inmiddels een sterke uitwisseling van kenmerken van alle media. Ze vloeien in elkaar over. Het publiek participeert op alle niveaus van passief naar interactief en zelfs als maker van de story.
Vrijetijdsproducten en immersive storytelling: inspirerende voorbeelden
Een regio die zijn narratief en de daaruit voortvloeiende storytelling vertaalt naar aantrekkelijke vrijetijdsproducten voor inwoners en bezoekers maakt een krachtig statement. Binnen het lectoraat Regio-ontwikkeling, verbonden aan hogeschool Saxion in Deventer, met als lector Michiel Flooren, wordt storytelling gezien als een drijvende kracht voor economische ontwikkeling.
Van juni 2018 tot juni 2019 is Saxion Hospitality Business School, opleiding Tourism Management, nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van vrijetijdsproducten, in de Cultuurateliers. Deze arrangementen hebben als doel het narratief van de regio meer zichtbaar te maken voor eigen inwoners en bezoekers en vooral om de economie van de regio te versterken. Anastasia Juritsjeva en ikzelf waren hierbij de projectleiders. In opdracht van de Provincie Overijssel heeft het lectoraat Regio-ontwikkeling drie projecten uitgewerkt op basis van dit narratief: ‘Koloniën van Weldadigheid voor de regio Ommerschans’, ‘Textiel voor de regio Hengelo-Enschede’ en ‘Moderne Devotie voor de regio Deventer-Zwolle’. Ondernemers, cultuursector en overheid werkten samen aan het ontwerpen van vrijetijdsproducten op basis van het narratief. Fundament voor het ontwerp hiervan was de reis van de held, in feite het levensverhaal met zijn pieken en dalen van een hoofdpersoon.
Therese Dona:
Het zichtbaar maken van de verhalen in vrijetijdsproducten vereist samenwerking, afstemming en langdurige inzet van alle stakeholders. Vooral de inzet van ondernemers is afhankelijk van voorwaarden.In Het Smart Solutions Semester, een hoofdfasesemester van de hogeschool Saxion, werkten studenten van verschillende academies aan een vrijetijdsproduct met als focus technologie. Opdracht was om de Slag om Grolle (1627) met immersive storytelling door het hele jaar heen breder toegankelijk te maken voor inwoners en bezoekers. [red: Zie foto boven artikel] Nu wordt deze slag slechts om de twee jaar gedurende een paar dagen nagespeeld.
Evaluatie van de projecten
Het narratief van de Moderne Devotie bleek bij de uitwerking toch te zeer een niche te zijn. Het gedachtegoed bleek moeilijk te vertalen naar jongere doelgroepen. Er ontstond een spanningsveld tussen het authentieke verhaal en de omzetting naar bijvoorbeeld mindfulness. Het narratief van Textiel spreekt wel brede doelgroepen aan omdat het gerelateerd is aan moderne thema’s als duurzaamheid, mode en slimme technologie.
De Reis van de Held is een mooi uitgangspunt voor verbinding tussen locaties, de hoofdpersonen en het verhaal. De Brabantroute van Vincent van Gogh is daar een voorbeeld van.
Zowel in de Cultuurateliers als het Smart Solutions Semester kozen de deelnemers hoofdpersonen van verschillende komaf voor hun verhaal, met een lichte voorkeur voor de local: het fabrieksmeisje, de soldaat, de kok. Zowel Spaanse als Nederlandse soldaten kregen een gelijkwaardige stem. Bij de keuze voor een local was er geen schroom om ook het negatieve verhaal van de uitbuiting te vertellen, bijvoorbeeld in het verhaal van de textielindustrie. Dat biedt kansen om aan bezoekers het volledige verhaal te vertellen. Dat is het onderscheid met marketing: alle stemmen komen aan bod en de bezoeker kan zich hiermee identificeren.
Immersive storytelling verbindt heden en verleden: een selfie met Frederik Hendrik in Grolle, een gesprek met het hologram van een soldaat: de verschillende werkelijkheden maken geschiedenis levend en inleefbaar. Basis blijft wel de samenwerking met historische archieven. Storytelling is speels en verbindend maar blijft authentiek.
Leuk om te lezen:
- Flooren, M. (2015) Verbindend Verleden: Erfgoed, vrije tijd en regionale identiteit
- Richards, G., & Marques, L. (2018) Creating synergies between cultural policy and tourism for permanent and temporary citizens
Foto’s: auteur.