Selecteer een pagina

Tussen moed, deemoed en overmoed

Europese Culturele Hoofdstad RUHR2010 maakt de eerste plannen bekend

Algemeen
Inez Boogaarts werkt sinds augustus 2006 als cultureel attaché op het consulaat-generaal te Düsseldorf en draagt mede zorg voor de promotie en ondersteuning van Nederlandse kunst en cultuur in Noord-Rijn-Westfalen. In 2010 is het Ruhrgebied, net als Istanbul en Pécs, Europese Culturele Hoofdstad. Boogaarts ijvert voor een opvallende Nederlandse presentie tijdens het feestjaar 2010. MMNieuws vroeg haar om in serie een persoonlijke journaals verslag te doen over de ins en outs van de samenwerking tussen Nederland en Duitsland bij grote culturele manifestaties. Hieronder de eerste van deze reeks journaals.


Eind september 2008
Het Ruhrgebied is in 2010 Europese Culturele Hoofdstad. Een buitenkans voor creatief Nederland om daarbij als ‘bevoorrechte buurman’ opvallend en nadrukkelijk aanwezig te zijn. Niet om met eenmalig vuurwerk uit te pakken, maar om de bestaande intensieve relaties en zeer vele uitwisselingen nog eens extra voor het voetlicht te brengen. Duitsland en Noord-Rijn-Westfalen (NRW) vormen zowel economisch als cultureel nog steeds de belangrijkste exportmarkt voor Nederland: ter waarde van 58 miljard euro, waarvan 25 miljard euro in NRW. Aangezien ook Duitsland steeds meer de blik op de rest van de wereld richt, is het belangrijk om deze bestaande goede nabuurrelaties te ‘vieren’ en groots uit te pakken.
Sinds ik hier een kleine twee jaar geleden arriveerde, probeer ik tal van partijen te overtuigen om hierin extra tijd, menskracht en geld te investeren, zowel aan Duitse als Nederlandse kant. Langzaam maar zeker beginnen de contouren zich daarvan af te tekenen. Het helpt ook dat staatssecretaris Frans Timmermans eind augustus in Düsseldorf bekend maakte dat Nederland aanwezig zal zijn tijdens RUHR2010, en dat werd nog eens bevestigd in de nieuwe Brief over het Internationaal Cultuurbeleid die op de 3e dinsdag van september verscheen.
De RUHR2010 organisatie heeft veel belangstelling voor samenwerking op het terrein van onder meer Nederlands (muziek)theater, creatieve industrie, (landschaps)architectuur, letteren en multdisciplinaire projecten, veelal op het snijvlak van cultuur, ruimtelijke ontwikkeling, diversiteit, educatie en economie. Nederlandse sectorinstituten, kunstenaars, instellingen en enkele fondsen zien ook veel export- en samenwerkingsmogelijkheden, maar lijken soms te twijfelen aan de haast die geboden is om nu ideeën te concretiseren en met Duitse partners te overleggen. E-mailen alleen is echt niet voldoende. Ze denken soms ook dat het Ruhrgebied nog steeds onder een grauwe deken van industrie en steenkool ligt – alsof het een ontwikkelingsland is – en vergeten dat hier verschillende internationale topkunstorganisaties te vinden zijn, of overschatten de financiële mogelijkheden van de zo rijk geachte Duitse stadsmusea en -theaters.
Voorafgaande aan de RuhrTriennale première van Rocco en zijn broers van Ivo van Hove/ Toneelgroep Amsterdam, in Bochum, bespreken TGA, RUHR2010, Theaterinstituut en ik nog eens de plannen voor een grote (co-)productie van TGA tijdens 2010, als een van de grote RURH2010-projecten. Dat gaat de goede kant op. Rocco en zijn broers, in het Duits gespeeld, is heftig, aangrijpend en bij vlagen gewelddadig. Het Duitse publiek is verdeeld; sommige bezoekers lopen weg – hetgeen niet makkelijk is omdat de uitgangen letterlijk op de speelvloer liggen – , anderen blijven langdurig en hard na afloop applaudisseren. De nationale pers is verdeeld; de regionale pers (en dat is het belangrijkste voor het trekken van publiek) een stuk milder.

Half oktober 2008
Na de nodige liefdesschijnbewegingen is het eindelijk zover: de RUHR2010-organisatie presenteerde groots en meeslepend haar eerste programmaonderdelen. Met een flitsende film en tal van talkshows werd de nieuwe website (hoog tijd!) gepresenteerd en tegelijkertijd een 150-pagina tellend Buch eins met 150 projecten uitgebracht. In het eerste programmaboek staan projecten en activiteiten vermeld die door de organisatie worden omarmd en met (enige) financiering worden ondersteund.
Voor vele betrokkenen in het Ruhrgebied was het inmiddels hoog tijd dat er iets concreets werd gepresenteerd. Immers, in het najaar van 2006 leek de organisatie qua timing perfect op koers, met nog meer dan drie jaar voorbereidingstijd voor de boeg. Rotterdam moest het met anderhalf jaar voorbereiding met aanzienlijk minder doen. Maar er lijkt veel tijd verloren gegaan en voor de buitenwereld was het vaak niet duidelijk of er wel iets gebeurde. Ten eerste moest het team worden samengesteld; uiteindelijk werd gekozen voor vier programmadirecteuren en niet voor een intendant. Naar goed Duits gebruik zijn deze vier programmadirecteuren (een mix van semi-nationale bekenden, maar zeker regionale ingezetenen) naast hun opdracht voor RUHR2010 ook nog minstens de helft van de tijd bezig in andere drukke banen of eigen bedrijven. Ook de bescheiden groep van curatoren/ projectleiders is overwegend slechts voor 50% daadwerkelijk voor het Culturele Hoofdstadjaar actief.
Om het zichzelf gemakkelijk te maken verklaarde de organisatie dat het hele Ruhrgebied in 2010 Europese Culturele Hoofdstad zou zijn. 53 gemeenten dus, in plaats van slechts een stad (Essen) van het formaat van Rotterdam. En dat met een bescheiden budget van zo’n 52 miljoen euro voor ruim 5 miljoen inwoners, daar waar Culturele Hoofdstad Linz in 2009 met nog geen 200.000 inwoners eenzelfde begroting ter beschikking heeft. Bovendien riep de organisatie direct op tot het aanleveren van projectvoorstellen – waarmee ze zichzelf binnen mum van tijd onbedoeld opzadelde met zo’n 2000 voorstellen die beantwoord en beoordeeld moesten worden. Daarvan zijn er nu ongeveer 100, min of meer, gehonoreerd.
De eerste programmakeuzes geven een eerste inkijk in de overwegingen: veel regionale projecten waarbij sterk wordt ingezet op inter­regionale samenwerking tussen bestaande instellingen en initiatieven. Niet verwonderlijk, omdat het RUHR2010-team weer ophoudt te bestaan na 2010 en men ambieert dat een deel van de activiteiten ook nadien voort zal bestaan. Het Culturele Hoofdstadjaar wordt vooral gezien als regionaal-samenbindende intensivering. De eerste 150 projecten laten ook eerder de kenmerken van ‘breedtesport’ dan topsport zien; participatie, educatie, diversiteit staan daarbij centraal. Het proces van onderling samenwerken is niet alleen middel, maar ook soms doel op zich. Wanneer men de onderlinge verhoudingen een beetje snapt, is dat overigens al geen geringe opgave met 53 gemeentebesturen, verschillende (bestuurlijke) landsdelen en regio’s, en zonder overkoepelende Ruhrgebied-bevoegdheden.

Overmoedige ambitie
Tegelijkertijd wil RUHR2010 een model voor Europa zijn. Een zeer moedige ambitie, en volgens critici een overmoedige. Het Ruhr­gebied kan bogen op internationale ervaringen tijdens de IBA Emscherpark (1989-1999), de indrukwekkende grootschalige herontwikkeling van industrieel erfgoed in combinatie met stedelijke en economische herontwikkeling of de reddingsplannen voor ‘krimpende steden’, maar daarmee is het – zo luidt de kritiek – nog geen internationale voorbeeld­regio. De regio ontbeert aansprekende internationale rolmodellen en iconen; Herbert Grönnemeyer verkocht weliswaar miljoenen cd’s, maar is hooguit in Nederland bekend en is geen internationaal label, zoals de Beatles voor Liverpool 2008. De RuhrTriennale en het Folkwang Museum zijn internationaal toonaangevend, maar er is nog lang geen sprake van een collectieve pr in het buitenland. En het hardnekkige grauwe imago van de regio blijft aan de mooie beelden plakken.
Opvallend is ook dat er in Buch eins nog vrijwel geen internationale samenwerkingsprojecten zijn opgenomen, met uitzondering van enkele voorziene Nederlandse samenwerkingsprojecten. Gezien het budget is dat geen grote verrassing, maar om de Europese ambities waar te maken, is er wel wat meer nodig. Waar eerst de regionale pers relatief mild was, werd in de afgelopen maanden de toon ook steeds kritischer en met name het ontbreken van dit internationale ‘showelement’ lijkt RUHR2010 in de weg te zitten.
In het voorjaar komt Buch zwei. Daarin zal meer bekend zijn over de internationale ambities; ich bin mal gespannt.
Aan Nederlandse kant begint een en ander op stoom te raken (zie http://dus.niederlandeweb.de/ruhr2010). In het voorjaar van 2009 meer over RUHR2010.

Auteur: Inze Boogaarts inez.boogaarts@minbuza.nl
468

Reactie verzenden

Share This