Selecteer een pagina

Utrecht groeit naar 2018

Marketing

Trots op de stad
Peter de Haan is directeur van Vrede van Utrecht, de stichting die vorm geeft aan twee grote evenementen: Vrede van Utrecht 2013 en Utrecht Culturele Hoofdstad 2018. Hij ziet als belangrijkste opdracht voor de stichting de ambities van stad en regio op lange termijn concreet zichtbaar te maken. Peter de Haan: ‘In marketingtermen is 2013 de opmaat voor 2018. Beide jaren maken onderdeel uit van een lange termijnstrategie. Voor 2013 hebben we nu een heel programma met activiteiten, voor 2018 werken we nog voornamelijk aan ons strategisch concept. We hebben een paar van de steden die ons zijn voor-gegaan, zoals Marseille, Turku, Linz en Essen, als voorbeeld genomen en vorig jaar zo’n 100 workshops en ateliers voor geïnteresseerde Utrechters georganiseerd. Die waren gericht op de culturele, educatieve en maatschappelijke instellingen, maar ook op bedrijven, de politie en de ambtenarij. Daar kwamen zo’n 1300 mensen op af. Dat vonden wij een mooie score. Op die manier krijg je natuurlijk rijp en groen aan ideeën. Daaruit hebben we uiteindelijk onze propositie ontwikkeld. Samen met betrokkenen gaan we nu de eerste plannen verder invullen. Op basis daarvan hopen we begin volgend jaar het artistieke deel van ons bidboek te kunnen schrijven. Het is een intensief proces maar zeker de moeite. Opvallend is dat er neiging tot zekerheid leeft bij de partijen waarmee we werken. Wij zeggen: probeer nog even te leven met die onzekerheid die hoort bij deze fase van conceptontwikkeling. Als je nu al programma onderdelen concreet gaat invullen, haal je het niet.‘ 

Wat zijn de belangrijkste assets van Utrecht en wat zijn jullie ambities?
Utrecht is een stad die groeit. Utrecht mag dan een van de oudste steden van ons land zijn, wat betreft bevolkingsopbouw is het de jongste stad van Nederland. Het is ook dé educatiestad van Nederland, met een grote universiteit, een grote kunstvakschool, twee grote ROC’s, en met een enorme kennisindustrie. Maar de ambitie van de stad en de provincie gaat verder. Utrecht positioneert zich als stad van kennis en cultuur en ook de provincie profileert zich als cultuurregio en kennisregio. Utrecht heeft bijvoorbeeld de grootste cluster op het gebied van geo wetenschappen van Nederland, er is een grote creatieve industrie en de gamesector is sterk ontwikkeld. Het hoge groeitempo van de stad maakt het noodzakelijk in te zetten op duurzaamheid, leefbaarheid, innovatie en kwaliteit. Het gaat erom de ziel van de stad te behouden. Dat kun je niet alleen met hardware doen, door te investeren in milieu, vervoer en bereikbaarheid – daar heb je ook de software van kunst en cultuur voor nodig. We moeten alle creativiteit van kennis en cultuur inzetten om die groei te kunnen sturen en de kwaliteit van de woon- en leefomgeving te behouden. In Leidsche Rijn, de grootste nieuwbouwlocatie van Nederland, doen die enorme groeistuipen zich voor. We weten ook zeker dat we Leidsche Rijn in 2018 als een proeftuin inzetten. De thematiek voor 2018 is sterk gericht op de toekomst. Wat zijn de generaties van de toekomst? En wat is de bagage die je in de toekomst nodig hebt?
Wie werken er aan de voorbereidingen mee?
We hebben met alle grote culturele instellingen gesprekken lopen. Relevant is dat we ook gesprekken voeren met een interessante kring van maatschappelijke organisaties daaromheen, zoals woningbouwcoöperaties, de politie, met basisscholen en het voortgezet onderwijs en met grotere Utrechtse bedrijven. Die vragen we niet alleen om mee te denken, maar ook om letterlijk in te tekenen op het traject.
Ik ben benieuwd welke bedrijven dat zijn.
De vervoersbedrijven bijvoorbeeld. In 2018 is de grootste openbaar vervoersterminal van Nederland klaar. Ik heb hen gevraagd of het niet een goed idee is om in 2018 mobiliteit – het vervoer van de toekomst – te programmeren. Een ov-terminal speelt, naast culturele voorzieningen, een belangrijke rol voor leefbaarheid en kwaliteit van de stad. Maar het centrumgebied van de stad is ook nog volop in ontwikkeling, met de Jaarbeurs, een casino en een nieuw bioscoopcomplex. Vredenburg is helaas niet klaar in 2013, maar staat er wel in 2018. En we zijn ook buiten de stad bezig. Vliegbasis Soesterberg bijvoorbeeld krijgt, naast woningbouw, vooral een natuurbestemming. Daar mag één maand per jaar een grootschalig cultuur-evenement worden gegeven. We vieren op de vliegbasis in 2013 de Vrede van Utrecht; in 2018 moet dit een nog groter evenement worden.
Verder praten we met bedrijven die te maken hebben met wonen en werken, met ingenieursbureaus of met grote makelaars: die ontwikkelen kennis over wonen en werken in de toekomst.
De Utrechtse bedrijven spelen een belangrijke rol in het verdienmodel voor het culturele hoofdstadjaar, maar het gaat in onze gesprekken nooit in eerste instantie over geld. Ik vind het belangrijker dat we in ons bidboek kunnen schrijven dat de top twintig van Utrechtse bedrijven veel ziet in deze operatie en gelooft dat het belangrijk is om deze stad internationaal profiel te geven. Het gaat niet alleen om geld verdienen, maar ook om wederzijdse belangen. Neem het voorbeeld van Linz. Linz had een grandioze openingsmanifestatie, waar bedrijven aan mee betaalden. In ruil hadden een paar van die bedrijven ook een publieksevenement.
Ik geloof sterk in cultureel ondernemerschap en het lukt veel instellingen om meer eigen geld te verdienen. Neem zo’n uitvoering van de Utrechtse Spelen op Soestdijk: dat kost 2,2 miljoen euro, maar 88% van dat bedrag komt voort uit de kaartverkoop. Maar ik vind veel verhalen van politici en marketeers over dit onderwerp veel te gemakkelijk.
Ik las dat stad en provincie elk 1,2 miljoen uittrekken voor de voorbereidingen.
Dat zijn puur de kale kosten die we de komende jaren gaan maken aan de ontwikkeling van ons bidboek. De stad en de provincie hebben zich nog niet uitgesproken wat er daarna aan bedragen moet worden gehanteerd. Ik weet wel dat de sky high ontwikkelingen van de laatste Culturele Hoofdstadjaren niet vol te houden zijn.
Maakt Utrecht zich hard tegen de tendens van bezuinigen op cultuur? Jazeker! En ik heb er goede hoop op dat de stad en ook provincie dat volhouden. Het is juist in tijden van bezuiniging belangrijk een focuspunt als Culturele Hoofdstad in te zetten. Daardoor blijft ook de aandacht geconcentreerd. We zijn nu met de toeristische sector aan het bekijken wat 2018 aan reële extra bezoekersstroom zou kunnen opleveren. Alle WK bidboeken hebben een paragraaf met toekomstige opbrengsten. Maar ik denk dat we politici ook zullen overtuigen met een inhoudelijk verhaal. Een van de effecten van het cultureel hoofdstadjaar is dat bewoners weer trots worden op hun stad. Dat zijn minder harde criteria, maar ze zijn wel aan de orde. Het is aan ons een programma voor een breed deel van de bevolking aantrekkelijk te maken. 2018 wordt zeker geen feestje voor de happy few!
Wat zetten jullie op korte termijn aan communicatie in om jullie kandidatuur meer in de kijker te spelen?
De echte publiekscampagne starten we pas volgend voorjaar, als we ook onze thematiek beter kunnen illustreren. We zijn met het voorbeeld van andere steden ook gewaarschuwd voor het voeren van een te lange campagne op alleen een algemeen verhaal. De komende campagne is vooral gericht op het bereiken van geïnteresseerde gesprekspartners. En dan willen we die kring daarvan wat uitbreiden, door het houden van werkconferenties met vertegenwoordigers, om mensen ideeën te laten uitwisselen. We pakken een paar momenten om daar een groter publiek in te betrekken. Een voorbeeld is de uitvoering van Orpheus in het water rondom Paleis Soestdijk. Verder hebben we het Uitfeest, begin september, en Festival deBeschaving, samen met de Universiteit. Met diezelfde partners werken we aan ideeën voor 2018. En we hebben voor 2013 samen met het Nederlands Filmfonds een gamingspektakel in ons laatste programmaonderdeel in september.
Investeren, niet bezuinigen op kunst en cultuur
Frits Lintmeijer is namens Groen Links wethouder van cultuur van Utrecht. Als kandidaat Europese culturele hoofdstad wil Utrecht zich vooral profileren op het gebied van kennis en cultuur en als een jonge stad.
Lintmeijer: ‘Utrecht combineert z’n erfgoed en z’n oude binnenstad met de bouw van een hele nieuwe stad. Utrecht is demografisch gezien de jongste stad van Nederland. En Utrecht is een van de weinige gemeenten in Nederland die niet bezuinigt op kunst en cultuur. B&W (Groen Links, D’66 en PvdA, red.) rekent op 30 tot 60 miljoen voor het programma rondom Utrecht Culturele Hoofdstad 2018. De helft van dat bedrag komt uit publieke bijdragen, de andere helft moet komen uit andere bronnen, zoals de universiteit en het bedrijfsleven. Utrecht investeert samen met de provincie al vanaf 2003/04 300 tot 350 miljoen euro in culturele voorzieningen, waar-onder een gloednieuw Muziekpaleis.’
Volgens Lintmeijer liggen de plannen op gemeentelijk niveau politiek niet gevoelig, maar het blijft onduidelijk wat het effect zal zijn van bezuinigingen van de rijksoverheid: ‘Die zullen de instellingen zeker treffen. Utrecht heeft z’n cultureel erfgoed als sterke asset en dat wordt waarschijnlijk wel ontzien door het Rijk, maar de podiumkunsten ontsnappen niet aan de bezuinigingen van de rijksoverheid. Ik heb ook tegen de staatssecretaris gezegd dat hij z’n kaarten niet te lang tegen de borst moet houden. Vóór 2014 moeten we weten waar we aan toe zijn, wanneer we de programmering rond willen krijgen. Orkesten plannen bijvoorbeeld lang van tevoren. We moeten dus nu kunnen besluiten wat we in 2014 concreet gaan doen. De lopende investeringen in bijvoorbeeld het Muziekcentrum en het Centraal Museum lopen geen gevaar. De exploitatie daarvoor is afgedekt. Maar het is toch spannend wat er gaat gebeuren bij de provincie: daar zijn de onderhandelingen over een nieuw college net begonnen.’
Met welke voorgaande Culturele Hoofdsteden identificeren jullie je het meest?
Met steden als Edinburgh, Linz, Liverpool en Essen. In Liverpool en Linz ademde de hele stad kunst en cultuur. Essen was goed, hoewel je kon merken dat de boel daar een beetje verwaterde: eigenlijk was het hele Ruhrgebied Culturele Hoofdstad. Dat leert ons dat we het geconcentreerd moeten houden.
Wat heeft Utrecht Europa te bieden? 
Wij denken dat Utrecht een belangrijk voorbeeld voor Europa kan zijn. Als we in de wereld willen blijven concurreren moeten we het hebben van onze culturele identiteit en van onze kenniseconomie. De regio Utrecht groeit nog steeds – de stad naar 440.000 inwoners in 2040 en de regio van 1,2 naar 1,4 miljoen – en die ontwikkeling is in 2018 nog volop gaande. Utrecht meet zich in Europa met steden als Malmo, Arhus, Edinburgh, Gent, Stuttgart en Bologna. Allemaal steden met een rijk cultureel erfgoed en een dynamische kenniseconomie. Met deze steden werken we samen in het zogeheten Similar Cities Network. We maken gebruik van elkaars ervaringen. Dit Europese netwerk gebruiken we ook bij het uitwerken van ons programma voor 2018.
Welke stad maakt de grootste kans?
Maastricht heeft door zijn ligging een mooie Europese dimensies. Brabantstad heeft een flink budget, Den Haag heeft traditioneel een goeie culturele identiteit en Friesland heeft z’n eigen Friese identiteit. En vergeet Almere niet, daar is de politieke committent weg, maar er is een burgerinitiatief gekomen en die gaan door; dat is fantastisch. Het zijn stuk voor stuk goeie con-currenten. We zullen met een goed verhaal moeten komen, maar we hebben alle kaarten in handen.

Een jonge stad in een vergrijzende regio
Thomas Nova is als programmamanager Vrede van Utrecht 2013 en Culturele hoofdstad 2018 werkzaam bij de afdeling Economie, Cultuur en Maatschappij van de provincie Utrecht. Waarop zet de provincie in? En wat is de rolverdeling tussen stad en provincie? Thomas Nova: ‘We subsidiëren de stichting nu nu samen met de Gemeente ieder met 2,1 miljoen per jaar. Daar komt een bedrag van 15 miljoen vanuit de provincie bij om in de culturele infrastructuur te investeren. Zo heeft de -provincie drie jaar geleden de vliegbasis Soesterberg aangekocht met de nadrukkelijke wens om daar een cultureel gebruiksplan voor te maken. Er komt een nieuw defensiemuseum, we bekijken hoe we de militaire installaties, zoals de F-16 shelters en de munitiebunkers, kunnen inzetten voor cultuur en we zijn met het Centrum voor Beeldende Kunst bezig om daar een beeldenpark neer te zetten.
Daarnaast investeren we in de renovatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Die loopt door de hele provincie heen. We willen de Linie een -duidelijke publieksfunctie geven. Verder zetten we in op de culturele broedplaatsfunctie. Utrecht mist een plek zoals de Westergasfabriek in Amsterdam of de Verkadefabriek in Den Bosch. Een combinatie van culturele bedrijvigheid, een podium en interessante horeca.
Voor de provincie is de stad uiteraard heel belangrijk, maar we willen ook investeren in die ring om de stad heen, in de landschappelijke kwaliteit, en in wat er in dat landschap ligt. Maar uiteindelijk is het de stad die zich nomineert als culturele hoofdstad. Verder is in het kader van 2018 regionale samen-werking een belangrijk punt: we willen dat 2018 een ambitie wordt van de hele provincie, een samenwerking van alle 26 gemeenten. We zijn dan ook met alle regiogemeenten in gesprek over hoe je dat kunt vormgeven.’
Politiek gezien liggen kunst en cultuur onder druk.
We leven in een raar vacuüm, want er zijn net verkiezingen geweest, en we weten niet hoe de onderhandelingen over het nieuwe college uitpakken. Over het ondersteunen van erfgoed is geen discussie: iedereen is het erover eens dat dat een taak is van de provincie. Maar de vraag is of je je als provincie moet richten op het financieren van de podiumkunsten en ondersteunende instellingen. Mijn verwachting is dat de ambitie die we hebben met culturele hoofdstad overeind blijft. 2013 en 2018 bieden een mooie kans om de stad en de regio op een internationaal podium te zetten. Wij hebben al sinds 2003-2004 deze ambitie en we zijn sinds die tijd aan het investeren. Verder zijn wij een voorbeeld voor Europa, wij kunnen Europa echt iets laten zien. En tot slot scoren we op alle punten van culturele infrastructuur een top 10 positie. Wij kunnen het evenement gebruiken om daarin nog iets verder te stijgen, om naar de top te gaan. Als we die sprong maken, zijn we een verschrikkelijk interessante kandidaat.
Hoe zit het met de bedrijven in de provincie en hun rol om bij te dragen en te investeren?
De stichting heeft een adviesraad opgericht om ervoor te zorgen er grote spelers bij betrokken raken: de vervoersbedrijven bijvoorbeeld, maar ook ASR, de Rabobank en de Jaarbeurs. We zijn in gesprek met Amersfoort over we daar sterk programma neer kunnen zetten in 2018. Amersfoort heeft een bijzondere positie, want de stad heeft een sterke culturele infrastructuur. Inhoudelijk gezien is dat interessant. Leidsche Rijn komt bijvoorbeeld erg overeen met Vathorst. De vraag is hoe je de culturele identiteit in zo’n wijk vorm geeft.

Utrecht zet met name in op ‘jong’. Naar mijn idee zijn er in de provincie Utrecht niet veel booming jonge gemeentes…

Naast steden als Amersfoort, Houten, Nieuwegein, die ook gewoon hartstikke jong zijn, kan dat ook weer interessant zijn: een verjongende stad in een vergrijzende regio, de relatie tussen oud en nieuw. Een symbiose. Dat is een interessant gegeven dat we moeten uitwerken in programmaontwikkeling. Laatst sprak Han Bakker (de artistiek conceptontwikkelaar van Vrede van Utrecht, red.) nog over ‘de speeltuin van de toekomst’. Het is een interessant hoe je zowel voor jong als oud vorm kunt geven aan een programma. Laatst opperde iemand: kunnen er we niet een grote game van maken? Met al die locaties? Je gaat zo’n game in 2018 live spelen en dan vindt de ontknoping van het spel plaats in Utrecht zelf. Met al die game-experts én die jonge bevolking in Utrecht is dat een aardig idee.
Wat zie jij als hoogtepunten in 2013 en 2018?
Voor 2013 ben ik erg benieuwd naar openingsspektakel. Dat moet een groots evenement worden, met middeleeuws vuurwerk en diverse muziekgezelschappen die vanuit de oude poorten als delegaties binnen komen lopen. Voor de rest is het heel spannend hoe de stad er in 2018 uitziet. Dan is het muziekpaleis af, dan zijn die culturele broedplaatsen er, de plannen voor de Vliegbasis Soesterberg zijn dan gerealiseerd, met bijvoorbeeld het Defensiemuseum, de Hollandse waterlinie is dan een fantastische publiekstrekker, en dat geldt ook voor de Utrechtse buitenplaatsen zoals Amelisweerd, Soestdijk en Kasteel Amerongen. Het gaat er vooral om of het lukt al die mooie plekken voor een groot publiek toegankelijk te maken en er een interessante functie aan te geven. Neem de Hollandse Waterlinie: die lag er 10 jaar geleden al, maar die is nu mooi opgeknapt. Die ontwikkeling zet zich door en dat geldt voor heel veel plekken.

Auteur: Pieter de Nijs

468

Reactie verzenden

Share This