Selecteer een pagina

Thema in Beeld: Cultuurbeleid zonder cijfers: varen zonder kompas

rubriek: thema in beeld

Beleid

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft onlangs een serie bezuinigingen opgelegd gekregen. Het CBS kondigde daarop aan dat het de statistieken met betrekking tot de onderwerpen leefsituatie, cultuur, vrijetijdsbesteding en milieu gaat schrappen. Gitta Luiten, directeur van de Mondriaan Stichting, stelde in haar recente Nieuwjaarstoespraak dat het gros van de musea geen scherpe strategie kent over het hoe en waarom van kunsteducatie. Oorzaak van dit gebrek is dat veel musea niet weten wie hun publiek is. Wanneer het CBS geen cijfers over museumbezoek meer zal vrijgeven, zal het de musea aan belangrijke gegevens gaan ontbreken gegevens die volgens Luiten juist van wezenlijk belang zijn om inzicht te verkrijgen in het publiek dat een museum bezoekt, en op basis waarvan o.a. educatie- en marketingstrategien kunnen worden vastgesteld. Andries van den Broek (Sociaal Cultureel Planbureau Nederland) en Hans Waege (Steunpunt Recreatief Vlaanderen) wisselen van gedachten over het nut en gebruik van statistieken door culturele instellingen.

AvdB: Cultuurstatistieken zijn een belangrijk middel t.b.v. sturing en evaluatie, om doelen te preciseren (wat in de cultuursector overigens opmerkelijk weinig gebeurt), alsmede om het bereiken van die doelen en de doelmatigheid van beleidsmaatregelen te kunnen beoordelen. Als men vindt dat meer mensen boeken moeten gaan lezen of musea bezoeken en men wil weten of een bepaalde beleidsinterventie, zoals cultuureducatie of het Actieplan Cultuurbereik, succesvol is, zal men toch moeten kunnen bezien of de doelstelling al dan niet bereikt is. En als men wil dat instellingen doelmatiger werken, meer geld voor marketing vrijmaken of meer bezoekers trekken, zijn cijfers opnieuw onontkoombaar.

HW: In een samenleving met een hoog welvaartspeil speelt toegevoegde waarde een cruciale rol. En deze toegevoegde waarde zit hem vooral ook in de design, de uitstraling, de symboolwaarde… dus eigenlijk culturele waarde. Wanneer cultuur belangrijk geacht wordt, spreekt het voor zich dat de overheid haar handelen probeert te sturen en te verantwoorden. Een moderne beleidsvoering gebruikt daarbij cijfers in termen van doelmatigheid. Cijfers kunnen ook een drijfveer zijn voor verandering. Vaststellen dat sommige zaken veel geld kosten en weinig mensen aantrekken, kan vragen om een verantwoording.

Een cultuurbeleid zonder voldoende kwaliteitsvolle cijfers, is varen zonder waarnemingen en dat kan tot ernstige schipbreuk leiden

HW: Het beste overzicht van de Vlaamse cultuurstatistiek krijg je door de jaarlijkse VRIND (Vlaamse Regionale Indicatoren) publicaties te raadplegen. Het is bekend wat de overheid aan verschillende deelsectoren uitgeeft en wat het aandeel van de cultuuruitgaven is binnen de totale uitgaven. Daarover worden echter geen systematische statistieken gepubliceerd. Dit heeft ook veel te maken met de moeilijke verschuivingen in de begroting waardoor een jaar op jaar vergelijking niet altijd eenvoudig is. Het makkelijkst is om per deelsector (muziek, podiumkunsten) te kijken wat de overheid uitgeeft. Voor de Vlaamse overheid is dat geen probleem, die cijfers zijn beschikbaar. Het grootste probleem vormen de (aanzienlijke) investeringen van de lokale overheden. De gemeentelijke begrotingen laten niet altijd toe om de werkelijke uitgaven te berekenen.

Daarnaast zijn er de participatiestatistieken die via survey-onderzoek verkregen worden. De categorien waarin deze cultuurparticipatie bevraagd wordt, zijn echter dermate breed dat ze onvoldoende informatie bevatten voor het beleid.

Wat betreft publieksonderzoek is er een beperkt aantal gegevens voorhanden, maar deze zijn niet zomaar veralgemeenbaar. Elke deelsector binnen de cultuursector wordt begeleid door een sectoraal steunpunt, die onder meer tot opdracht hebben statistisch materiaal te verzamelen. Alles hangt af van de sector in kwestie en van de kwaliteit van de data.

Ik heb de indruk dat men in Vlaanderen de laatste jaren meer investeert in cultuurstatistieken, maar sommige sectorale steunpunten zijn jong en hebben nog weinig data en het wetenschappelijk onderzoekssteunpunt is pas aan zijn eerste survey toe. Er is dus nog veel nieuw(s) op komst.

We hebben geen systematisch zicht op het gebruik van cultuurstatistieken door de Vlaamse cultuursector. Opvallend is dat bepaalde instellingen actief gebruik maken van statistieken, bijvoorbeeld van publieksonderzoek. Een voorbeeld is de Vlaamse opera. Daar hebben gegevens uit het publieksonderzoek wel degelijk bijgedragen hebben tot het bijsturen van het beleid. Zo heeft men onder meer het publicatie- en promotiebeleid bijgestuurd.

AvdB: In Nederland is er op (centraal) beleidsniveau veel aandacht voor cijfers over aanbod en afname. En dat is logisch, want daarop moet worden gestuurd. Daarom was ik nogal verbaasd dat het tot bezuinigen gedwongen CBS alle statistieken over cultuur wilde schrappen. Onder druk van enig protest is dat voornemen nu een jaar uitgesteld. Over de afname van, of deelname aan, culturele uitingen laat het ministerie van OCW geregeld onderzoek doen, waar men ook nota van neemt.

Alle tussengelegen niveaus (lagere overheden, intermediaire organisaties, Raad voor Cultuur) overslaand komen we op het niveau van instellingen. Daar leeft steeds meer belangstelling voor cijfers, ook al is dat niet altijd van harte. Er zijn nog altijd cultuurprofessionals die het verzorgen van een hoogstaand aanbod veel belangrijker vinden dan het aanboren van belangstelling daarvoor.

Ik kan me moeilijk voorstellen dat de belangstelling voor cijfers minder wordt als er geen cijfers meer worden vrijgegeven over zaken als museumbezoek en overheidsuitgaven aan cultuur. Binnen de rijksoverheid is juist een proces in gang gezet met als doel om, behalve aan beleidsvoornemens (derde dinsdag van september), meer aandacht te geven aan beleidsprestaties (de derde woensdag in mei). Dit zogenaamde VBTB-traject (Van Beleidsgroting Tot Beleidsverantwoording) vergt hoe dan ook cijfers.

AvdB: We hebben (graag) het idee dat de culturele informatiestroom in Nederland beter is dan in andere landen. In 2000 stond het Sociaal en Cultureel Rapport in het teken van een Europese vergelijking. Bij die gelegenheid bleek de beschikbaarheid van gegevens uit andere landen problematisch (om over vergelijkingsproblemen maar te zwijgen). Als de Vlamingen erin slagen hun ambitieuze plannen te realiseren, hebben we daar voor de komende tijd een nieuw richtpunt aan.

HW: In andere Europese landen maken culturele instellingen veel te weinig gebruik van cultuurstatistieken. We hebben hierover een onderzoeksrapport in afwerking. Eigenlijk is er zo goed als niets dat gebruikt kan worden als benchmarking tussen de verschillende landen van de EU. Zelfs tussen een beperkt aantal landen is het schier onmogelijk. Over het gebruik aan statistieken op het instellingsniveau in andere landen weet ik te weinig, maar er is niet veel centraal geregeld. In sommige landen gaat men wel (heel) ver. Het opleggen van een meetbare en gemeten sociale mix in Groot Brittanni is daarvan een voorbeeld.

Andries van den Broek (Sociaal Cultureel Planbureau Nederland) en Hans Waege (Steunpunt Recreatief Vlaanderen) over het gebruik en het nut van cultuurstatistieken

naam: Hans Waege (35 jaar) huidige baan: Docent onderzoeksmethoden en beleidsevaluatie Universiteit Gent/Algemene leiding steunpunt re-creatief Vlaanderen vorige baan: Universitair assistent onderzoeksgroep methoden (Jaak Billiet) KULeuven meest recente cultuurbezoek: Hnsel und Gretel, Vlaamse Opera meest recente vrijetijdsbezoek: Instore Design Brussel favoriete website: www.tijd.be welke stad gaat het maken: Brussel !!! de belangrijkste trend voor de toekomst: eclecticisme/back to more cosy/weg van te koele design/meer aandacht voor vakmanschap en kwaliteit

naam: Andries van den Broek (45 jaar) huidige baan: Hoofd van de onderzoeksgroep Tijd, Media en Cultuur van het Sociaal en Cultureel Planbureau meest recente cultuurbezoek: een prachtig concert van Cristina Branco. favoriete website: geen, ik ben een matig gebruiker, en dan grasduin ik wat. welke stad gaat het maken: Ik ben dol op mijn woonplaats Delft, en om dat zo te houden denk ik dat het in deze terminologie beter is dat Delft het juist niet helemaal gaat maken! de belangrijkste trend voor de toekomst: veel goede voornemens tot minder werk en minder consumptie, die niettemin allemaal nauwelijks gerealiseerd gaan worden.

468

Reactie verzenden

Share This