Selecteer een pagina

Toegang tot cultuur waar en wanneer men wil

SCP werkt mee aan innovatief nieuw mediaonderzoek

Communicatie, Cultuureducatie, Marketing

Zicht op veranderingen in het medialandschap die tot bredere cultuurtoegang leiden. Samen met de mediabereiksonderzoeken Nationaal Luister Onderzoek, Nationaal Onderzoek Multimedia en Stichting Kijk Onderzoek hield het Sociaal en Cultureel Planbureau een uniek mediatijdsbestedingsonderzoek waarvan onlangs in de brochure Media:Tijd 2014 de resultaten op hoofdlijnen werden gepresenteerd.

Recente ontwikkelingen in het medialandschap hebben niet alleen gevolgen voor de manier waarop we media consumeren, maar ook hoe we aan cultuur (kunnen) participeren. Door de snelle opkomst van mobiele dragers en online mediaplatforms is de waaier van mediakanalen waarlangs men cultuur kan raadplegen enorm verbreed. ‘Gedrukte’ media zijn in toenemende mate ook online toegankelijk en bieden bijna real-time aanvullende informatie. Veel boeken verschijnen eveneens als e-boek en radio- en televisiezenders zijn ook via een website of app te beluisteren en te bekijken. Daarmee is dezelfde content via verschillende kanalen toegankelijk. Bovendien verdwijnt de tijd- en plaatsgebondenheid van deze toegang tot content. Door slimme televisietoestellen en slimme telefoons die met het web verbonden zijn, kunnen we on-demand films opvragen en muziekstreams beluisteren op een zelfgekozen moment en locatie.

Om zicht te krijgen op het huidige mediagebruik in al zijn facetten is in het najaar van 2013 een innovatief media-tijdsbestedingsonderzoek uitgevoerd. Het bestaat uit een mediadagboekje waarin men voor elke tien minuten moest aangeven welke media-activiteit (kijken, luisteren, lezen) men via welke mediadrager (papier, vaste en mobiele apparaten) deed. Hierdoor zijn alle mogelijke combinaties daartussen te onderzoeken. Om ook (media-)multitasking te bestuderen, kon men tot drie media invullen die men tegelijkertijd gebruikte.

Daaruit blijkt dat als we alle mediatijd optellen, ook tijdens andere activiteiten, inclusief werken en over alle mogelijke media-apparaten heen (zoals computers, smartphones en tablets) we gemiddeld wel acht uur en veertig minuten op een dag met een of andere vorm van media bezig zijn. Bijna drie en een half uur daarvan gaat op aan mediagebruik zonder andere activiteiten. Het leeuwendeel betreft dus mediagebruik tijdens andere bezigheden (Sonck et al. 2014). Uit het langlopende SCP-tijdsbestedingsonderzoek weten we dat het mediatijdbudget voor meer dan dertig jaar stabiel bleef, maar dat het tijdens recente jaren (2006-2011) voor het eerst begint op te rekken (De Haan en Sonck 2013). Dat is niet verwonderlijk met alle mediadragers en –toepassingen waarmee we op een dag in de weer kunnen zijn.

Demografische verschillen in mobiel mediagebruik
Inzoomend op de mediadragers, blijken bijna alle Nederlanders van dertien jaar en ouder (94%) op een dag media te consumeren via een vast apparaat, zoals een tv-toestel in huis of een desktop computer. Daarnaast gebruikt op een gemiddelde dag bijna twee derde (64%) een mobiel apparaat voor media-activiteiten, zoals een draagbare muziekspeler, mobiele telefoon of tablet. Minder dan de helft (44%)  consumeert op een dag media van papier. Vooral naar leeftijd zijn hier grote verschillen in. Onder jongeren (dertien tot en met negentien jaar) gebruikt een op de vijf papieren mediadragers, terwijl dat onder 65-plussers maar liefst drie vierde is. Voor mobiele apparaten is het beeld precies omgekeerd: 77% van de jongeren gebruikt media mobiel tegenover 41% van de ouderen (Sonck et al. 2014).

Ondanks het gebruik van mobiele mediadragers, vinden alle mediaactiviteiten nog het vaakst thuis plaats. Van alle media zien we wel dat men radio en muziek al voor een groot deel buitenshuis luistert. Luisteren is dan ook een activiteit die vaak met andere activiteiten wordt gecombineerd, zoals werken of reizen. Voor kijken en lezen geldt dan weer dat de meesten dit nog voornamelijk thuis doen en daar ook thuis de meeste tijd aan besteden (Sonck et al. 2014). Het is duidelijk dat websites en apps met culturele content (zoals informatie, filmpjes en muziekfragmenten) de toegankelijkheid tot cultuur vergroten. Bovendien maken mobiele mediadragers als smartphones en tablets het makkelijker om dit onderweg of uit onze resultaten blijkende ergens in huis te raadplegen of erover te communiceren met anderen. Uitkomsten van het SCP-rapport De virtuele kunstkar (Sonck en De Haan 2012) indachtig, betekent het bestaan van virtuele mediamogelijkheden om aan cultuur te doen echter nog niet automatisch dat iedereen hier ook actief gebruik van maakt. Het valt dus nog af te wachten in hoeverre men mobiele en online media ook aanwent voor cultuurparticipatie.

Eind dit jaar verschijnt een meer gedetailleerd en verdiepend SCPrapport binnen Het Culturele Draagvlak, een reeks studies waarin het SCP met steun van het ministerie van OCW sinds 1994 rapporteert over de participatie op het gebied van cultureel erfgoed, kunsten, amateurkunst en media.

Auteur: Nathalie Sonck is mediaonderzoeker aan het Sociaal en Cultureel Planbureau. Jos de Haan is hoofd van de onderzoeksgroep Zorg, Emancipatie en Tijdsbesteding aan het Sociaal en Cultureel Planbureau en bijzonder hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

468

Reactie verzenden

Share This